Illustratie: Wijtze Valkema, Bamseontwerpt.nl

Illustratie: Wijtze Valkema, Bamseontwerpt.nl

Wielertoeristen komen in verschillende soorten en maten. Als voorpublicatie van het boek Draag Nooit Een Gele Trui worden de komende maand vier van die wielertypes voorgesteld. Met om te beginnen de verwarde man op de fiets: De Zonderling.

Er zijn van die mensen die altijd plek hebben in de trein. De zonderlingen naast wie niemand wil zitten. Maar wat doe je als ze bij jouw groepje aansluiten? Want ze zitten ook in het peloton: de gekken.

Doorschijnende bilspleet

Ze zijn te herkennen aan een totaal gebrek aan decorum. Ze rijden rustig met de bretels over hun bovenkleding. In plaats van een zadeltasje hebben ze een heuptasje. Ze rijden met een ossenkopstuur of een triatlonstuur dat bijna verticaal omhoogstaat. Er zitten (restanten van) rare dingen op hun fiets geschroefd. Ze hebben gaten in hun kleding op gênante plekken. Ze dragen geitenwollen sokken. Soms dragen ze normale schoenen. De temperatuur en de kleding worden niet op elkaar afgestemd, een lange broek met dertig graden of een korte broek rond het vriespunt, het kan allemaal. De broek schijnt bij de bilspleet door. De helm staat vaak achter op hun hoofd. In hun achterzak zit een ongepelde sinaasappel, in hun bidon hebben ze koffie.

Fietsende vrouwen leren het type kennen als ze op een heuveltje plots een hand tegen hun billen aanvoelen. Hij gaat ze dan even ongevraagd ‘een duwtje geven’.

Ook de vieze, oude man valt in de categorie zonderlingen. Fietsende vrouwen leren het type kennen als ze op een heuveltje plots een hand tegen hun billen aanvoelen. Hij gaat ze dan even ongevraagd ‘een duwtje geven’, al dan niet strelend over de bips. Zit er een vrouw in de groep, dan heb je geen last meer van de vieze, oude man, hij heeft alleen nog maar aandacht voor haar. Met de gekken is sowieso geen gesprek te voeren. Af en toe zeggen ze wel wat, maar op het antwoord reageren ze niet meer.

Wapperende speekselslierten

En dan is er nog hun vreemde gedrag in de groep. Niet zelden rijdt de Zonderling alsof de duivel hem op de hielen zit. ‘overnemen,’ schreeuwt hij vanaf de kop, terwijl speekselslierten uit zijn mond wapperen. Achter hem kijken fietsers verbaasd naar elkaar. Met een goed tempo is niks mis, maar waarom de gek plots ver boven zijn omslagpunt is gaan fietsen en kop over kop wil gaan rijden blijft een raadsel.

Het loopt er vaak op uit dat hij zich vijf tot tien minuten helemaal kapotfietst en dan uitgeput en mokkend terugzakt. Meestal herhaalt dit fenomeen zich nog enkele keren, totdat de Zonderling al zijn energie heeft verspild. Het kan zijn dat hij na afloop gaat klagen dat er niet werd overgenomen, dit kan het beste worden genegeerd, er komt toch geen goede verklaring waarom het op dat moment zo hard moest.

In het ergste geval stinkt de Zonderling ook nog eens. Zo’n schrale zweetgeur die zijn slipstream vult. Uiteindelijk wil niemand achter hem fietsen. Wanneer hij niet als een idioot op kop aan het sleuren is, zal hij dus al gauw achter in de groep fietsen. We begrijpen hem niet en waarschijnlijk zal hij ons ook nooit begrijpen.

Rijdt op een: merk waar je nog nooit van hebt gehoord, mogelijk het huismerk van de Aldi.
Valt te vergelijken met: Michael Rasmussen, David Clinger.
Draagt: de vreemdste kleding, niet noodzakelijk wielerkleding.

Volgende week: De Bolle

dnegtOp 23 april verschijnt het boek Draag Nooit Een Gele Trui met daarin een beschrijving van zestien wielertypes. Daarnaast geven veertien (ex-)profs, waaronder Karsten Kroon, Laurens ten Dam, Johan Museeuw en Erik Breukink, hun mening over de wielertoerist en diens ongeschreven regels. In het boek staan reportages (op clinic met Henk Lubberding, baanwielrennen in Büttgen), adviezen (hoe passeer ik bejaarden, wat te doen als je partner wielrent), de retroliefde (Gios) en een update van De Fiets en Zijn Baasje. Draag Nooit Een Gele Trui verschijnt bij Uitgeverij Nieuw-Amsterdam.

Alex van der Hulst