Team BlancoDe goede prestaties in de Giro ten spijt, zou het zomaar kunnen dat Nederlands paradepaardjesploeg Blanco Cycling volgend jaar niet meer bestaat. Geen sponsor, geen geld, geen ploeg. Zo simpel is het. De vraag luidt: is dat erg? Voor het ondersteunend personeel wel, dat is zeker. Maar voor de renners? Misschien is het failliet van de oude Raboploeg wel een kans. Nu moeten ze wel, met de billen bloot dus. Weg uit de vertrouwde omgeving moeten ze presteren. Zich opnieuw bewijzen. En waarom zou dat niet lukken? Talent genoeg, lijkt me. Bovendien: verandering van spijs doet eten. Kortom, ik ben benieuwd. Wat als er geen nieuwe sponsor opstaat? Wat gaan ze doen, de Gesinks, de Mollema’s en de Booms? Wie wil ze hebben? Welke ploeg voldoet aan hun eisen? Maar vooral: bij welke ploeg komen deze mannen tot hun recht, gezien hun specifieke kwaliteiten, ambities en persoonlijkheden? Vandaag deel 1b in het Nederlandse wielerploegensponsordrama – de Blanco’s na Blanco. Binnenkort deel II (Vacansoleil-DCM).

5. Luis León Sanchez

Lastig verhaal. Vriend en vijand zijn ervan overtuigd dat Sanchez bulkt van het talent. De man kan klimmen, tijdrijden en een koers afmaken. Het resultaat: winst in onder meer de Classica San Sebastian, Parijs-Nice en enkele Touretappes. Nee, over de kwaliteiten van LL geen discussie. Over andere zaken des te meer. Zo zijn er mensen die zich ergeren aan het beperkte aantal koersdagen waarop Sanchez zich toont. Sanchez lijkt te woekeren met zijn talent. Doodzonde. En dan is er nog Operación Puerto. Ook LL wordt ‘genoemd’; voor Blanco reden om z’n Spaanse raspaard lange tijd aan de kant te houden. Een vroegtijdig einde van de ploeg zou Sanchez daarom niet slecht uitkomen. Ik heb zo’n vermoeden dat er twee ploegen zijn die LL Sanchez met open armen ontvangen: Astana en Katjoesja. Ik gok op de laatste. Aan de zijde van onder meer Rodriguez, Paolini en Menchov zal LL nog een hoop klinkende zeges boeken. En de twijfels zullen blijven….

4. Wilco Kelderman

Misschien wel het grootste Nederlandse talent sinds Thomas Dekker. Piepjong (22), maar sterk als een beer. Na tien dagen Giro – in weer en wind, geen meter vlak – staat Kelderman keurig rond plek 20. Bijzonder aan Kelderman is dat hij eerst en vooral een hardrijder is. Een hardrijder die bergop kan aanhaken. En dat, precies dat, maakt hem geschikt voor… de Tour. De vraag is: wie geeft deze jongen tijd om te rijpen, wie beschermt hem tegen de druk (en bijbehorende ‘verleidingen’), wie coacht hem op z’n verantwoorde weg omhoog naar de top? Juist: Jonathan Vaughters, van Garmin. Met David Millar op de achtergrond, ook erkend hardrijder en inmiddels een soort vaderfiguur, is Garmin de ideale ploeg voor Kelderman om de laatste moeilijke stappen te zetten. En wie weet heeft Thomas Dekker ook nog een paar goede tips voor hem. Al is het maar om hem te behoeden voor bepaalde valkuilen…

3. Bauke Mollema

Bauke Mollema moet het dit jaar doen voor Blanco. Met goede prestaties in de Tour kan Bauke er eigenhandig voor zorgen dat zich alsnog een sponsor aandient. Een hele verantwoordelijkheid, maar zijn deze verwachtingen terecht? Ik vraag het me af. Zeker, Mollema is een goede ronderenner. Al was het maar door zijn evenwichtigheid. Zelden een uitschieter, zelden een offday. Bauke rijdt prima bergop, kan een aardig stukje sprinten en zijn tijdrit is behoorlijk. Maar toch: een potentiële winnaar van een grote ronde is hij niet. Daarvoor komt hij tekort: aan persoonlijkheid, aan killersmentaliteit, aan fanatisme. Mocht Blanco wegvallen, dan raad ik de ploegleiding van Movistar aan om Mollema heel snel een contract onder de geprononceerde neus te duwen. Al die Spaanse rittenkoersjes van vier, vijf dagen: ze zijn Bauke op het lijf geschreven. Klimmen, klimmen en nog eens klimmen. Kleine gemene kuitenbijters op en af, aankomen met klein groepje en het dan afmaken op de streep. Olé!

2. Lars Boom

Sinds hij de overstap naar de weg maakte, heeft Lars Boom één vurige wens: een grote klassieker winnen. Liefst Parijs-Roubaix, maar Vlaanderen mag ook. Hij moet dat kunnen. Dat vindt hij zelf, dat vinden kenners, dat vindt vrijwel iedereen. En toch… Dat ene kleine beetje twijfel wordt ieder jaar groter. Ieder jaar waarin De Grote Overwinning uitblijft, dooft de belofte van Booms grote doorbraak meer en meer uit. Is z’n motor groot genoeg? Is hij hard genoeg voor zichzelf? Kan hij een koers van meer dan 250 kilometer aan? Leeft hij überhaupt genoeg voor de sport? Hoog tijd om de criticasters het zwijgen op te leggen, Lars, en een hardhandig einde te maken aan alle twijfels. Zet je krabbel snel onder een contract bij Omega Pharma-Quick Step. Volg je ploegmaat Sep Vanmarcke, laat je door d’n Patrick kneden tot knoestige flandrien. Focus op april 2014 en los die eeuwige belofte in. Je bent pas 27, er zullen nog vele grote zeges volgen.

1. Robert Gesink

Last but not least: Robert Gesink. Tegen wil en dank uithangbord van de vaderlandse wielersport. Ooit neergezet als toekomstig Tourwinnaar, maar die ambitie kan bij het oud vuil. Top-10 is zijn plek, het podium haalbaar als alles meezit. Helaas is dat niet altijd het geval. Robert is Robert en dat is goed. Aimabel mens, prima coureur. Zeer sterk klimmer, behoorlijk tijdrijder (inmiddels). Serieuze jongen ook, leeft voor z’n sport. En hij kent z’n beperkingen. Zo gaat hij nogal eens onderuit. Zijn lange dunne lijf breekt snel; letterlijk en figuurlijk. En: hij is niet explosief. Demarreren, hij kan het niet. Keihard in één tempo een berg op rijden, dat is zijn ding. Ik zeg: benut je kracht, Robert, doe waar je goed in bent. Bevrijd je van het juk van het kopmanschap, het gezeik van pers en publiek. Teken bij Sky. Veel trainingsdagen, weinig koersen. Een stevig-wetenschappelijke Anglo-Amerikaanse aanpak, daar houd je van. Ik zie je volgend jaar al rijden in het Tour-treintje: voorop die twee gekke Colombianen, daarachter jouw sliertige lijf. De laatste adjudant van Wiggo op weg naar de top. Lekker stoempen en ’s avonds geen gezeik.

Sander Peters
Laatste berichten van Sander Peters (alles zien)