Fietsen is levensgevaarlijk. Elk rondje op je racefiets kan je laatste zijn.

De belangrijkste reden daarvoor is dat de openbare weg wordt bevolkt door gevaarlijke gekken enerzijds en argeloze verkeersdeelnemers anderzijds. Die moet je als racefietser zien te mijden. Al is dat niet eenvoudig.

De waarheid is hard, de werkelijkheid meedogenloos, maar moet niettemin onomwonden worden benoemd. Op het gevaar van discriminatie [1], veralgemenisering en politieke incorrectheid af. Maar teneinde de bewustwording en daarmee verkeersveiligheid van racefietsers te verhogen, moet je de nuance soms wat laten varen.

Scholieren. Fietsen niet alleen supersloom, maar bij voorkeur met zijn drieën wijd naast elkaar. En als ze al alleen fietsen, hebben ze oortjes in en horen ze je niet, of slingeren ze met één hand aan het stuur en bedienen ze met de andere hand hun smartphone. Op het overige verkeer letten ze niet. Extra gevaarlijk: lichte brugklasmeisjes met zware transportfietsen (met zo’n krat voorop), of fietsende scholieren met een vriend(innet)je achterop. Die slingeren hevig. Extreem gevaarlijk: lichte brugklasmeisjes met zware transportfietsen (met zo’n krat voorop) die een klasgenootje of vriend(innet)je achterop hebben. En tegelijkertijd hun smartphone bedienen.

Senioren. Fietsen niet alleen supersloom, maar bij voorkeur in groepjes met zijn tweeën naast elkaar. Het eeuwige dilemma dient zich dan aan: bellen of niet? Als je niet belt en er gewoon links voorbij raast, schrikken ze en beginnen vervolgens te schelden. Niet geheel onterecht, maar als je wel belt, kijken ze eerst om, waardoor ze hun fiets onwillekeurig naar links trekken, jij er niet meer langs kunt en je hard in de remmen moet knijpen. Als ze je al horen, want ze zijn of doof, of in gesprek met elkaar. Voor ze dan ruimte om te passeren hebben gegeven, is je Strava-segment-pr al verkeken.

SUV-bestuurders. Zonder uitzondering gefrustreerde mannen met enorm kleine piemeltjes. Of vrouwen in bontjassen die de belachelijke breedte van hun auto niet goed kunnen inschatten. Waarom ze vierwielaandrijving hebben is overigens duister. Vooral in de stad vormen ze een plaag. Onbegrijpelijk.

Inparkerende automobilisten. Zijn alleen maar met zichzelf bezig en letten niet op het overige verkeer. Daar moet je dus met een hele ruime boog omheen. Bijzonder gevaarlijk zijn inparkerende vrouwen. Doen er vaak een paar keer over om fatsoenlijk in te parkeren. Heen en weer zagen zonder om zich heen te kijken. Kunnen ze niks aan doen, heeft te maken met hun rechter hersenhelft. Of hun linker, daar wil ik vanaf zijn. Extreem gevaarlijk: zojuist ingeparkeerde automobilisten. Zwaaien zonder te kijken hun linkerportier open.

Vrachtwagenchauffeurs, buschauffeurs, taxichauffeurs, bestuurders van bestelbusjes, agrariërs. Zijn beroepshalve onderweg. Denken daarom dat de weg van hen is. Daarbij geldt: zij zijn aan het werk, jij niet. Dat steekt. Rijden dus gewoon door en geven geen ruimte, laat staan voorrang. Roepen, schreeuwen of schelden helpt niet. Dat is zelfs spelen met je leven.

Wandelaars. Lopen in het buitengebied gewoon over het fietspad. Bij voorkeur met zijn drieën naast elkaar. Hetzelfde dilemma als bij de senioren doet zich hier voor. Bijzonder gevaarlijk: wandelaars met loslopende honden en/of kinderen. Oncontroleerbaar, onvoorspelbaar.

Skaters. Skaters zijn voetgangers, althans volgens de wet. Zij horen op het voetpad. Dat ze dat niet doen, snap ik. Dat ze ons fietsers daarbij vervolgens in de weg rijden, snap ik dan weer niet. Hebben vaak oortjes in, en horen je dus niet aankomen. Gaan vanwege hun vaak abominabele technische vaardigheden slechts moeizaam opzij.

Bromfietsers, motorrijders, e-bikers. Zijn meestal te onhandig voor de snelheden die ze kunnen ontwikkelen. Een gevaar voor zichzelf, maar ook voor anderen, zoals ons racefietsers.

Combinaties van bovenstaande groepen: Wandelende scholieren, senioren op e-bikes, zojuist ingeparkeerde bejaarde vrouwen in SUV’s, etcetera. Levensgevaarlijk.

Tenslotte de ergsten: wielrenners in groepen. Pelotons middelbare mannen met buiken op hele dure fietsen. Meestal uniform gekleed in lelijk clubtenue. Gaan heel hard en zijn heel breed. Monsters Trotteldrom [2]. Gaan nooit opzij. Geven ons fatsoenlijke fietsers bovendien een slechte reputatie. Mag je dus gewoon tegen schelden. Als ze je voorbij komen, zijn ze overigens wél handig…

Het leven van een fietser is niet eenvoudig. Want zijn bovenvermelde groepen volledig te vermijden in het verkeer? Nee, natuurlijk niet. Het zorgvuldig kiezen van de juiste route, het juiste tijdstip en de juiste weersomstandigheden helpt evenwel het risico van confrontatie aanzienlijk te reduceren. Maar het blijft gevaarlijk out there.

Het is telkens weer een raadsel hoe ik heelhuids thuiskom.

 

Noten:

[1] definitie: discrimineren is het onderscheid maken op basis van niet-relevante kenmerken.

[2] wie het Monster Trotteldrom niet kent: lees Marten Toonder

Frank van Dam
Laatste berichten van Frank van Dam (alles zien)