Laten we er voor het gemak eens van uitgaan dat Alberto Contador dit jaar welkom is in de Ronde van Frankrijk. De Spaanse bond vond Contadors positieve testje sowieso al een dopinggevalletje van niks en het internationale sporttribunaal CAS krijgt het niet voor elkaar zijn zaak voor de start van de Tour te behandelen. Kat in het bakkie voor Alberto, zou je denken; die staat gewoon aan de start in de Vendée. Over kat in het bakkie gesproken, ik heb sterk het gevoel dat Alberto Contador de eerste renner sinds tijden – nou ja, 1998 – wordt die in één jaar zowel de Giro d’Italia als de Tour de France gaat winnen. Ik presenteer u zes enigszins subjectieve redenen waarom ik dat denk.

1 Zijn recuperatievermogen

Alberto Contador, el pistolero

Alberto Contador, el pistolero

Kunt u zich een slechte dag van Alberto Contador herinneren? Ik ook niet. Nou ja, in mindere wedstrijdjes wil hij zich nog wel eens laten kloppen door de honger, maar in een grote ronde staat hij elke dag aan het commando. Zijn recuperatievermogen is ongekend; alleen dat van Armstrong in zijn gouden jaren was vergelijkbaar.

2 Zijn verdeel-en-heerstactiek
In het peloton van de klassementsrijders is het Contador die aan de knoppen draait. Als hij wegspringt, is het alle hens aan dek voor de directe belagers. Springt een ander weg, dan is het Alberto’s genade die bepaalt of de vlucht slaagt. Contador beheerst de verdeel-en-heerstactiek tot in de puntjes, denk alleen maar aan de overwinning die hij Andy Schleck vorig jaar schonk op de Tourmalet – en dan ook nog lekker klef met elkaar knuffelen na de finish. Of denk aan de genadezege voor Rujano op de Groβglockner en het cadeautje aan oud-ploegmaat Paolo Tiralongo in Macugnaga. Contador heeft meer vrienden in het peloton dan vijanden en dat kan hem straks in Frankrijk van pas komen.

3 Het parcours
Tuurlijk, Alberto Contador kan uitstekend tijdrijden. Een tijdrit meer of minder in een grote Ronde is dan ook niet zo’n probleem. Maar de Tour de France 2011 is overduidelijk een klimmerstour en de beste klimmer van het peloton heet nou eenmaal Alberto Contador. Bij een aankomst bergop is hij vrijwel onklopbaar. Waar moeten zijn concurrenten dan tijdwinst boeken? Geen idee? Ik ook niet.

4 Zijn eerzucht (en de geest van Lance Armstrong)
Merckx was een veelvraat, maar hij was wel minder efficiënt dan Contador: die nam tot dusver aan zeven grote rondes deel en won er zes. Met overmacht. Contador mag het dan niet van de daken schreeuwen, hij is vreselijk eerzuchtig en heeft nog steeds honger. Daar komt bij dat hij nog steeds het gevoel heeft tegen de Armstrong-clan te moeten vechten. Keer op keer onderging Contador Armstrongs verbale speldenprikken om vervolgens in de koers met de benen te spreken. Zelfs nu Armstrong niet meer fietst, heeft Contador het gevoel dat hij iets te bewijzen heeft.

5 Het onvermogen van de broertjes Schleck
Na het wedstrijdseizoen trekt een deel van het profpeloton op uitnodiging van Leo van Vliet naar Curaçao. Om daar een wedstrijdje te rijden, maar vooral om te socializen met collega-renners. Twee jaar geleden werden de broertjes Schleck en Alberto Contador daar grote vrienden. Is iemand als Andy Schleck, de aardigheid zelve, wel meedogenloos genoeg om zijn kameraad Contador aan gort te rijden? Ik betwijfel het. Daarnaast zijn Schlecks dan wel in de meerderheid, het is ze nog niet eerder gelukt dat om te zetten in klinkende munt. Ik denk dat de broertjes intrinsiek tekort schieten om het Contador moeilijk te maken. Maar ik laat me uiteraard graag van het tegendeel overtuigen in juli.

6 Bjarne Riis
Goed, Bjarne Riis is nog geen Johan Bruyneel als het om Tourzeges gaat, maar de Deen heeft eerder met Carlos Sastre bewezen dat hij het kan. Als meestertacticus kan hij van grote waarde zijn voor Alberto Contador, vooral als die te druistig dreigt te worden of geconfronteerd wordt met onverwachte tegenstand en tegenslag. Mochten er op een bepaald punt in de Tour niet alleen superbenen maar ook superhersenen nodig zijn, dan is Riis de juiste persoon.

Kan Contador de Tour eigenlijk nog wel verliezen?
Jawel hoor, de komende maand – in de directiekamer van de ASO of de kantoren van het CAS.

Leon Geuyen