In 2008 verscheen Alberto Contador aan de start van de Giro terwijl hij kort daarvoor nog heerlijk aan het strand lag. Drie weken later kon hij zijn roze trui inpakken om verder te genieten van zijn vakantie. Twee jaar eerder besloot Floyd Landis tijdens de Tour de France op een avond flink aan de pils te gaan. De dag daarna trok hij al vroeg ten strijde. Niemand zag hem ooit terug, en de Tour was – even toch tenminste – voor hem. Ga je met een fietsgroepje mee, dan heeft dikwijls de een “nauwelijks kilometers gemaakt”, de ander slecht geslapen, een derde materiaalproblemen, en bij de laatste speelt juist vandaag een oude blessure op. Renners excuseren zich dus vaak bij voorbaat al voor hun prestaties. In de psychologie noemt men dit fenomeen self-handicapping.
Jezelf handicappen. Klinkt niet zo handig. Nuttig evenmin. Toch levert het veel mensen psychologisch gezien wat op. Zelf-handicappen komt er namelijk op neer dat je iets doet waardoor je mislukkingen gemakkelijk aan die ‘domme actie’ kunt toeschrijven, maar waarbij je een goede uitslag volledig aan je eigen kunnen toebedeeld; je hebt goed gereden ondanks alles! In oorspronkelijk onderzoek werd dit fenomeen vooral onder studenten aangetoond. Dat ze bijvoorbeeld te laat gingen slapen de avond voor een tentamen. Of teveel drinken. Maar hetzelfde gaat op voor wielrenners. Het puntje van het drinken kwam bij Landis immers eveneens aan bod.
Het zijn maar woorden
Regelmatig ‘handicappen’ renners zich vooral in woorden. Het zal niet de eerste keer zijn dat de renner die naar eigen zeggen nog maar nauwelijks de fiets heeft aangeraakt dit seizoen, degene is met het meest afgetrainde gezicht van allemaal. Stiekem trainen. Evengoed kun je je afvragen of Contador werkelijk met een cocktailtje aan het strand lag, en zo met zijn zwembroek nog aan richting Italië reisde voor de Girostart. Allicht was zijn fiets mee, en trok hij ’s ochtends vroeg de bergen al in, terwijl zijn vriendin in haar eentje een badlaken op het zand spreidde.
Wat Contador waarschijnlijk werkelijk deed is – om maar even in strandtermen te blijven – de concurrentie en de media zand in de ogen strooien. Door om het hardst te roepen dat hij niet in vorm is, heeft iedereen lagere verwachtingen over de prestaties van de Spanjaard. En kan hij dus ook met minder druk rondrijden. Hetzelfde trucje wordt door vele andere sporters gebruikt. De Franse sportpsycholoog Coudevylle publiceerde in 2008 een onderzoek waarin hij liet zien dat deze tactiek vooral gebruikt wordt door sporters die een wat lager zelfvertrouwen hebben. In het geval van Contador zou dit prima kunnen kloppen; nog nooit eerder reed hij de Giro, en bovendien was hij niet van plan geweest om te starten. In 2015 zal dat wel anders zijn.
Geen woorden, maar daden
Soms nemen mensen het zelf-handicappen letterlijk, en gaan ze expres dingen doen waarvan ze weten dat ze er slechter door kunnen presteren. Als de verrichtingen vervolgens inderdaad tegenvallen, heeft een renner in dat geval zijn antwoord vast klaar. En valt het mee, dan geeft dat een enorme boost voor het zelfvertrouwen. Bovengenoemd onderzoek van Coudevylle en collega’s liet zien dat sporters dit gedrag vooral laten zien op het moment dat ze twijfelen aan hun eigen kunnen, verwachten dat ze simpelweg tekort gaan komen.
Floyd Landis die als Prins Pils een bergrit in de Tour wint, lijkt hier een voorbeeld van. Landis had de bewuste dag in de slotklim naar La Toussuire een flinke inzinking gekregen. Hij stond geparkeerd, en Tourwinst leek uitgesloten. De Amerikaan zal flink aan het twijfelen gebracht zijn over zijn eigen capaciteiten. De overlevering dat hij zich ’s avonds flink uitleefde – voor het doen van een profrenner dan tenminste – is dan ook aannemelijk. Weinig mensen zullen gedacht hebben dat hij de dag daarop zijn vroege ontsnapping tot een succesvol einde kon brengen. Maar net als bij Contador zorgt het zelf-handicappen er ook hier voor dat een sporter met weinig druk rond kan rijden. Het wordt dan net iets gemakkelijker te excelleren. De mate waarin Landis uitblonk was overigens wel erg uitzonderlijk, en bleek achteraf dan ook te maken te hebben met vals spel.
Samengevat lijkt het erop dat je de Giro op het strand, en de Tour in de kroeg wint. Voor de winnaar van de komende Giro ga ik dus op zoek naar de renner die juist terug is van een all-inclusive vakantie in Turkije. Die zal vast in een magenta tricot de Dolomieten bedwingen.
In juni verschijnt het boek De verborgen motor: over de psychologie van het wielrennen bij uitgeverij Prometheus Bert Bakker. In dit boek wordt op een toegankelijke manier ingegaan op de belangrijkste psychologische aspecten van de wielersport, aan de hand van voorbeelden van wedstrijden als de Giro, Tour en Parijs-Roubaix. Dit artikel is gerelateerd aan het boek, maar werd speciaal voor Hetiskoers geschreven.
- Waarom wij fietsen (11/13): Léon Geuyen - 04/07/2018
- Waarom wij fietsen (9/13): Koene Rem - 27/06/2018
- Waarom wij fietsen (8/13): Joop Zoetemelk - 19/06/2018
Ik heb veel vrienden die de kunst verstaan van het zelf handicappen. Ze zijn meesters in het zich in de underdog positie praten. Vervolgens rijden ze je het snot voor de ogen, de eikels. Zelf doe ik er niet aan. Moet wel zeggen dat ik dit seizoen nog veel te weinig heb gefietst maar telkens als ik toch een tochtje maak, rijd ik de golven in het asfalt. Zou ik zelf onbewust ook aan zelf handicapping doen?