‘Jij vindt jezelf heel wat. Maar waarom? Wat maakt jouw mening zo interessant dat je die op internet denkt te moeten plaatsen?’
Bam. Het was niet De Vriendin (zou-Frank-Heinen-zeggen) die me even met beide beentjes op de grond zette. Nee. De vraag werd me gesteld door een bekende Nederlandse wielrenner. Hij belde me zaterdagochtend op naar aanleiding van mijn stukje op Hetiskoers! over het boek van Thomas Dekker.
Hij was ‘boos, geschrokken en gekwetst’. Dat ik hem in de dopinghoek duwde.
Het was geen makkelijk gesprek. Veel verwijten over en weer.
Toen we opgehangen hadden met de woorden ‘Goed, we gaan elkaar niet vinden vandaag’, sloeg ik van de weeromstuit eerst een fles whisky achterover, waarna ik naar de hoofdredactie van Hetiskoers! appte dat ‘we er nu in ieder geval echt bij horen’.
Vervolgens ging ik nog eens rustig na wat er allemaal gezegd was. Het zat en zit me wel dwars namelijk.
Tijdens het gesprek verweerde ik me tegen het verwijt ‘niet journalistiek bezig te zijn’ en ‘me niet aan de feiten’ te houden met de opmerking dat ik geen journalist ben, maar een columnist, een blogger. En het kenmerk van een blog is dat die in 99,9 procent om iemands persoonlijke mening of indruk gaat. Om iemands individuele kijk op de wereld.
Of dat interessant is? Dat is een goede vraag. De fraaie bezoekcijfers van Hetiskoers! geven hierop bijna dagelijks een bevestigend antwoord. Tegelijk doet die vraag er eigenlijk niet echt toe. Waar het om gaat, is dat mensen hun mening of hun visie op gebeurtenissen tegenwoordig online kunnen zetten. Via Twitter, Facebook of – pak ‘m beet – Hetiskoers! En zo’n stukje kun je lezen of niet. Het hoeft niet. Het is maar een mening.
De blogger of columnist heeft daarbij overigens wel een plicht: hij moet zijn mening of indruk goed en logisch beargumenteren. En liefst ook een beetje soepel verwoorden. En tegelijk moet hij duidelijk maken dat het slechts om een mening gaat. Domme laster of onjuiste beschuldigingen verspreiden, als ware het de waarheid, dat is niet zoals het hoort. En kan mensen beschadigen.
Ook hier genoeg voorbeelden van in het wielerwereldje, maar dat terzijde.
Maar goed, ik bleef nadenken over de opmerking. Vooral ook omdat hij eraan toevoegde dat Hetiskoers! zo invloedrijk is dat mensen alles geloven wat er staat. Dat de blog richtinggevend is. Daar had ik tijdens het gesprek niet direct een goed antwoord op, al voelde ik dat er iets niet klopte aan dat verwijt. Nu – enkele dagen later – weet ik dat antwoord wel: wie zoiets zegt, onderschat de lezer. Alsof mensen het eerste de beste columnistenmeninkje klakkeloos overnemen. Dat is niet zo. Denk ik. Sterker nog: dat weet ik zeker, gezien de vele reacties van lezers die het niet met me eens waren. En dat niet bepaald onder stoelen of banken staken.
Wat is dan wel de functie van de blog of de column? Waarom zou iemand zijn mening in de krant of op Hetiskoers! zetten? Niet met het idee dat hij met die mening even alle lezers zal overtuigen en zal uitleggen hoe de wereld in elkaar steekt. Tenminste: dat is niet mijn insteek. Ik denk dat een blog of een column een radertje is in een groter geheel. En daarom ook meer is dan kroegpraat. Het is een stap op weg naar meningsvorming over een ingewikkeld onderwerp. Een onderwerp dat je vanuit verschillende kanten kunt bekijken. En columnisten of bloggers helpen daarbij. Tenminste: ik hoop dat het zo werkt met mijn stukjes.
En zeker met mijn stukje over (de reacties op) het boek ‘Mijn Gevecht’.
Ik ga ervan uit dat iedereen snapt dat dit een meninkje van een schrijvertje van een blogje is. Maar dat het tegelijk misschien ook wel een interessante nieuwe invalshoek biedt. Of gewoon, stof tot nadenken.
