Het is een warme dag, die 2de juni 1969.
Straks is er de zeventiende rit in de Giro. Gisteren was het een niemendalletje, van Parma naar Savona. Ze noemen dat een overgangsrit. Roberto Ballini had die gewonnen, voor Marino Basso en Guido Reybroeck. Niet speciaals, dus. De Ronde van Italië lag eigenlijk in een definitieve plooi. Eddy Merckx had twee dagen geleden de tijdrit gewonnen in San Marino. Hij reed stevig in het roze. Kortom: Eddy won voor de tweede keer de Giro. Dat kon niet anders.
Die maandag, 2 juni, was Eddy nog wat op zijn kamer gebleven. Kamer 11 in Hotel Excelsior, in Albissola. Samen met Martin Van den Bossche. Een luxehelper was dat. Uitstekend klimmer, schitterende ploegmaat. Kamer 11 lag achteraan het hotel, ver van alle drukte. Ze hadden nog wat tijd, Eddy en Martin. Straks zouden ze hun wielertruitje – dat mooie, sobere rood-wiite van Faema voor Van den Bossche, een nieuwe roze voor Merckx – aantrekken. Maar nu bleven ze nog wat op bed liggen, het is te warm. Later, op de oude zwart-wit beelden zie je Merckx inderdaad in ‘onderlijfje’, met bretellen en die typische streep op de armen waar – in kleur, dan – wit verandert in diepbruin. De grens van de korte mouwtjes.
Er wordt op de deur geklopt van kamer 11. Een fan, denkt Martin. Dat kon toen nog, die liepen daar in en uit, ’s morgens voor de start. Maar het was geen fan. Het was Vincenzo Giacotto, de manager van Faema. Hij rookte. Alweer. Hij deed de hele godganse dag niets anders dan roken.
Giacotto had slecht nieuws. Merckx was de avond voordien, in Savona, betrapt op doping. In zijn plas zat iets van fencamfamine, een bestanddeel van Réactivan.
De wereld van Merckx stort in. Hij weent, hij beeft. Hij ontkent.
Wat dan volgt, is het meest legendarische interview ooit. Jan Wauters, de radioman van de Vlaamse omroep, mag bij Merckx aanschuiven op zijn bed. Merckx snikt, en blijft snikken. De tranen van Eddy zijn hoorbaar op de radio. Jan Wauters stijgt boven zichzelf uit. Vlaanderen zit mee bij Merckx op bed. Vlaanderen (en natuurlijk heel België) snikt. De tranen van Eddy zijn de tranen van een natie.
“Een complot”, klinkt het direct. “Verraad.” In de kranten, toen: “Maffia.” En: “Sabotage.”
Niets helpt. Eddy moet de Giro verlaten.
Niemand gelooft dat Merckx doping genomen heeft. Waarom zou hij? Hij moest elke dag, als man in het roze, naar de controle. Nooit was er iets aan de hand.
Maar nu, op 2 juni, dus wel.
Wat dan? Er was geen tegenexpertise, de tweede stalen waren verloren. Wordt verteld. Of was het dan toch Rudi Altig? De Duitser, een steengoed renner, zelfs wereldkampioen geweest, was in die Giro ploegmaat van Felice Gimondi bij Salvarani (met ook van die mooie truitjes, lichtblauw, met een rood minuscuul biesje aan de mouwen. Weet u nog?). Enkele dagen voor Savona zou Altig Merckx ‘een valies vol geld’ geboden hebben om de Giro te verliezen. Gimondi zou maar beter winnen. Maar Eddy weigerde. Ligt daar de oorzaak? Het wordt verteld.
Niemand weet het.
Hoe dan ook: Merckx werd een maand geschorst. En dat was een probleem. Hij zou niet kunnen starten in de Tour, net geen maand later. België rouwde alweer. De Internationale Wielerunie krijgt het hard te verduren. En bezwijkt onder die druk. Op 14 juni, precies om 12.58 uur, wordt Merckx vrijgesproken.
Op 28 juni gaat hij van start in zijn eerste Tour. Hij beslist om zich elke dag – vrijwillig – aan te melden bij de dopingcontrole.
De rest is geschiedenis.
- Het is stil in Wetteren - 27/03/2018
- Ze zijn daar! - 23/02/2017
- Lucien: Aux Champs-Elysées! - 18/07/2016
Geef een reactie