Een legioen van schaafwonden, jaren werkonbekwaamheid en kapot gespatte dromen op twee wielen trok zich op gang voor een zoveelste overgangsetappe die alleen maar kon verloren worden door een Fransman. Het was een rit die overschaduwd werd door een incident waarbij er naar Chris Froome urine werd gegooid door een zogenaamde wielerliefhebber. Het zijn dezelfde mensen die op straat een acteur tegen het lijf lopen en deze een klap in het gezicht verkopen omdat ze deze ervan verdenken hun favoriete actrice te bedriegen in hun lievelingssoap. Of die een roman lezen, het niet eens zijn met de gang van zaken en in de plot stappen om voor het een en ander een stokje te steken. Met andere woorden…

Richard Ricceau (46) beleeft niet zijn meest voortreffelijke dagen. Twee maanden nadat hem een stadionverbod werd opgelegd door Evian Thonon Gaillard FC, de voetbalploeg waar hij sinds zijn jeugd voor supportert, kreeg hij vorige week van zijn overste te horen niet meer hoeven weer te keren na zijn vakantie. Hij had het geregeld aan de stok met collega’s, hij viel in slaap tijdens vergaderingen en hij lapte het rookverbod op de werkvloer aan zijn laars. Erg productief was hij ook niet sinds zijn derde vrouw was weggelopen nadat hij haar geslagen had na haar eerst met een botte hakbijl achterna te hebben gezeten omdat ze een affaire had met een voormalig renner die nog twee keer Parijs-Camembert had gewonnen alsmede een rit in de Tour.

Wat zag ze toch in een wielrenner? Met wat hij al geslikt heeft in zijn leven, houd je wellicht heel Parijs in leven, gesteld dat er daar geen wielrenners wonen. Daarom keek hij dus naar voetbal. Zijn oordeel werd bevestigd toen hij bij een kop koffie een willekeurige Franse krant opensloeg en zijn oog viel op de voorpagina van de sportkatern. Opgepast, vroeger was hij een groot wielerliefhebber. Als klein jongetje had hij bewondering voor Christian Seznec, een Bretoen zowaar. Helaas won hij maar twee Touretappes en kon hij niet op tegen Bernard Hinault. Ook ging hij soms naar de Tour kijken. Maar sinds Pascal Lino gestopt is, begon het wielrennen hem van langsom minder te boeien.

Dit was geheel de renners hun fout. Met hun bedriegen, liegen en doen alsof altijd. Hij weet dat hij er ook op een andere manier naar kan kijken, maar het lukt hem niet. Hij herinnert zich cafégesprekken van vroeger waarin een jeugdvriend steeds de gevierde wielerauteur Mathieu Rebellin citeerde. Wielrennen is fictie die als non-fictie wordt gelezen. Die vage grens is een constante bron van conflicten, maar ook de magie van de sport. Mensen raken in vervoering door wat ze zien omdat ze denken dat het echt is, mensen worden boos om dopinggevallen omdat wat ze dachten dat echt is onweerlegbaar doorprikt wordt. Wielerliefhebbers zijn onverbeterlijke romantici die denken dat de meest beklijvende fictie niet te mooi is voor de werkelijkheid, voegde zijn jeugdvriend er zelf nog aan toe.

Fans gaan ervanuit dat het echt is wat ze zien, terwijl dat in geen geval zo is. Hij moest het wel geloven toen de Festina-affaire uitbrak. Terwijl hij zijn jeugdvriend nog in uitslagen zag opduiken van het amateurwielrennen, die zijn schouders ophaalde bij wat er gebeurde, haakte hij zelf af en stopte ook met fietsen. Hij had toen nog een conditie, een leuke vrouw en een goedbetaalde job. In de plaats kwamen sigaretten, een opzwellend buikje en de motivatie van een natte dweil met hooikoorts. Het wielrennen had zijn dromen afgenomen.

En het was volgens zijn jeugdvriend zijn eigen fout. Het maakte hem kwaad, het was de laatste keer dat hij hem zag. Hij boekte nadien nog het ene succes na het andere in het leven. Misschien moeten wielerfans anders naar wielrennen kijken, suggereerde hij. Renners die met een uitgestreken gezicht hun oprechtheid bevestigen, schijnbaar kritische wielerjournalisten en dopingcontroleurs spelen gewoon hun rol, het in stand houden van een zekere authenticiteit. Zoals de beste fictie niet hoeft te bestaan uit dertienkoppige draken, elfen en Belgen die de Tour winnen, maar ook uit het leven geplukt kan zijn.

In plaats van godganse dag lusteloos op café te zitten, besloot hij voor het eerst in zeventien jaar naar de Tour te trekken. In de hoop op een weerzien met betere tijden te stuiten.

Hij plaste in een potje en nam het mee. Je weet nooit voor wat het goed kan zijn.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)