Dát had ik zaterdagochtend moeten zeggen. Of het iets had opgeleverd, durf ik echter te betwijfelen. Mijn gesprekspartner was te boos, veel te boos. Niet op mij, denk ik. Ook niet op Hetiskoers! of alle columnisten en bloggers van de wereld. Hij was ziedend vanwege het wijdverbreide bedrog in de wielersport. Het gelieg en gedraai, de oneerlijkheid en de slechte naam die de sport en alle renners – de gedopeerde én de schone – inmiddels hadden gekregen.
Boos op de Armstrongs, de Hamiltons, de Ramussens en ja, de Dekkers van deze wereld (Thomas dan hè, anders hangt er morgen weer iemand aan de lijn).
Het grappige is dat ik (en met mij heel veel lezers van Hetiskoers!) hetzelfde voel. Dat ik om dezelfde dingen en op dezelfde mensen boos ben.
Een beetje laat, maar zo hebben we elkaar twee dagen later toch nog gevonden.
- Hersenschudding - 01/09/2022
- Lijst van dingen die ik de komende 15 jaar kan doen in de maand juli - 03/07/2021
- Echte mannen knuffelen - 01/07/2021
Sjezus, gaan we ons nu echt druk maken om de mening of de lengte van de tenen van Stef Clement?
De telefonerende wielrenner heeft blijkbaar van Armstrong geleerd; eerst de media intimideren. Gelukkig hebben we geen Euro’s verslindende rechtszaken cultuur in Nederland anders was je daar vast ook nog mee gedreigd. Ik ben het overigens wel eens met de algemene strekking van je verhaal hier, neemt niet weg dat je in het bewuste stukje (waar ik me dan weer niet in kon vinden) wel een weliswaar subtiele (‘dan denk ik maar 1 ding’) maar toch zeer zware beschuldiging bij een renner neerlegt, zonder enig bewijs. Daar en daar alleen is ie boos over hoor, en daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Als je publiceert heb je ook een bepaalde verantwoordelijkheid, zeker als je weet dat je een groter publiek bereikt dan opa, oma en wat vrienden, en sinds iedereen lukraak zijn gedachten en gevoelens eenvoudig digitaal kan publiceren ontstaan daar wel eens vaker problemen mee. Dat je denkt dat hij niet boos is op jou maar op die zwarte wereld van het wielrennen lijkt mij dan ook niet meer dan een ‘meninkje’. Verder overigens niets dan lof voor dit blog wat ik met veel plezier volg!
Wederom goed stuk. Nog een toevoeging op de rol van de blogger/columnist: hij mag zijn fantasie gebruiken waardoor het voor de lezer lastig is om fictie van werkelijkheid te onderscheiden. Dat doe jij in ieder geval uitmuntend, mijn complimenten.
Een column is bedoeld om te schuren. Zelfs om te irriteren. Iets met ‘zonder wrijving geen glans’. De wielersport heeft de wrijving van de columnisten nodig. En Stef Clement mag geïrriteerd zijn. Maar als hij diep in de spiegel kijkt, moet hij ook eerlijk zijn.
Als hij ergens leest dat iemand vanwege zijn of haar privacy liever geen camera’s op de hoek van de straat heeft waar elke week een ongeluk gebeurd. Of in het steegje in het centrum waar elke week iemand in een brievenbus staat te pissen of waar elke week iemand klappen krijgt en van zijn telefoon en of fiets beroofd wordt geen extra cameratoezicht heeft. Dan denkt ook Stef Clement dat diegene die zijn eigen privacy belangrijker vindt dan het welzijn van anderen, misschien wel zelf iets te verbergen heeft.
In plaats van zijn hoofd (na wat gezanik) in het zand te stoppen, had hij ook lef kunnen tonen door de handschoen op te pakken en inderdaad toch die confrontatie met Dekker aan te gaan. Een columnist vraagt niet netjes of meneer de sporter alsjeblieft voor zijn sport wil opkomen. Een columnist houdt hem een (lach)spiegel voor en hoopt dat de sporter door hem te prikkelen in actie komt.
Les nummer één: schiet op de boodschapper. Met een kanon bij voorkeur. Dat helpt.
Sjesus, wat zijn er toch een hoop dom-naïeve mensen. Het lijkt me heerlijk om een keer als perschef aan de slag te mogen bij een wielerploeg van naam en ze daar te overtuigen van de kunsten en beheersing van moderne communicatie.