Ooit woonde ik in het midden van de koers. In april reden de derny’s van de Amsterdam RAI Derny Race jaarlijks hun rondjes in de Rivierenbuurt, waar ik toen woonde. Michael Boogerd won er in 1999 en ontmoette op het podium zijn Nerena. Maar die koers is er niet meer, zoals ook de buurtkoersen in andere delen van de hoofdstad verdwenen.

Sportjournalist Rim Voorhaar hoorde, toen hij naar de Orteliusstraat in Amsterdam-West (De Baarsjes) verhuisde, van zijn buurman dat er vroeger een koers was geweest in zijn straat. De buurman woonde al 60 jaar in de straat en wist te vertellen dat er destijds duizenden mensen op af kwamen. Zelfs de vader van Willem Holleeder had ooit meegedaan.
Samen met Voorhaar organiseerden buurtbewoners vorig jaar weer de Ronde van de Orteliusstraat. Er werd een rondje aangelegd van 950 meter door de straat en het nabijgelegen Rembrandtpark. Het was een groot succes, dus reden om dit jaar eens te gaan kijken. Het was een waar wielerfeest. Er waren activiteiten als slowbiking (zo traag mogelijk fietsen), dikkebandenraces voor kinderen en je kon binnenbanden laten ontploffen. De hele kleurige buurt deed mee en droeg een fraai ontworpen koerspetje. De avond tevoren was er al een wielercafé over de Kneet, met onder andere Steven Rooks en Dion Beukeboom.
En dan de races: De Baarsjes had de traditionele Met het Oog op Morgen-Bokaal voor journalisten binnengehaald. Sjors Beukeboom won dit glansrijk. De oud-wereldkampioen bij de journalisten was een klasse beter dan de anderen. Hij finishte voor de jurykar, met daarin Het is Koersschrijvers Martijn Sargentini en Peter de Brock. EO-presentator Tijs van den Brink werd verdienstelijk zesde in de B-groep. Tactisch speelde hij het meesterlijk. Hij zat de volledige koers in het wiel bij een vrouwelijke collega, om haar er in de laatste 100 meter uit te sprinten. Er was ook een alleycat race, waarin fietskoeriers in een soort speurtocht hun werk mochten naspelen. Wie kon het snelste een aantal opdrachten in de stad voltooien en weer terugfietsen op de fixie.
Piet van Heusden, wereldkampioen op de baan in 1952, mocht het startschot lossen voor de A-coureurs. Piet woont in de buurt en genoot duidelijk van zijn rol. Hij had zijn oude Olympia-kleding aangetrokken en zijn weelderige snor netjes opgepoetst. De prijs was ook naar hem genoemd. Ook de A-coureurs reden op een fixie.
De grote prijs Piet van Heusden was een spannende koers. Halverwege ging een kopgroep van drie man weg. Hun voorsprong werd ronde na ronde uitgebreid. Het was al snel duidelijk dat zij om de prijzen gingen strijden. In de kopgroep zat onder andere Luc Ducrot . Hij was de winnaar van vorig jaar en is de zoon van Maarten. Hij lijkt overigens als twee druppels water op Thijs Zonneveld. Cornelius Kersten was de nummer 3 van vorig jaar en leek de sterkte. Ducrot ging aan in de laatste ronde, maar werd op 500 meter voor de streep bijgehaald. Kersten won de sprint van drie.
Maar eigenlijk won vooral de buurt. Alle bevolkingsgroepen waren betrokken. Op het Mercatorplein hoorden we een dame roepen: ‘HĂ©, dat is de Tour de France, maar dan nep’. Voor ons was het echter authentieke wielernostalgie. En wat het mooie is: ook op het Purmerplein in Noord is dit jaar een oude koers opnieuw gereden, de Ronde van het Purmerplein. Met de overwinningen van Groenewegen in de Tour en Kuurne-Brussel-Kuurne erbij, lijkt het wielrennen in Amsterdam aan een renaissance begonnen. De Kneet zou tevreden zijn.
Rick Lindeman