Jan Ullrich won de Tour de France in 1997. Hij onttroonde Bjarne Riis, tussenpaus na het tijdperk Miguel Induráin. De jonge Duitser was van een andere orde, een nieuwe Induráin maar dan beter. Ik had dan ook direct een hekel aan hem. Hij zou de Tour niet vijf, maar misschien wel zes of zeven keer winnen, zoveel was zeker. Maar in 1998 liet Ullrich zijn ware gezicht zien en vanaf dat moment was ik fan.

Het was de Tour Dopage, daar is al veel over gezegd en gezwegen. Politie-invallen, arrestaties, auto’s vol EPO. Maar in de Tour van 1998 werd ook gefietst, en hoe. De vijftiende etappe over de Col de la Croix-de-Fer, de Col du Télégraphe, de Col du Galibier met finish op Les Deux Alpes leverde een apocalyptische strijd op. Het was de eerste keer dat Jan Ullrich de Tour verloor. Hij zou de Tour niet vijf of zes, maar wel zeven keer verliezen.

Tolstoi begon Anna Karenina met een van de beroemdste openingszinnen in de wereldliteratuur: “Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, maar ongeluk wordt door allen op eigen wijze gedragen.” Ik denk aan Jan Ullrich. “Alle winnaars lijken op elkaar, maar verlies wordt door allen op eigen wijze gedragen.”

Terug naar Les Deux Alpes 1998. Een ontketende Marco Pantani valt aan op de flanken van de Galibier en poetst zijn achterstand van drie minuten op de gele trui in rap tempo weg. Bobby Julich vecht daarachter mee om de Tourzege en Michael Boogerd hangt bij de Amerikaan aan het elastiek. Ver in het achterland heeft Ullrich het koud. Als een geel hoopje ellende wordt hij door de oude Riis naar de finish gesleept en de kruisgang duurt lang. Weinigen droegen hun verlies mooier dan Ullrich en nooit deed hij dat mooier dan zijn eerste keer.

Leo Aquina
Laatste berichten van Leo Aquina (alles zien)