119 legendarische wielerkampioenen?

Door |woensdag 1 juli 2015|

Omslag Aarsbergen NijssenLaat ik maar meteen toegeven dat een boek met zo’n titel – Legendarische wielerkampoenen – mij tot enorme scepsis stemde. Zeker als dat boek bijna 800 pagina’s dik is en als de ondertitel Geschiedenis van de wielersport in 119 portretten luidt. Zijn er zoveel legendarische wielerkampioenen dan?

Dertien

Door |dinsdag 26 augustus 2014|

De Vuelta van 1977 moet voor de Spanjaarden zelf niet leuk geweest zijn.

Oké, ze eindigen met z’n zessen in de top tien: Miguel Maria Lasa werd tweede, Domingo Perurena vierde, José Luis Viejo vijfde. Verder waren er nog José Pesarrodona (acht), Pedro Torres (negen) en José-Antonio Gonzalez (tien) Dat is niet slecht, natuurlijk.

Maar ik kan me zo voorstellen dat

Onze man in Spanje

Door |zaterdag 23 augustus 2014|

Ik hoorde het José De Cauwer vorige week nog zeggen tijdens de Eneco Tour: “Tja, dat is toch iets raars. Als je als renner eens ergens goed gereden hebt, dan doe je dat het jaar nadien op dezelfde plaats vaak nog eens. Het is zo’n beetje alsof het dan jouw koers is.”

José had het over Andrei Grivko van Astana. De

Vuelta 1983: het pact van Saronni en Hinault

Door |woensdag 28 augustus 2013|

Na de etappe slaakt Giuseppe Saronni een felle vloek. ‘Cazzo!’ roept hij. Saronni wankelt. Hij houdt zijn fiets boven zijn hoofd. Op zijn koersschoentjes is het moeilijk evenwicht houden. Wat zijn dit voor lomperds? Wie heeft er toegestaan dat toeschouwers meteen na de etappe het parkoers op mogen? Saronni wankelt, duwt, schreeuwt, vraagt, smeekt. Mag ik er langs, mensen ik

Vier uur eenzaamheid

Door |zaterdag 24 augustus 2013|


“Mijn ex is ook een wielrenfan”, zei ze tegen mij. “Hij keek altijd de Tour de France.” Ik knikte. De ex was duidelijk geen echte fan. Maar dit was niet het moment om een discussie aan te gaan. “Volg jij de Tour ook?” vroeg ik. “Niet echt”, zei ze. “Het spijt me, maar eigenlijk vind ik wielrennen