Gezocht: buitenlanders die hard met een fiets door modder kunnen rijden. Dat moet zowat de samenvatting van het WK veldrijden zijn.

Zes Belgen op kop bij het WK veldrijden. Foto: John den BraberMoeten we als Belgen nu blij zijn en een polonaise inzetten omdat we met zeven renners binnen de eerste zeven eindigden? Of moeten we dat succes wat relativeren en het jammer vinden dat de sport waarin we excelleren bijna dood is? Zondag werd alvast gekozen om een polonaise in te zetten. Al hoeft dat niet te verbazen: wie veldrijden zegt, zegt pensenkermis. En wie pensenkermis zegt, zegt polonaise.

(Inter)nationaal
Aan de deelnemerslijst lag het alvast niet. Aan de start stonden onder meer een legertje Tsjechen, Zwitsers, Nederlanders, Fransozen, één eenzame Venezolaan en een Turk zonder fiets. Dat voor hen niet meer dan een figurantenrol is weggelegd, is de rechtstreekse aanleiding voor de suprematie van de Belgen. Niet dat de atletische prestaties van de veldrijders moeten geringschat worden. Veldrijden is topsport, laten we daar vooral niet aan gaan twijfelen. Waar je wel aan kan twijfelen, is waar de sport naartoe gaat. Zeker als het WK meer weg heeft van een BK.

Sneeuwfietsen
Stel dat Oostenrijk van vandaag op morgen beslist dat achteruit door de sneeuw fietsen een nieuwe discipline is. Heel leuk voor de Oostenrijkers natuurlijk, maar verdienen ze dan ook een WK en erkenning van de UCI? Zeker als na verloop van tijd blijkt dat enkel Oostenrijkers uitblinken in de sport en bijna uitsluitend Oostenrijkers de weg naar de apfelstrudel- en Jägermeisterkraampjes langs het parcours vinden en er al alpenhoornblazend voor sfeer zorgen. Daar ligt de rest van de wereld niet wakker van, en dus heeft de UCI een probleem. Bij het veldrijden is het natuurlijk enigszins anders gelopen. Maar de sport die eens nog uit een sterk internationaal veld bestond, dreigt te verglijden naar bovenstaand van de pot gerukt voorbeeld. De sport loopt het gevaar om zichzelf vast te rijden in regionalisme.

Redding uit het noorden
Pat McQuaid maakt zich alvast niet te veel zorgen. Het probleem lig er volgens hem in dat beloftevolle buitenlandse veldrijders al vroeg de stap naar de weg zetten, waar de Belgische jongens de Vlaamse klei niet ontgroeien. Dat het WK volgend jaar in het Amerikaanse Louisville plaatsvindt, is volgens de Ier een goeie stap in de internationalisering van de sport. Of de Ier dezelfde mening is toegedaan als volgend jaar zeven Belgen bij de eerste zeven eindigen in Kentucky, valt af te wachten.

Wat er ook van zij: er is nog een lichtpuntje. Hét nieuws van het weekend is niet dat zeven Belgen iedereen naar huis hebben gereden. Wat zaterdag gebeurde, is misschien wel belangrijker. De zeges van Nederlanders van der Poel en van der Haar, bij respectievelijk de junioren en beloftes, houden immers in dat de Vlamingen ‘hun’ sport de komende jaren kunnen bestendigen. Dat de cross in de nabije toekomst weer wat internationale glans en strijd krijgt. Waarvoor dank.

Frederik De Brant