Jelle Vanendert is de supersub met dienst bij de Lotto-ploeg: vorig jaar – na het wegvallen van kopman Van den Broeck – als eerste boven op Plateau de Beille, dit jaar – na het vertrek van wonderboy Gilbert – respectievelijk tweede en vierde in de Amstel en de Waalse Pijl. Wil iemand dit talent dat veel te laat het knechtschap ontgroeide, met onmiddellijke ingang een ploeg geven waar hij fulltime kopman kan spelen, alstublieft?
Belgische weelde in de Waalse klassiekers… het is lang anders geweest. In een niet zo ver verleden waren het vaak de toppers voor het Vlaamse werk, de Van Petegems en Museeuws, die voor de dichtste ereplaatsen moesten zorgen in de Ardense heuvels. (Over de overwinning van God in ’99 willen we het nu even niet hebben.) Zo finishte de Peet in 2002 zowel in Maastricht als in Ans bij de beste tien. Maar wat nog helderder op ons netvlies gebrand staat, is de bijna-overwinning van Museeuw in Luik in ’97.
Bijna-overwinning is natuurlijk overdreven. Na de Côte de La Redoute moet Museeuw een gat dichten op drie leiders: Zülle, Jalabert en Bartoli. Hij komt tot op vijftig meter, en dan, zo zegt hij achteraf, ziet hij Jalabert omkijken en onmiddellijk versnellen. Het prehistorische Cyclingnews-liveverslag brengt de spanning van toen terug:
16h40 – Museeuw back in peloton.
16h49 (sic) – Museeuw on 32″.
16h37 – Museeuw will wait for peloton. He is done.
16h35 – Still 3 leaders: Jalabert, Zulle and Bartoli. Museeuw is not catching them.
16h31 – The peloton has gone; The race is now going very fast. Museeuw has 50 meters to go to get to the other leaders
16h30 – Museeuw is coming back fast!
16h29 – Leaders have 10″ on top of Cote de la Redoute
16h25 – Attack on Cote de la Redoute – Zulle. Followed by Pantani, Jalabert, Bartoli. Group of 4. Museeuw and Gianetti are coming up too?
Acht minuten tussen de top van de Redoute en het moment dat Museeuw het opgeeft. Acht minuten alles geven, er alles uitpersen wat er uit te persen valt, en dan stranden op vijftig meter. Acht minuten, vijftig meter: het verschil tussen Vlaanderen en de Ardennen, tussen een compleet klassiek renner en een zo goed als compleet klassiek renner. (Stel je voor dat Jalabert niet omgekeken had! Stel je voor dat Museeuw ook Luik-Bastenaken-Luik gewonnen had! Want de Amstel en Zürich en Lugano waren wel lekkere klimtaarten, maar La Doyenne zou de kers geweest zijn.)
We moeten bekennen dat het enkel de achtervolging van Museeuw is die in ons geheugen gegrift staat. Dat Bartoli won die dag, wisten we nog wel, maar we waren vergeten hoe knap die zege was, dat hij twee ONCE-ploegmaats had moeten afschudden, dat hij Jalabert in de laatste kilometer los uit het wiel reed. Nee, het enige wat we ons nog goed herinneren, is de eenzame jacht van de man in de wereldkampioenentrui. Het net-nietmoment van Museeuw, die uiteindelijk zesde zou worden.
Een slotbedenking. Museeuw en Van Petegem kwamen tekort in de klimklassiekers (het is trouwens al van Sørensen en Bartoli geleden dat iemand zowel De Ronde als Luik op zijn erelijst had staan), maar de laatste tijd lijken er steeds meer renners te zijn die het hele voorjaar kunnen scoren, met mannen als Gilbert en Sagan voorop. Is het einde van de hyperspecialisatie in zicht? Zien we binnenkort eindelijk nog eens iemand die, zoals Van Looy, Merkcx en De Vlaeminck, álle Monumenten weet te winnen?
- Een vreemde droom - 13/04/2015
- Onaf: het lot van Andy Schleck - 11/10/2014
- Wij willen Wiggins (in de Tour) - 17/06/2014
Museeuw valt bij mij in de categorie Bjarne Riis, ook al zo’n grote dopingpakker. Totaal geen respect voor de sportprestaties van deze heren.