Sommige mensen kun je voor een schilderij zetten waar ze een uur lang vol bewondering naar staren. Lester Janssen kan dat bij een stalen fiets. In zijn werkplaats staat een Presto, handgebouwd door Peter Serier, waar Janssen over kan blijven praten. Hij wijst vol enthousiasme details aan die de handtekening van Serier zijn. “Iedere bouwer heeft zijn handtekening: Bustraan, Serier, Legrand, Van der Kaaij.” Waar een carbon fiets gevormd wordt door de mal, liet een framebouwer op een stalen fiets altijd ergens iets achter wat de hand van de bouwer verraadde. Een fiets van Lester is te herkennen aan de drie rondjes op de achtervork in de buurt van de zadelpen.

Amsterdam
Lester Janssen behoort tot de nieuwste generatie Amsterdamse framebouwers. Hij heeft met trots het Amsterdamse wapen in zijn balhoofdplaatjes verwerkt en is hard aan het werk om het merk Lester toe te voegen aan de rijke Amsterdamse fietstraditie waarin RIH, Presto, Zieleman, Jabo en Locomotief de bekendste merken zijn.

Wie de film De Mannen van Staal heeft gezien, zag daar Lester aan het werk als leerling van RIH-framebouwer Wim van der Kaaij. Of zoals hij zelf nog steeds respectvol zegt “meneer Van der Kaaij” of “ome Wim”. Hij heeft het vak geleerd op de ouderwetse manier. Het begon met het vegen van de werkplaats en langzaam mocht hij steeds meer doen, tot het moment dat hij zelf zijn frames kon maken. Na het overlijden van Van der Kaaij was het aan Lester om de nieuw leven ingeblazen RIH-racefietsen te gaan maken. Tegelijkertijd wilde hij ook aan zijn eigen merk Lester werken. Inmiddels werkt hij in het oude pakhuis het Veem, hij kijkt uit over de Oude Houthaven in Amsterdam.

Rapha Store
We spreken hem als hij net twee fietsen klaar aan het maken is om te laten zien in de Rapha Store. Er hangen frames aan de muur die de eerste lichting Lester-fietsen gaan vormen. Indrukwekkend is vooral de hoeveelheid machines die in de werkplaats staan. Janssen:

“Tooling is alles. Dat heb ik van de oude bouwers geleerd. Je moet een tweede machine hebben als de ene in gebruik is, dat scheelt zoveel in tijd. Als er regels zijn voor het maken van een fiets dan zijn de eerste vier regels tooling.”

Lester Cycles
Na het overlijden van Van der Kaaij besloot Lester Janssen een plek voor zijn eigen merk te zoeken.
Lester Cycles bleek een prima naam te zijn. Zijn werk bestaat uit bijzondere reparaties of zelfs restauraties van stalen fietsen, onderhoud en het bouwen van zijn eigen frames. Dat laatste is voor hem het belangrijkste.

Het merk Lester is gestart met spaargeld, eerste bestellingen die op de pof gingen en hulp van familie. Het vertrouwen dat zijn merk bestaansrecht heeft, werd al snel bewezen. De eerste fietsen die hij nu heeft gemaakt zijn vooral adventure bikes. Fietsen die niet enkel zijn om te racen op asfalt, maar waar je ook mee op onverharde wegen kunt toeren. Opvallend genoeg allemaal met schijfremmen, benadrukt Janssen. “Over een paar jaar rijdt iedereen met schijfremmen.”

Lees ook de vorige vier delen in deze serie:
Van Vugt – liefde voor carbon
A. Dugast – Tubes voor kampioenen
St Joris Cycles – Perfectie in staal
FFWD – Een plek tussen de topwielen

Amerikaans
Fietsen van Lester zijn een combinatie van het traditionele staal met de nieuwste producten. Het balhoofdstel is traditioneel van Chris King, de wielen zijn bij voorkeur van Hifi of Enve en de zadelpen van Thomson. Veel Amerikaans dus. “Ik houd wel van dat onconventionele van de Amerikanen”, zegt Lester. Hij heeft weinig met het purisme van het conservatieve deel van de wielerwereld.

Lester werkt bij voorkeur met lugs en met Columbus buizen. Maar zoals het met handgemaakte fietsen altijd is: alles kan. Dus ook Reynolds buizen, maten en opbouw, ieder bepaalt het voor zich. Lester Janssen kan alles maken, alleen het spuiten van het frame laat hij door iemand anders doen. De kleuren zijn geïnspireerd door de scheepvaart, van het blauwwitte pontje tot de groene machinekamer.

Lester Janssen verwacht dit jaar dertig eigen frames te bouwen. “Op termijn denk ik dat ik honderd frames per jaar kan maken.” Als hij maar genoeg tijd krijgt om te bouwen, want de meeste uren gaan in het contact met klanten zitten. Als hij nog eens personeel zou aannemen dan zouden het eerder mensen zijn die klanten te woord kunnen staan dan een medebouwer.

Transcontinental
In de marketing is het laten zien van de fiets genoeg, heeft hij gemerkt. “Instagram en internet. Of iemand als Frank van der Sman die op een door mij gemaakte fiets een transcontinental rijdt. En de eerste twee fietsen die nu bij Rapha staan. Ze verkopen zichzelf.”

Of zoals leermeester Van der Kaaij zegt, aan het einde van De Mannen van Staal, je hoeft niet veel fietsen te maken, je moet content zijn met de manier waarop je fietsen maakt. Van der Kaaij:

“Als je te veel gaat verdienen ga je het toch maar naar de Belastingdienst brengen. Steek dan je kennis maar dan in een topproduct. En dat proberen we te doen.”

Alex van der Hulst