In de jaren ’70 kende Nederland een gouden generatie profwielrenners. Jan Raas won de een na de andere klassieker (vooral de Amstel Gold Raas), Joop Zoetemelk schitterde in etappekoersen en grote rondes en Hennie Kuiper kon het allemaal. En dan was er nog Gerrie Knetemann, een vlotgebekte Amsterdammer met een klein hartje die niet alleen een mooie tijdrit in zijn benen had, maar ook eendagswedstrijden wist te winnen.

Dat deed hij bijvoorbeeld in 1974. Als 23-jarig broekie won hij dat jaar de Amstel Gold Race. Op de Keutenberg reed Knetemann weg bij zijn twee medevluchters. Onbedreigd fietste Knetemann in de trui van Gan naar zijn eerste klassieke overwinning.

In de jaren daarna groeide de Kneet uit tot een van de meest regelmatige renners van Nederland. Op het WK van 1978 op de Nürburgring versloeg hij Francesco Moser in een beruchte sprint-à-deux. In de Tour pakte Gerrie Knetemann elk jaar wel één of twee etappezeges mee. Meestal in tijdritten, maar in 1982 won hij nota bene een etappe in een massasprint.

In 1983 kwam Knetemann zeer zwaar ten val in de semi-klassieker Dwars door België. Hij reed in Markedal achterop een stilstaande auto en werd met een open been- en armbreuk en spierletsel naar het ziekenhuis overgebracht. Even werd zelfs voor zijn leven gevreesd, maar Knetemann kwam er bovenop. Het seizoen 1983 was echter verloren.

In 1984 kwam het tot een breuk met Peter Post. Knetemann verkaste naar de kleine Europ Decor-ploeg, waar hij nooit het niveau van voor 1983 haalde. In 1985 vond hij onderdak bij de vrijbuitersploeg van burggraaf Jean de Gribaldy.

In de Amstel Gold Race van dat jaar bevond Knetemann zich na lange tijd weer eens in kansrijke positie. Nico Verhoeven had aan de voet van de Cauberg 30 seconden voorsprong op een groep achtervolgers. Knetemann besloot achter Verhoeven aan te gaan. Hij ging erop en erover en won de Amstel Gold Race voor de tweede maal, elf jaar na zijn eerste zege en twee jaar na zijn dramatische val in Vlaanderen. Geen wonder dat de emotionele Knetemann zich na de finish voor de camera’s van de NOS liet gaan. Legendarische beelden.

 

Leon Geuyen