Michael BoogerdMichael Boogerd (28 mei 1972)

Natuurlijk ben ik Michael Boogerd niet vergeten. Sterker nog, er gaat vrijwel geen dag voorbij dat ik niet aan hem denk, al is het maar heel even. Op dezelfde manier dat ik nog bijna elke dag aan mijn vorige vriendin denk, en die is al weer meer dan twintig jaar uit mijn leven verdwenen. Het zijn kortstondige momenten van peilloze verwondering. Vragen, vragen.

Als ik mijn trainingsrondjes fiets, in de omgeving van Den Haag, hoop ik hem altijd tegen te komen. Een absurde hoop, ik weet het, hij woont niet eens in Den Haag, maar ik heb al jaren zoveel vragen aan Michael. En antwoorden krijg ik er niet op. Zijn biografie Boogie levert die antwoorden evenmin. Van dat boekje word ik niet wijzer.

Michael Boogerd was jarenlang het boegbeeld van het Nederlandse wielrennen. De ultieme verpersoonlijking daarvan zelfs: altijd aanvallen, maar nooit een echt grote koers winnen. Ja, Parijs-Nice, de Amstel Gold Race, de Brabantse Pijl, dat werk. Twee onbeduidende Touretappes. Prima hoor, daar niet van, maar een echt, écht grote koers: nooit. Geen Luik, geen Lombardije. De frustratie daarover moet toch jarenlang als een zwarte wolk om hem heen hebben gehangen. Misschien heeft hij een paar keer na afloop (Gvd! wéér tweede, of derde) de Rabobus verbouwd, dat zou me niks verbazen, maar ik weet het niet.

Jarenlang zat ik schreeuwend en nerveus voor de buis, Michael Boogerd moest en zou toch eens één van deze topklassiekers moeten winnen. Ik weet nog goed dat Adrie van der Poel wereldkampioen werd bij de veldrijders. Na zes keer tweede te zijn geworden, was de ontlading groot, zowel bij Adrie als bij mij als fan. Die bevrediging, ja die rechtvaardigheid zelfs, wilde ik ook bij Michael Boogerd zien. Maar nee, het was me niet gegund. En hem ook niet. De wereld is nu eenmaal niet rechtvaardig.

Dat moet toch geweldig aan hem gevreten hebben? En misschien nu nog wel. Ik zou het hem zo graag willen vragen, en ik wil hem horen vloeken en tieren als hij mij antwoordt. Ik wil geen lach zien, geen relativering horen.

Inmiddels is er een vraag bijgekomen. Stichwort Wien, zouden de Duitsers zeggen.

Michael Boogerd is een beklagenswaardige figuur. Ik heb in deze duistere tijden ongelooflijk met hem te doen. Die verstikkende omertà. Dat web van leugens en halve waarheden. Er moet toch een moment komen dat hij de hele ellende eruit zal kotsen. Een afrekening met alle frustratie. Een totale reiniging, een catharsis, een reset. Man, wat zal dat opluchten.

Het zal hem voor mij weer die geweldige kerel maken die ik altijd in hem heb gezien. Eindelijk winnaar. Om nooit te vergeten.

Frank van Dam
Laatste berichten van Frank van Dam (alles zien)