Van verbazing viel ik niet uit mijn stoel, dat niet. Wel een klein beetje gegniffel en wat leedvermaak. De Volkskrant opende zaterdag met een onthullend verhaal en besteedde er vervolgens nog eens vier pagina’s aan. Groot nieuws, dat moet wel. Welk onderwerp krijgt nu vier pagina’s? Wat was er aan de hand? De wielerploeg van de Rabobank tolereerde dopinggebruik. Ooit. Nu niet meer. Neen, dat zal wel niet. De Nederlandse ploeg die zich jarenlang profileerde als het braafste jongentje van de klas bleek helemaal niet zo braaf. Ach, oud nieuws. Iedereen die het wielrennen nauwlettend volgt kon dat al weten, veel nieuwe feiten stonden er niet in. Schokkend was het allemaal niet. Iemand klapte wat uit de school en er werd door een Oostenrijkse dopingdealer, (Stefan Matschiner van Humanplasma) wat geheimzinnig gedaan.

Verbaasd, dat was ik dus niet.

Het gegniffel kwam omdat ik me altijd vrolijk maak over mensen die maar al te graag wijzen naar anderen en dan plots zelf door de mand vallen. Amerikaanse dominees. Nederlandse politici die andere landen verwijten maken en zelf hun zaakjes niet op orde hebben. Renners die luid roepen nooit iets met doping te maken hebben gehad en dan betrapt worden. Nederlandse wielerliefhebbers die nu al jaren beweren dat hun renners zuiver zijn. Iedereen kent genoeg voorbeelden van mensen die de schone schijn ophouden, van die mensen met een morele superioriteit – ik moet ze niet, ze verpesten altijd de sfeer op feestjes.

Op zich helemaal niets aan de hand, de gewone gang van zaken.

In het artikel van Mark Misérus viel me echter iets op. Iets fundamenteels. Kijk, op een bepaald moment wilde de directie van de Rabobank serieuze resultaten zien in de Tour. Een podiumplaats. En, nu ze toch bezig waren met doelstellingen, waarom niet: de eindwinst. Nu is het zo dat men bobo’s met weinig verstand van zaken wel hun goede geld afhandig mag maken om een ploeg te sponsoren maar hen niet mag laten bepalen wat de sportieve richting moet zijn. Jan Raas, in die tijd sportdirecteur, begreep maar al te goed dat de wens van de directie totale onzin was en taaide af. Heeft nooit meer iets over de koers willen zeggen. De wens van de Rabobankdirectie leidde tot spasmen bij hen die bij de ploeg bleven – we weten dat zoiets pijnlijk kan zijn. In die tijd heerste Lance Armstrong over de Tour en die paar andere renners die hoog in het klassement eindigden, wel, die hadden zo hun eigen opvattingen over dopinggebruik. Ik vrees dat er op dat punt nog niet veel veranderd is – er circuleert op dit moment een nieuw wondermiddel in het peloton. Eerlijk gezegd: een geloofwaardige Tourwinnaar, die bestaat bijna niet. Met andere woorden: men kan geen resultaten behalen zonder zich te begeven in een duistere wereld waar goed en kwaad loze begrippen zijn.

Om te voldoen aan de hen opgelegde doelstellingen moest men bij de wielerploeg van de Rabobank wel een oogje dichtknijpen wanneer sommige van hun renners naar een of andere vorm van doping grepen. Simpel uitgedrukt: door succes in de Tour te verwachten verplichtte men de renners het vliegtuig naar Wenen te nemen.

Succes en eerlijkheid, het is een onverenigbare combinatie.

Dit is de essentie van het hele verhaal. We willen dat onze wielrenners succes behalen. Hetzij in de grote rondes, hetzij in de klassiekers. Hun glorie straalt op ons af, maakt ons blij, fier en trots. Maar we willen niet accepteren dat ze foefelen. Terwijl we nu toch wel moeten weten dat het niet anders kan: we moeten aanvaarden dat ze deel uitmaken van de ratrace of we doen de boeken dicht. Als we straks naar sportieve exploten kijken van gelijk wie tijdens de komende Giro en Tour dan moeten we beseffen dat die niet altijd op een eerlijke manier tot stand zijn gekomen.

Of dat erg is, dat is een andere vraag.

Zelf ben ik daar nogal ruimdenkend in, om de eenvoudige reden dat ik niet naar het wielrennen kijk alsof het sport is. Wielrennen, dat heeft helemaal niets te maken met sport zoals we dat zouden willen. Wielrennen heeft niets te maken met begrippen als eerlijkheid, ethiek en sportiviteit. Wielrennen verschilt van andere sporten waar doorgaans de beste wint: daar is het duidelijk en simpel. Om die reden zijn andere disciplines niet altijd even boeiend, om het maar voorzichtig uit te drukken.

In de wereld van het wielrennen is het een onverenigbare combinatie: winst en tegelijkertijd het spel eerlijk spelen. Termen als moraal en gerechtigheid krijgen iets gecompliceerds als het om wielrennen gaat. Om die reden is wielrennen de boeiendste sport die er te vinden is, we mogen in onze handen wrijven van genot dat er zoiets bestaat als list en bedrog. De fout die de meesten maken is dat ze naar het wielrennen kijken alsof die discipline moet voldoen aan de wetten en normen van gelijk welke andere sport. Dat is fundamenteel fout.

Wielrennen, het is boeiend maar sport is het niet.

Wielrennen, het is een literair concept. Het is een gebeurtenis met de nodige emoties, het is romantische lyriek. En net als in elk klassiek verhaal zijn er personages te vinden die de boel besodemieteren, andere mensen belazeren en, dat hoort er ook bij, zichzelf vernietigen omdat ze de smalle scheidslijn tussen goed en kwaad hebben overschreden en niet meer konden terugkeren.

Precies een goed boek, zo bekeken.

Dus, wat die jongens van de Rabobank ook hebben uitgespookt, ze deden wat ze moesten doen: zich overgeven aan de essentie van het wielrennen. Wat dat is, dat weten we: list en bedrog. Indien dat niet zo zijn dan was het wielrennen een saaie bedoening. Zoals de meeste andere sporten.

Het enige dat men hen kan verwijten: ze deden zich voor als het braafste jongetje van de klas.

Maar op zich is dit ook een vorm van list en bedrog.

Herman Chevrolet