wrtourspecialIk heb de column misschien wel vijf keer gelezen, maar ik begrijp ‘m niet. Oud-wielrenner Gert-Jan Theunisse schrijft sinds begin dit jaar voor Wieler Revue en doet dat in de meeste gevallen niet onaardig. Theunisse is kritisch, heeft een eigengereide mening en gooit met enige regelmaat de knuppel in het hoenderhok.

Zo moet Theunisse weinig hebben van KNWU-voorzitter Wintels en zijn dopingconvenant. ‘Stop met het graven in het verleden, richt je op de toekomst’, aldus Theunisse. De oud-renner hekelt ook de trainers die hun renners alleen maar op wattages laten rijden. ‘Er wordt zo gecalculeerd gereden, er is gewoon geen reet meer aan’, aldus de oud-renner over de manier waarop Wiggins de Tour won. Nee, dan liever een Hoogerland of een Contador die erin vliegt en risico’s neemt.

In een nogal onsamenhangende column in Wieler Revues Tourspecial doet Theunisse een poging om te verklaren waarom de drie grote Nederlandse ploegen niet alleen matig presteren maar ook nog eens niet zo populair zijn. Eén van de remedies? Renners en ploegleiders zouden moeten stoppen met twitteren!

Theunisse: ‘Door teveel eenzijdige communicatie middels persberichten, persoonlijke- en ploegenwebsites en vooral dat vreselijke getwitter, worden pers en kijker vaak een beetje voor de gek gehouden. Met de oh-zo-belangrijke Tour de France voor de deur, lijkt het me een mooi moment voor een Social Media Stop voor renners en ploegleiders van de Nederlandse ploegen. Dan kunnen de pers en de kijker weer zelf een objectief oordeel vellen en worden we niet langer bestookt met eenzijdige voorgekauwde marketingberichtjes.’

Oké, voorgekauwde berichtjes op sites en op Twitter zijn er nog steeds. En daar valt soms best wat op af te dingen, lieten bijvoorbeeld Michael Boogerd en Leo van Vliet vorige week weten in het AD. ‘Ik lees alleen maar hoe lekker ze getraind hebben en hoe goed hun teamgevoel wel niet is. Hoe kun je daar nou blij van worden’, aldus Van Vliet. ‘Gelukkig was ik alleen na een overwinning.’

Voorgekauwd of niet, wie iets wil verzwijgen, verzwijgt dat nog steeds. Of dat nou op Twitter is of op een andere plek. Maar de kracht van social media is nou juist dat het publiek op een laagdrempelige manier kan reageren op het voorgekauwde. Ook kun je het voorgekauwde negeren en op zoek gaan naar andere, onafhankelijkere bronnen. Dat hoef ik aan de Hetiskoers-lezer volgens mij niet uit te leggen. Aan Gert-Jan Theunisse blijkbaar wel. Of heb ik het verkeerd begrepen?

Theunisse stelt dat de wat mindere populariteit van de wielersport ook komt ‘omdat de renners tegenwoordig nog maar weinig echte interviews geven’. ‘Het zijn goedbetaalde sporters en dan is openheid blijkbaar lastig. Er zitten teveel teammensen omheen en het is allemaal te strak geregisseerd.’

Wat de oud-renner met ‘echte interviews’ bedoelt, is mij niet duidelijk. De interviews in de Tourspecial, waarin ook de bewuste Theunisse-column staat, zou ik in elk geval wel in de categorie  ‘echt’ willen stoppen.

Bauke Mollema vertelt bijvoorbeeld dat hij in de Tour voor het klassement gaat maar dat hij ook best eens een risicootje wil gaan nemen voor een ritzege. In het interview pleit Mollema er daarnaast voor om  dopingzondaars, inclusief Contador,  zwaarder te straffen. ‘Contador heeft gewoon verschrikkelijk geluk gehad dat hij er zo gemakkelijk vanaf is gekomen.’

Mooi is ook het interview met Wout Poels. Uiteraard gaat het over zijn val van een jaar geleden en over het overlijden van zijn vader. Meest opvallende vond ik echter dat hij veel van de bergen die hij in Tour mag beklimmen, niet kent. De Alpe d’Huez? Klimmer Poels beklom ‘m nog nooit. ‘Soms is het maar goed om niet te weten hoe dat gaat. Ik ben niet zo van het parcours bekijken. Om zo’n col eens rustig op te rijden, daar heb ik geen tijd voor. Altijd wedstrijden, hè? Of trainen.’

Hoe echt wil je het hebben? Of verwacht je van de heren Poels en Mollema elke week zo’n echt interview?

Jos van Nierop
Laatste berichten van Jos van Nierop (alles zien)