Het is 1982. De zomer waarin Bernard Hinault z’n vierde Tour wint. De zomer waarin Peter Winnen opnieuw zegeviert in de bergen, in Morzine deze keer. En de zomer waarin drie (!) Nederlanders in de top-4 van de Tour eindigen.
Ik ben bijna acht en zeg tegen mijn ouders dat ik maar eens een racefiets ga kopen.
De onderhandelingen monden uit in een compromis: tot mijn tiende verjaardag leg ik wekelijks mijn zuurverdiende zakgeld opzij. Het bedrag dat ik zo in twee jaar bij elkaar spaar, zal door mijn ouders worden aangevuld tot de prijs van een heuse wielrenfiets. Met krom stuur dus. En nog belangrijker: zonder spatborden, bellen, lampen en andere gewone-fietsen-onzin.
Op 5 augustus 1984 ben ik om half vijf wakker. Ik breng geduld op tot tien over half. Dan sluip ik naar beneden in mijn Ajax-pyjama. Deur naar de woonkamer open en weer dicht, ssst, heel zachtjes. Hij piept en kraakt. Even luisteren, boven blijft het stil gelukkig. Dan pas durf ik te kijken. En ja, daar staat ‘ie, midden in de woonkamer. Blauw. Blinkend, glimmend, en overduidelijk gloednieuw. Een Peugeot-fiets. Met krom stuur en zonder onzin. Dezelfde als die van mijn papa.
Hij is prachtig.
De jaren daarna rijd ik ontelbare rondjes door de wijk, door Uden, en – samen met mijn vader – door het Brabantse land. Twee mafkezen met korte broeken, hoog opgetrokken kousen en wielerpetjes, sprintend bij ieder plaatsnaambordje. Meestal win ik. Wat nou zadelpijn, ingeslikte vliegen en mijn eerste hongerklop? Het zijn de mooiste dagen van mijn leven.
De passie blijft, ook als ik ouder word. Ik ben een jaar of vijftien als ik op school een leeslijst moet samenstellen. Ik kies De Renner. De schrijver, ene Tim Krabbé, zegt me niets. Maar het is een prima titel. Na de eerste zin valt mijn mond open. Een paar uur later, na de laatste bladzijde van het boek, sluit ik ‘m weer. Dit is geen literatuur. Dit is niet saai. Dit ben ik! Tim Krabbé is Sander, Sander is Tim Krabbé. Wielrenners onder elkaar. Omringd door niet-wielrenners. Mensen met lege levens, die denken dat wielrennen hard fietsen is.
Ik lees De Renner nog 346 keer en Tim Krabbé wordt mijn held.
En zoals dat gaat met helden, dondert Tim De Renner van zijn voetstuk.
Het duurt een hele tijd, om precies te zijn 22 jaar, maar de klap is er niet minder hard om. Op zondagavond 11 maart 2012, iets voor achten, zit ik klaar voor de aflevering van ‘BenaliBoekt’. Mijn mond zakt vrijwel onmiddellijk open. Ik zie en hoor een zelfvoldane oude man in een smakeloos Amsterdams appartement op een plastische, rationele manier vertellen over zijn bekendste boek. Het gaat over raamvertellingen, het kiezen van een wedstrijd als ‘decor’, en over anekdotes die hij dan weer hier, dan weer daar ‘plakt’. En het ergste: hij maakt mij deelgenoot van het ordinaire schaafwerk dat leidde tot enkele van de mooiste zinnen van de Nederlandse literatuur.
Hé Tim, ik weet niet of je het doorhebt, maar we hebben het hier wel over mijn Wielerbijbel, hè?!
Pas een halfuur later, bij de aftiteling, sluit ik mijn mond. Weg held, weg droom, weg jeugdsentiment.
Godver.
Ik vond het boek beter.
Blueonbike.nl heeft “De Renner” van Tim Krabbé uiteraard in opgenomen in de webshop.
- Hersenschudding - 01/09/2022
- Lijst van dingen die ik de komende 15 jaar kan doen in de maand juli - 03/07/2021
- Echte mannen knuffelen - 01/07/2021
Wat een naar, egoïstisch stukje.
Prachtig!
Naïviteit is soms leuk, maar het besef dat een goed boek voor 10% gemaakt wordt op inspiratie en voor 90% tot stand komt met transpiratie mag een schrijver van stukjes toch niet verrassen. Ik vond het prachtig om te zien hoe een boek wat leest als een spontaan verslag heel zorgvuldig is samengesteld. Een ambachtsman te zien werken is altijd inspirerend. Als je vervolgens zelf probeert het ook zo te doen omdat het toch maar ‘handwerk’ is blijkt dat het echt niet zonder die 10% inspiratie kan en dat ook het ‘handwerk’ zo simpel nog niet is.
Het blijft een prachtig boek om te lezen, zeker als je de ontstaansgeschiedenis voor een klein stukje ziet.
Nalezend wat ik hierboven geschreven heb, besef ik dat ‘schrijver van stukjes’ denigrerend over kan komen. Dat is niet zo bedoeld. Simpelweg ‘schrijver’ had volstaan.
Eric, stukjesschrijver vind ik een mooie benaming hoor! :-)
En over je eerste opmerking: natuurlijk weet ik dat het zo gaat. Ik schaaf en puzzel ook. Maar in dit geval had ik het liever niet geweten. Ik had graag de illusie in stand gehouden dat het ‘vanzelf’ ging. Moeiteloos. Het is zo lichtvoetig en raak geschreven… Ik had gewoon niet moeten kijken…;-(
Te gek stuk!
Het is net als bij een goede mop; die moet je niet uitleggen.
Mooi trouwens, die sensatie van je eerste racefiets!
En wat als de raamvertelling een kader, een frame was geweest? Waarbij de keuze van de buizen en de lugs bepalend is voor de kwaliteit ervan?
Je ervoer Tim blijkbaar als een zelfgenoegzame oude man. Dáár zit de pijn.
Ook, Fabio, maar toch vooral in de ontnuchtering. In de klinische manier waarop hij over dat meesterwerk sprak. In alle opzichten is de droom uiteengespat.
De werkelijkheid is anders dan de fantasie… ook een birljant boek , daar moest aan gewerkt worden. Eigenlijk snap ik niet zoveel van dit stuk. Nu ja, dit: de schrijver heeft een romantisch beeld in het hoofd, en daar mag niet aan getornd worden?! Zoiets. Wel, dan had de tv uitgemoeten. Overigens heeft Krabbe zich in vele vele interviews en op zijn site uitgelaten over het ambacht van schrijven. Dus wie een liefhebber is, had dit al die jaren al kunnen weten. Wat is toch dat gedroom over helden ? een vlucht?
Je vat het goed samen, renzo. :-)
Ik beschrijf inderdaad mijn persoonlijke, hoogst subjectieve beleving van (bij?) deze documentaire. Maar in tegenstelling tot wat je zegt mag Iedereen van mij tornen aan van alles. Krabbé mag van mij op tv het schrijfambacht laten zien in 34 delen, ook prima. Maar juist bij De Renner, het boek dat zo nauw verweven is met mijn misschien wel mooiste jeugdherinneringen, had ik het liever niet gezien.
Enne… ben blij dat ik al die interviews met hem nooit eerder had gezien. Dan was de magie al eerder ‘geklapt’.
Vergeet niet dat Tim Krabbé een genie is ! Lees zijn andere boeken ook maar eens.