Vandaag begint de Tour. Iets waar ik elk jaar met gemengde gevoelens naar uitkijk. Elke dag minder monter dan de vorige dag opstaan, de krant openslaan, dingen lezen die ik al gelezen heb de avond ervoor zij het ietwat anders geformuleerd, bedolven geraken onder een lawine aan onwetenswaardigheden, de hond van een renner is gebombardeerd tot columnist, de naam van de hond onthouden voor je weet maar nooit, de herhaling van Tourtalkshows meepikken waarin gasten worden uitgenodigd om datgene te doen waarin gasten zo goed zijn: uit hun nek waarop een bekende kop staat kletsen met een stelligheid die men idealiter verwart met een pijnlijke zelfoverschatting, etappes eindigend op een massasprint bekijken van start tot finish, interviews met Peter Sagan cultiveren waarin ie niets zegt, dezelfde vragen inclusief dezelfde antwoorden aanhoren, de heibel om de interpretatie van antwoorden die licht afwijken van de meest gangbare clichés incasseren, luchtbellen blazen en op rustdagen klagen dat het rustdag is, want die halen het ritme eruit.

Ik kan nu rationeel wel overwogen redenen opdissen waarom we moeten herbeginnen met die Tour; waarom de overige 93,27% van de Tourwinnaars ook horen geschrapt (de Tour is een dramaqueen buiten categorie, ik moet zeggen: hors catégorie, de Tour duldt geen relativering, de Tour raast drie weken als een orkaan en vermorzelt zonder ommezien alles op haar weg, de Tour is een circus waar daarenboven aan wielrennen wordt gedaan, de Tour vergeet dat het draait om de renners, niet om datgene dat draait om de renners) maar dit dagboek is alleen bestemd voor mezelf, dus waarom zou ik ook mijn werkelijke gedachten verstoppen?

Wat me werkelijk stoort aan de Tour is dat wielrennen plots van iedereen is. Het wielrennen is niet populair genoeg. Het wielrennen moet zich aanpassen aan de noden van de hedendaagse mediaconsument. Het wielrennen is verworden tot een sport voor afgeleefde mannen. Bespaar me die praatjes. Het wielrennen is veel te populair, alleszins tijdens de Tour wanneer tantes en kennissen die u ervan verdenkt dat ze nog liever met Wierd Duk en Mia Doornaert citytrippen dan enige sympathie te koesteren voor het wielrennen, het tactisch gehannes bij Bahrain-Merida in een ander daglicht plaatsen en u had het inderdaad zo nog niet bekeken, waarna ze na drie weken weer totaal gedesinteresseerd wegzappen wanneer het woord ‘wielrennen’ nog maar dreigt te vallen.

Het deerniswekkende geklaag van deze pop-upwielerliefhebbers over hoe akelig saai de Tour wel is, moet de wielerliefhebber het hele jaar de klok rond er maar bij nemen, niet zeldzaam dient die zich zelfs te verantwoorden, veelal wanneer de pop-upwielerliefhebber achterhaalt dat de Tour niet de enige wielerwedstrijd is in een jaar, meestal voltrekt zulks zich pas aan het einde van de derde week. Voor die alzo ervaren saaiheid zijn twee goede redenen te bedenken en ze spreken elkaar enigszins tegen.

– De Tour is niet saai. Evenmin saaier dan andere wedstrijden. De Tour is wel de enige koers waarvan de etappes drie weken lang integraal worden uitgezonden, dus ook de monotone uren met een compact peloton rustig sabbelend aan de voorsprong van drie lokale publiciteitsjagers die in andere wedstrijden maar kort het scherm halen, maar dat kan onze wielerliefhebber van drie weken onmogelijk weten.

– De Tour is saai. Jammer voor de wielerliefhebbers die dat gans het jaar zijn, maar zo’n Sky-trein houdt wel individuen op een respectabele afstand die menen dat Emanuel Buchmann niet zozeer de Tour zal winnen doch zal verrassen met een zevende plaats en anders in het jaar moeten opzoeken wie Peter Sagan (een ploegmaat van Emanuel Buchmann) is. Daarom alleen kan de Tour niet saai genoeg zijn.

Gelukkig begint morgen de Ronde van Oostenrijk. Ik tip op Stephan Rabitsch.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)