Stel, ik schrijf een spotziek stukje over jou. Op de dag dat het op internet staat zitten we ’s avonds allebei aan de gastentafel van een goed bekeken tv-programma. Ben ik bang dat de talkshowhost mij gaat confronteren met wat ik over jou te lachen had? Dacht het wél.
Thijs Zonneveld leek daar gisteren in de Avondetappe geen last van te hebben. Of misschien toch? Hij keek soms wel extra moeilijk. Gekwelder dan anders. Geërgerd over het onderwerp doping – of journalisten de heb-jij-gebruikt-vraag moeten stellen direct na de finish of tijdens het persuurtje op de rustdag – is hij altijd.
Het intro verliep rustig. Hoewel Smeets niet vies is van een relletje of ruzie hield hij zich – nog even – in. Mollema zat er gewoon als zichzelf bij. Nuchter, zeker. Ten Dam kan van nature al afwisselend dreigend, verbijsterd of krankzinnig kijken, dus daar zat hem de spanning ook niet. Die zat meer in mezelf. Gaat Smeets vragen stellen over het neushaar van Mollema? Komen wij te weten wat Mollema van de column van Zonneveld vindt? Hoe gaat Zonneveld zich eruit redden als hij wordt aangevallen op microgeneuzel, als Smeets Thijs’ eerdere lofzangen op Bauke in schril contrast vindt staan met de tekst van Zo krom als een banaan.
Zonneveld schreef al veel over Mollema, maar nu voelt het anders. Ging het in 2012 over de echtheid van Mollema in Op z’n Baukes en in 2011 over de bel op zijn fiets, nu heeft Zonneveld een paar tandjes bijgeschakeld met zijn zoomlens: het neushaar.
Ja, als we zo gaan beginnen. Iedereen heeft wel een beetje neushaar. Dat heeft Zonneveld toch niet nodig. En neem ‘krom als een banaan.’ Ook niet de origineelste vergelijking, al is hij leuk in verband met dit onmisbare ingrediënt uit het Tourdieet.
Het gesprek kabbelt voort. Kijken ze elkaar aan en denken ze allebei aan de column? Kijkt Zonneveld nog eens goed of het neushaar er nog zit? De cameraman kan die blik niet vangen. Heeft Smeets de column gelezen? Vast wel. Hij begint er niet over. Ik kan niet zien hoeveel neushaar Zonneveld zelf heeft. Ineens is het afgelopen. Zonder confrontatie.
De antwoorden op de niet gestelde vragen zijn toch gegeven. Mollema zou Mollema niet zijn als hij op de rustdag een bezoekje zou brengen aan de neushaarwaxvrouw. Mollema blijft Mollema en dat maakt hem zo tof. Zijn antwoord zou zijn dat het hem niet uitmaakt wat Zonneveld schrijft, als hij zelf maar hard blijft rijden.
Wie rijdt, die blijft. Wie schrijft, rijdt niet meer.
- Robert Robert Robert bedankt - 07/09/2024
- De Tour na week 1 - 09/07/2024
- De tand van Thymen - 20/05/2024
Gewoon helemaal mee eens en vooral die laatste zin zal mij lang heugen (hoop ik), succes en groet PB
Hmmm, volgens mij schrijft Thijs een column en mag je daarin overdrijven en de zaken grotesk neerzetten. Bovendien lees ik in zijn column ook iets van een compliment t.a.v. het klimmen van Mollema.
Precies! Ik hoopte ook dat de neushaar ter sprake kwam. Had het fantastisch gevonden wanneer er dan gevraagdwerd aan Thijs: “Hoe zit het dan met de lange haar aan je kin?” Die was namelijk duidelijk te zien.
En….
Laatste zijn is echt een blijfertje!
De vraag is nu: hoe creatief mogen de leerlingen van de auteur precies schrijven, als Thijs Zonneveld als op z’n vingers wordt getikt vanwege een geinig stukje over een Escartin en een neushaar..
-s
Jouw neushaar is ook niet misselijk trouwens :)
Volgens mij is de column van Zonneveld niet zo serieus bedoeld en ook niet als kritiek op Mollema. Mollema heeft een kenmerkende en opvallende stijl – dat maakt ook juist een mooie a-typische renner – en daarover schrijft Zonneveld dat een grappig bedoelde column.