Er was een tijd toen Greg nog gewoon André was.

Als ik Greg Van Avermaet in de koers zie, moet ik altijd direct aan hem denken. Elke keer. Ik zie Greg, en daar is ook hij. Gisteren had ik het weer. Natuurlijk had ik het gisteren weer. Als ik Greg zie, dan denk ik aan André.

André Dierickx, uit Oudenaarde, werd profrenner eind jaren 1960. Hij reed voor Goldor Gerka, daarna voor ploegen met heel mooie truitjes: Flandria (denk je daar ook aan als je de mannen van Lotto-Belisol ziet rijden?), Watney, Peugeot, Rokado, en – natuurlijk – Ijsboerke. André was geen pannenkoek. In 1970 won hij Nokere Koerse. Dan kun je fietsen.
Maar André won vooral niet.

Dit is – kort samengevat – zijn erelijst: Milaan-San Remo een veertiende en achtste plaats. Parijs-Roubaix: vierde, tweede, zesde, derde. Amstel Gold Race: derde, zesde, vierde. Lombardije? Vijfde! Parijs-Brussel? Vooruit, dan maar: vierde, derde, vijfde, vijfde, zesde, derde. Waalse Pijl? Negende, achtste. En, wacht even? Twee keer winnaar.

André was er altijd bij, in de tijd van Merckx, De Vlaeminck, Gimondi, Godefroot, Verbeeck. In de kopgroep, net na de kopgroep, in de spurt. André deed mee. Altijd en overal. Ik kijk naar heerlijk nostalgische prentjes van toen. En ik herken André. Een wat weemoedige kop, vind ik nu. En eigenlijk niet de kop van een winnaar. Maar dat is larie, dat weet ik zelf ook. Had André (veel) gewonnen, dan had hij gewoon de kop van een winnaar.

In 1972 reed André alweer een sterk klassiek seizoen: achtste in San Remo, zesde in de Gold Race.

En, natuurlijk: tweede in de Ronde van Vlaanderen.

Een week later werd hij, al even natuurlijk, tweede in Parijs-Roubaix.

Als dat Greg maar niet op ideeën brengt.

Filip Osselaer
Laatste berichten van Filip Osselaer (alles zien)