Dat Roy Schuiten op z’n minst een ietwat vreemde vogel was, had ik eerder gehoord en gelezen. Dat zijn fratsen soms nog vreemder zijn dan je had kunnen bedenken, wist ik niet. Ik lees het in het meest recente nummer van De Muur, dat in z’n geheel is gewijd aan het leven van het in 2006 overleden megatalent. Mijn interesse in het Nederlandse wielrennen van de jaren zeventig en tachtig én de nogal eens onnavolgbare acties van Schuiten zorgen er voor dat ik het door Peter Ouwerkerk opgetekende verhaal in één ruk uitlees.
Zo’n actie is er bijvoorbeeld in de rit naar de wielerbaan van Roubaix in de Tour de France van 1977. Peugeot-renner Jean-Pierre Danguillaume is ontsnapt en wordt op de baan achtervolgd door Schuiten die de Fransman nadert maar in de voorlaatste bocht ineens omhoog stuurt. Na afloop verklaart hij tegenover journalisten ‘dat hij bang was geworden toen hij ook het peloton achter zich de baan op zag oprijden. Bang dat ze hem zouden opslokken en dat hij dan ten val zou komen.’ Weg mogelijke ritzege…
‘Etalagecoureur. De tragische ondergang van Roy Schuiten’, zo heet het nummer van De Muur dat je gerust een boek kunt noemen. Het is deels het verhaal van Peter Ouwerkerks zoektocht naar antwoorden op vragen over het gedrag van Schuiten en dat van zijn omgeving. Een worsteling is het. In elk geval: dat lijkt het voor Ouwerkerk die niet in alle gevallen antwoord krijgt op zijn vragen en dus verstoken blijft van wederhoor, iets dat de journalist in hem niet zint. De auteur neemt daarom een e-mailwisseling met de ex van Schuiten op in het boek. Journalistiek verantwoord maar het komt op die plek en op manier de leesbaarheid niet helemaal ten goede.
Het markeert wel het dramatische einde van Schuiten die in eenzaamheid sterft. Hij is dan pas 55 jaar.
Eind 1974 zag het er allemaal nog zo mooi uit. Roy Schuiten stapt halverwege het seizoen over naar de profs (alleen al over die overstap is heel veel te vertellen) en wint de WK achtervolging en de hoog aangeschreven tijdritten GP des Nations en Trofeo Baracchi. Een nieuwe ster is geboren maar met en rondom Schuiten gaat er daarna vanalles mis. 1974 blijkt zijn beste seizoen te zijn geweest. Hij stopt in 1982 om daarna nog even in het wielermilieu terug te keren als ploegleider van PDM. Dat is geen succes. Het verhaal over dat avontuur én over de persoon Schuiten lezend, vraag je je hardop af waarom hij ooit ploegleider kon en wilde worden.
Het is allesbehalve de enige vraag die je je stelt bij het leven en de carrière van deze bijzondere vogel…
- UCI-man springt en juicht voor Jopie - 25/09/2020
- Raad het plaatje - 25/09/2020
- De spreekwoordelijke rode lantaarn - 18/09/2020
Grappig, dat verhaal viel mij ook ooit eens op, heb er toen een korte blog aan gewijd: http://sportkroniek.blogspot.nl/2013/07/12-juli-1977-danguillaume-wint-op.html
In elk geval: dat lijkt het voor Ouwerkerk die niet in alle gevallen antwoord krijgt op zijn vragen en De Muur – Etalagecoureurdus verstookt blijft van wederhoor, iets dat de journalist in hem niet zint.
Verstookt moet zijn: ‘verstoken’..
Oeps, je hebt gelijk. Heb het verbeterd.