Oké. Ik heb mijn favoriete Tourploeg klaar. Het heeft bloed, zweet en tranen (met dank aan André Hazes) gekost. Want de criteria om in mijn ploegje te geraken zijn niet min…
Dit zijn de criteria:
- De renner is verplicht (ik herhaal: verplicht) te rijden in een schitterende outfit. Het truitje moet top zijn. Renners van Lampre, Selle Italia – et j’ en passe – kunnen daarom nooit (ik herhaal: nooit) in aanmerking komen voor mijn ploegje. Hebben een streepje voor: alle ploegen uit de jaren ’70. Of neen. Laten we zeggen: tot 1976.
- Bic en Molteni krijgen voorrang.
- Ik moet spontaan aan een hit kunnen denken. De hit komt bij voorkeur van vergeten sterren (nog beter: géén sterren!). ‘Rocky’ van Don Mercedes is goed. ‘Tu sais je t’aime’ van Shake is goed. ‘Arms of Mary’ van Sutherland Brothers & Quiver is goed. ‘Terug naar de Kust’ van Maggie McNeal is goed.
- We rijden alles aan flarden. En dat doen we in de bergen, in de sprints, in de afdalingen, in de proloog en in de laatste kilometer. Daarvoor heb ik specialisten in mijn ploeg.
- Naast de specialisten is er een hondstrouwe helper. Hij is van het kaliber dat kan sleuren en trekken aan de kop van het peloton. En dat doet hij ’s anderendaags nog eens, en nog eens en nog eens.
- In mijn ploeg zit mijn lievelings-Fransman, de oerrenner van de Tour.
- Ik geef een aanstormend talent de kans om te rijpen.
Dus, dit zijn ze:
Eddy Merckx als kopman, Lucien Van Impe als klimmer, Rini Wagtmans als daler, Martin Van den Bossche als helper, Willy Teirlinck als rijder van de laatste kilometer (die dan ook nog eens uit de greep van het peloton blijft. Reserve: Jelle Nijdam en Etienne De Wilde. Zij rijden al de Giro en winnen Gent-Wevelgem en Parijs-Tours. In die klassiekers ontsnappen ze in de laatste kilometer.), Bernard Labourdette als Fransman (Guy Sibille is reserve, net als Georges Talbourdet en Romain Bardet.), Rudi Altig voor de proloog (oké, hij zal later wel betrapt worden op doping, maar mijn ploegje heeft dan toch maar mooi de proloog gewonnen én de gele trui. Reserve: Charly Grosskost.), Wilco Kelderman (hij mag ervaring opdoen tussen mijn ervaren rotten. Met hem komen we over drie jaar terug om de Tour te winnen. Eddy zal het dan niet meer kunnen.)
Negende man: José De Cauwer. Voor de ploegentijdrit.
En mijn man met de oortjes. Kan hij vanuit het peloton commentaar geven en me bijpraten over de chasse patatte van Jens Voigt en Thomas Voeckler.
(Reserve: Tim Krabbé. Te oud voor de Tour. Hij mag van mij wel een boek schrijven over een koers die hij op 26 juni rijdt, de Ronde van de Mont Aigoual. Ik geef hem als ploegleider de toestemming om er een boekje over te schrijven. Hij geeft het de titel “De Renner’. Ik vind dat goed.)
- Het is stil in Wetteren - 27/03/2018
- Ze zijn daar! - 23/02/2017
- Lucien: Aux Champs-Elysées! - 18/07/2016
Zou je niet een plekje reserveren voor Gerben Karstens. Kan hard fietsen, maar is ook komiek, organisator en buschauffeur.
Mee eens, zo’n multitalent mag in geen enkele zichzelf respecterende fantasiewielerploeg ontbreken.
Oke, mensen, ik neem Gerben op in mijn ploeg. Maar wie halen we eruit?