cijfers en lettersVan oorsprong ben ik een cijferman. In de Middeleeuwen van de tv, toen GTST nog niet bestond, keek ik met mijn broer altijd naar het tv-spelletje Cijfers en Letters. Op basis van mijn huidige bezigheden, woorden, woorden en nog eens woorden, is dat nog moeilijk voor te stellen. Mijn broer en ik spanden ons zwaar in bij de cijfers en kwamen even op adem bij de letters. Het cijferspel was simpel, je kreeg een aantal getallen en je kreeg het antwoord. Door middel van vermenigvuldigen, optellen, aftrekken en delen moest je met de getallen die je kreeg het antwoord berekenen. Je moest alle getallen één keer gebruiken. We kenden op een gegeven moment alle cijfercombinaties en konden iedere opgave zonder problemen razendsnel oplossen. De strijd ging om fracties van seconden.

De training wierp zijn vruchten af. Op de lagere school was hoofdrekenen een vak waar ik slechts tienen voor scoorde. Verder moest ik me tevreden stellen met negens, een paar achten en een zware onvoldoende voor schrijven, dat wil zeggen netjes schrijven. Na in 8 jaar mijn vwo-diploma te hebben gehaald, ging ik economie studeren. Met succes… het eerste jaar, daarna hield ik het voor gezien.

Mijn hoofdrekentalenten gebruikte ik nog een tijdlang om sneller dan de caissière met kassa uit te rekenen wat ik moest betalen. Nu is er bijna niets meer van over. Mijn boekhouder doet alles voor me, omdat ik het cijferen volledig kwijt ben. Tot vandaag dacht ik dat dat iets psychisch was, dat ik het geblokkeerd heb. Een stukje over het functioneren van de hersenen veranderde dat idee. In het kort komt het er op neer dat wanneer je één deel van de hersenen enorm ontwikkelt, dat ten koste gaat van andere delen. Met andere woorden: de leeggekomen ruimte van cijfers is nu gevuld door de uitbreiding van de afdeling woorden.

Het is ook een verklaring waarom veel sporters niet zo intelligent uit de hoek komen. Niet alleen zijn hun spieren overontwikkeld, maar ook de faculteit sportdenken en sportvocabulaire heeft zich sterk uitgebreid. Ze focussen, visualiseren, leven in het moment etappe voor etappe, waken voor onderschatting, blijven scherp. Er kan nog van alles gebeuren, Parijs is nog ver, etc. etc.

Verder hebben wielrenners een soort Google Maps in hun hoofd, waarin ze alle plaatsen die er toe doen opslaan. Ze bestuderen op kaarten waar de gevaarlijke punten zijn en hoe de aankomst er uitziet. Voor belangrijke etappes gaan ze op studiereis om de beelden, iedere bocht, verkeersdrempel, rotonde in hun hoofd te prenten. Ze kennen iedere herder en zijn berggeiten, weten hoe laat de TGV van Parijs naar Nice langskomt.

Mollema niet, die zegt:  “Voor me rijdt een motor, ik hoef alleen te volgen en zolang hij voor me rijdt, zit ik op de goede weg.” En “De Mont Ventoux is gewoon een berg, je begint beneden en dan ga je naar boven en aan beide kanten staat publiek. Dus er kan niet veel mis gaan.”

Zo houdt hij ruimte over in zijn hoofd. Hij gaat op bed liggen trekt zijn Feyenoordpyjama aan, kijkt de samenvatting van een wedstrijd van zijn club en leest een boek over economie. Het is waarschijnlijk de enige renner die, wanneer hij een vraag krijgt over de economie, een serieuze analyse geeft. Andere renners maken zich er lachend vanaf met de opmerking dat het leven een kwestie van afzien is. Etappe na etappe, dag na dag.

Maar wat ik eigenlijk wilde vertellen: De enige cijfers die zijn gebleven, zijn sportcijfers. Uitslagen van wielrennen, voetbal, korfbal, hockey, zwemmen, schaatsen en zelfs van de laatste 20 WK”s curling weet ik feilloos de top-3 op te noemen. Zo kan het gebeuren dat ik me op de rustdag afvraag, wie de nummer 100 is van het klassement en wat de cijfers zijn die daar bij horen.

De nummer 100 van het algemeen klassement is:
Jérôme Coppel
Geboren 6 augustus 1986
Lengte: 1.78 m
Gewicht: 64 kg
Team: Cofidis

Zijn beste klassering in de Tour de France is de 11e plaats (bron: Nu.nl Sport) in 2011. Dat deed hij als lid van het Sojasunteam. Hij won verschillende kleine etappewedstrijden: de Ster van Bessèges, de Ronde van Murcia, Ronde van Gevauden, Circuit des Ardennes, Rhône-Alpes Isère Tour en wat kleine Franse wedstrijden. Bij de junioren en beloften werd hij verschillende malen Frans kampioen tijdrijden en werd hij twee keer 3e bij het WK tijdrijden.

De 11e plaats in de Tour de France van 2011 wordt overigens tegengesproken op verschillende Wikipagina”s. Op de Franse zou hij 13e zijn geworden, op de Nederlandse 14e, net als op de Spaanse, Deense en Duitse. Op de Finse staat weer de 13e plaats. Op de Catalaanse en Japanse wiki is hij weer 14e. Het enige wat ik kan lezen op de Japanse site zijn de getallen en bij 2011 staat 14e. Ik ga er voor het gemak van uit dat dit: ツール・ド・フ総合14位 14e plaats in de Tour de France betekent.

Op www.opiniepeilers.nl staat een lijst met renners die voor aanvang van de Tour 2009 nog niet betrapt waren op doping. Op die lijst verkeert Coppel in het illustere gezelschap van Lance Armstrong en Dennis Menchov en delen ze de vermelding “nog niet betrapt op doping” achter hun naam.

Tot slot zijn er 4 Facebookpagina´s te vinden op zijn naam, waarvan drie leeg en één met een foto van de wielrenner. Natuurlijk heb ik een vriendschapsverzoek gestuurd. Als hij toehapt is hij mijn 2355e vriend. Dat lijkt veel. Maar wanneer iemand er om vraagt, kan ik ze allemaal opnoemen zonder te haperen. Daarmee neem ik natuurlijk wel het risico dat er in mijn hoofd nog slechts plaats is voor Facebookvrienden en dat andere ruimtes noodgedwongen in moeten krimpen.

Laatst toen iemand me wat vroeg, begon ik achteloos die lijst met namen op te dreunen. Misschien moet ik de 524 Nederlandse en Vlaamse bibliotheken schrappen.

Harry Zevenbergen
Laatste berichten van Harry Zevenbergen (alles zien)