Je bent een renner, geen volksheld, maar een onderschat renner, een renner met onmiskenbaar kwaliteiten, anders eindig je niet bij de beste tien in de Ronde van het Baskenland, de Ronde van Romandië en niet te vergeten de Ronde van Burgos, een renner die de belangstelling niet opzoekt, niet zozeer uit bescheidenheid, het is pure ijdelheid. De waardering dient je vanzelf te beurt te vallen, voor elke extrasportieve beïnvloeding van je kant voel je je te trots, je resultaten spreken nu eenmaal voor zich, vernederend genoeg zonder veel succes. Onderschat worden, je houdt er wel van, je staat er maar wat bij, er is niemand die acht slaat op je aanwezigheid, laat staan wat van je verwacht, maar dan verras je met een inzicht, monden vallen open, je geeft je criticasters lik op stuk, schoorvoetend erkennen ze de strekking van dit inzicht best genegen te zijn en wat ze erna brommen hoor je al niet meer.
Of nog beter dat je niet hoeft te trappen, maar dat je rondzwermt in het wielerwereldje, strooit met knikjes, af en toe onderbroken door renners die spontaan met je een praatje komen slaan, niet dat het over iets gaat, maar dat maakt niet uit, je voelt je een van hen, je bent een van hen, je knippert met je ogen en dan zie je de realiteit, een oetlul met een microfoon die jouw plaats inneemt en je geraakt gefrustreerd. Wat heeft er iemand ooit in dit zielloos stukje hielenlikker gezien? Smalltalk, dat ligt ook nog binnen je mogelijkheden, tot vervelens toe dagelijkse scholing aan het koffieapparaat, je besluit dat het leven oneerlijk is, een wielerwedstrijd moet je maar denken, helaas, vol van zelfmedelijden kom je daar niet toe.
Rest de laatste optie. Het is 12u10, de uitzending op Eurosport en France 2 is reeds begonnen, haast gelijktijdig met je dag, die de afgelopen week telkens ophield tijdens een Tourtalkshow waarbij de presentator de antwoorden op zijn vragen nooit eindigend op een vraagteken haast manueel oplepelt bij zijn gasten. Je kijkt, ondanks alles. Het parcours, de voorspelbaarheid van de etappe, de winnaar die je op voorhand reeds kent. Je moet het nog te weten komen, maar je vindt het wel prettig eigenlijk. Gisteren las je nog een passage van een wielerliefhebber die de Tour aangrijpt om een dagboek vol te schrijven over de Tour en die je bijkans van het nut van eindeloze Touretappes overtuigde, namelijk dat er geen nut is. Helaas, dat mag dan wel mooi op papier klinken, in realiteit blijf je het hoofdzakelijk zzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzzz… vinden, maar daarmee heb je nog geen column natuurlijk.
Het dagboek maakte wel indruk op je, of je het nu wilt toegeven of niet, je vraagt jezelf plots af of je een echte wielerliefhebber bent, een vraag die voorheen nooit in je opkwam, omdat je het een vanzelfsprekendheid vond. Let op, dat denk je nog altijd, hoewel je toch de noodzaak voelt naar bewijsmateriaal te zoeken dat bevestigt waarvan je al een heel leven overtuigd bent. Het gaat zo ver dat jullie, jij en Heleen, wilden huwen op de dag van Milaan-San Remo, maar jij niet kwam opdagen op je eigen huwelijk omdat jij verduiveld goed beseft dat een geslaagd huwelijk zonder contractueel vastgelegde koersafspraken vooraf reeds een kansloze missie is en omdat het die dag Milaan-San Remo was en zoals het contract dat jullie idealiter al hadden gesloten ondubbelzinnig stelt: grote ronden, kampioenschappen, klassiekers en de Amstel Gold Race genieten immer voorrang op huwelijken, sterfgevallen en andere familiale plichtplegingen, maar op deze bepaling kon je geen beroep doen vanwege tot dusver onbestaande en dus nam je het heft in eigen handen en dat werd beloond, de laatste 7,5 kilometer van Milaan-San Remo waren prachtig.
Maar om de een of andere reden lukt het vandaag niet. Of je nu zit of ligt, een comfortabele positie bestaat niet. Je benen voelen zwaar, te weinig gedronken? Dat kan het niet zijn. Ook je bloedwaarden waren eergisteren nog prima en je hebt sindsdien niets gedaan dat die mogelijk ondermijnt. Mentaal ben je er al niet veel beter aan toe. Waar anders de meest eindeloze ritten durven voorbijvliegen, is het nu nog altijd 131 kilometer van de aankomst, net als – zo voelt het alleszins aan – een halfuur, een uur en een lichtjaar geleden. En dan die startinterviews, wat een open deuren. Wat je anders kan charmeren werkt je nu op de heupen. En het is nog altijd 131 kilometer.
Je beeldt je in de pers te woord staan: ‘Ik hoop op beterschap morgen. Niet geruststellend een dag voor twee bergetappes, maar beter vandaag dan morgen.’ Over open deuren gesproken, mededogen is echter vereist. Wat je meemaakt, is de nachtmerrie van iedere wielerliefhebber. In vakjargon: un jour sans. Je gelooft nog even in waaiers, maar het mag geenszins baten. Nog 131 kilometer. Kittel zal wel winnen en zo niet zal hij nog gewonnen hebben. Je hoofd tolt en je gedachten heb je al lang niet meer onder controle. Je legt Michel en José het zwijgen op en je besluit wat anders te doen. Je neemt je dagboek en begint erin te schrijven.
- Het nieuwe wielerjaar in 40 stellingen - 22/02/2022
- Wielrennen bestaat niet - 13/05/2020
- Ooit was er wielrennen - 07/05/2020
Geef een reactie