avclassic Vorig jaar was het Thijs Zonneveld zijn eerste jaar als koersdirecteur en voerde hij direct een aantal innovaties door, zoals camera’s op de fiets en een ander parcours. Naast een naamsverandering – Dutch Food Valley Classic werd Arnhem – Veenedaal Classic – waren er dit jaar meer innovaties. Het Is Koers! kijkt met koersdirecteur Thijs Zonneveld terug – en vooruit – op de innovaties in het wielrennen, in het bijzonder op deze Classic.

Dit jaar was er voor het eerst sinds een aantal jaar geen massasprint, een uitkomst van een meer onvoorspelbare koers. “Het koersverloop was echt onvoorspelbaar. Dat was ook een van mijn doelen toen ik begon als koersdirecteur. Vorig jaar was er al meer strijd onderweg, en nu zag je dat nog meer. Dat maakt het ook veel leuker voor het publiek. Nu was het leuk om de hele koers te kijken, in plaats van alleen de laatste vijftien minuten.”

Ondanks de geslaagde opzet om een spannender koers te krijgen door aanpassingen aan het parcours, is niet gezegd dat dit nu ongewijzigd blijft . “Qua parcours is er voortgeborduurd op vorig jaar en zijn er meer rondes over de Posbank. Dat maakt het sportief interessanter, omdat er meer klimmen zijn. Zo kan het publiek de renners vaker langs zien komen. Bij een koers als deze kun je niet verwachten dat mensen lang gaan wachten om de renners één keer 30 seconden te zien. Volgend jaar blijven we ook weer met ploegen van zes renners rijden omdat dat een succesvol ingeslagen weg is gebleken. Er waren nu nog werkzaamheden op bepaalde plekken, dus de plaatselijke ronden in Veenendaal kunnen nog beter. Eventueel zou Veenendaal – Arnhem ook kunnen, maar dat moet nog onderzocht worden. We gaan nu zien wat er uit de evaluaties komt. De koers is nooit af.”

Vorig jaar had de Dutch Food Valley Classic een primeur door gebruik te maken van beelden vanaf de fiets, met toestemming van de internationale wielerbond. Dit werd vervolgens ook gedaan in grotere koersen zoals de Ronde van Californië, de Ronde van Zwitserland en de Tour de France. Op het gebied van de beelden vanaf de fiets is er volgens Zonneveld ook nog veel te winnen: “Het ligt niet aan ons dat er nu beelden vanaf de fiets gebruikt zijn, maar vorig jaar hebben mensen het wel kunnen zien. We proberen een steentje bij te dragen aan het innoveren van de sport – door te laten zien hoe het er in het peloton aan toe gaat hopen we dat meer mensen – ook jongeren – naar wielrennen gaan kijken. Het enthousiasme leidde er wel toe dat ontwikkelingen in een stroomversnelling kwamen. Dit jaar zijn we een stap verder gegaan. Vorig jaar werden ze gebruikt in de samenvatting, maar dit jaar hadden we ook livebeelden. Door het noodweer waren de camera’s verzopen toen de live-uitzending begon, en juist toen keken de meeste mensen. We weten nu dat de technologie werkt. Nu moeten we werken aan de werkbaarheid. Dit soort dingen moeten eerst tien keer fout gaan, voordat het goed kan gaan. Dan zal Tour de France er ook in willen investeren. Maar hoe mooi zou het zijn als je tijdens de etappe naar de Champs-Élysées naast de klassieke uitzending op een tweede scherm kan kijken naar de Kittelcam?”

Veenendaal – Veenendaal was eerder een wedstrijd van het niveau 1.HC. Sinds 2005 is deze gedegradeerd tot een koers van het niveau 1.1. Een koers die niet alleen voor sprinters aantrekkelijk is, maar die ook bekend komt te staan als een wedstrijd waar bovengemiddeld veel aandacht is voor de renners en hun veiligheid, zou kunnen rekenen op meer aanwezigheid van grotere ploegen en op een hogere waardering. Volgens de koersdirecteur kan het één het ander versterken: “Het is vaak een kip-ei-verhaal. Het belangrijkste is dat de we de koers op een duurzame manier beter maken. Door verschillende ingrepen en activiteiten eromheen is het gelukt om het bestaansrecht te verzekeren. Belangrijk is om nu door te ontwikkelen voor het publiek en ook aan de andere kant voor de ploegen. Zo kregen de ploegen dit jaar betere faciliteiten, doordat ze konden slapen in Papendal. We willen ook met de activiteiten verder gaan. Volgend jaar komt er bijvoorbeeld een scholenproject in Arnhem en Veenendaal over wielrennen. Op die manier koppel je topsport aan breedtesport en wordt zo’n koers relevanter voor een groter publiek. Dat soort zaken zie je niet in een tv-uitzending. Maar als je als koers een meer prominente plek inneemt, zal de media-aandacht ook vanzelf beter worden.”

De toertocht die op dezelfde dag als de koers werd gehouden kon dit jaar niet doorgaan vanwege een te laag aantal inschrijvingen. Volgens Thijs Zonneveld heeft dit vooral te maken met de dag en de datum van de koers, die ook voor andere zaken lastig is: “Bij andere koersen zie je de toertocht vaak op een andere dag. Wij wilden de toertocht per se op de dag zelf om zo de koppeling tussen topsport en breedtesport te houden. Hoe leuk mensen het ook vinden, vaak moet men simpelweg werken en kan dan niet meedoen. Daarnaast is een andere plek in het seizoen misschien ook beter. Veel grotere ploegen hebben verplichtingen elders en starten daarom niet hier. Voor het plan van vorig jaar om Marianne Vos mee laten doen geldt hetzelfde, want zij reed met haar team dit jaar in Zweden op de dag van de koers. Wellicht kan het volgend jaar.”

De organisatie van de koers heeft laten zien dat de experimenten niet bij één jaar zijn gebleven en dat er met langetermijnvisie wordt gewerkt aan een betere koers. Het komende jaar zal aantonen of de vernieuwingen van de Arnhem – Veenendaal Classic worden overgenomen door andere koersen. We kunnen er in ieder geval op rekenen dat de Arnhem – Veenendaal Classic ook komend jaar door zal gaan met innovaties voor de wielersport.

 

Frans de Vries