We vergelijken maar al te graag generaties, zo mogelijk nog moeilijker dan het vergelijken van klimtijden van nu met die van twintig jaar geleden. Toch zijn we er dol op. En dan nog gezwegen over de talloze lijstjes. Zonder lijstjes en erelijstjes geen sport en al zeker geen wielrennen. Elke nutteloze gelegenheid wordt te baat genomen om met een lijstje op de proppen te komen. Daaraan doen wij niet mee. Een lijstje moet nut hebben, kwestie van de schoonheid van het wielerlijstje niet uit te hollen.

Gelukkig zijn er ook lijstjes met wel meerwaarde. Lijstjes die de essentie van sport vatten. Daarom hebben we voor u de grootste wielrenners uit de recente geschiedenis opgelijst. Om het criterium recente geschiedenis enigszins af te bakenen: onderstaande, nu toch al 21 levensjaren op de teller, moet ze nog hebben weten fietsen. Oh ja, er was nog wel één kleine randvoorwaarde: de renners mogen nooit aan de start van de Tour zijn verschenen.

Renners die aan de verleiding weerstaan om deel te nemen aan de Tour kunnen we gerust pioniers noemen. De Tour eet de hele wielersport op. Alles staat in het teken van de Tour en renners gaan zich daar ook naar gedragen. Ze leven obsessief voor dat ene moment en verwaarlozen daarbij andere koersen. Sommige renners zijn zo gebiologeerd door de Tour, vallen dan in een ogenschijnlijk ongevaarlijke Touretappe, moeten opgeven door een knieblessure en zien de rest van hun seizoen in rook opgaan wat dus resulteert in een verloren jaar. In bepaalde landen gaat het zelfs zo ver dat de mensen er krankzinnig van vreugde worden wanneer een landgenoot tweede staat bij de tweede rustdag met nog een loodzware en allesbeslissende slotweek voor de boeg.

Om die scheefgetrokken en ongezonde situatie recht te zetten, krijgt u hier de tien meest heroïsche wielrenners uit de recente geschiedenis die het vertikt hebben om aan de Tour deel te nemen.**

leoni10. Endrio Leoni

Als je twee jaar achter elkaar de Scheldeprijs kan winnen en er Jeroen Blijlevens kan kloppen, heb je wel wat in je mars. Daarnaast heeft deze Endrio Leoni in alle grote rondes één of meer ritten gewonnen. Behalve in de Tour de France dan. U begint dus te begrijpen waarom Mario Cipollini tot soms vier ritten in één Tour kon winnen. Een mens kan zich afvragen wat die zeges waard zijn als Endrio Leoni niet eens aan de start stond. In het voorjaar van 2002 stopte Leoni maar met koersen, hij werd dan toch al voor anderhalf jaar geschorst voor dopingbezit. Endrio Leoni staat hierom op een verdiende tiende stek, al was het wel een millimetersprint met Ivan Quaranta en Simone – bedankt voor de bloemen – Cadamuro.

9. Nicola Miceli

De wielercarrière van Nicola Miceli, bijgenaamd Het Spook, was alweer gedaan voor ze goed en wel begonnen was. Bij de ploeg Aki-Safi, waar toen ook Serhiy Honchar, Endrio Leoni, Stefano Faustini (onthoud die naam) en de betreurde Denis Zanette voor reden, brak hij in 1997 helemaal door. Na een opgave in de Giro van 1996 werd hij in die van 1997 prompt vierde. Hij leek in de Giro van 1998 te bevestigen. Hij won meteen een rit en in de rit met aankomst op Alto di Pampeago moest hij enkel Tonkov en Pantani voor zich dulden. Maar vlak voor de slottijdrit werd hij uit koers genomen wegens een dopinglamp waar hij tegen liep. Tot zover de carrière van Miceli.

8. Mauricio Ardila

De Wim Van Huffel van Colombia. Zelfde leeftijd en zelfde specialiteit: klimmen. Altijd die hoop dat hij zou waarmaken wat hij leek in zijn mars te hebben. In 2002 prof geworden bij Marlux, een jaar later startverbod gekregen wegens een te hoog hematocriet in de Amstel Gold Race en in 2004 een verdienstelijke Giro gereden en de Ronde van Groot-Brittannië op zijn palmares gezet. Zo komt een mens aan een contract bij Lotto. Na een puike Giro waar hij Wim Van Huffel flankeerde en in de beruchte rit naar Sestrière Lotto op de klimkaart zette, werd hij in de Vuelta achtste. Daarna stierf de wielrenner Ardila bij Rabobank een stille dood die vijf jaar geduurd heeft. Eén ding is hem wel bespaard gebleven: de Tour heeft hij nooit gezien.

Of Ardila nog koerst? Jazeker. Hij eindigde recent nog 29ste in de Ronde van Colombia, achter een Spanjaard, een Boliviaan, een Ecuadoriaan en 25 Colombianen.

7. Stefano Faustini

Als 2011 het wondjaar was van Philippe Gilbert en Mehdi Sohrabi, dan was 1996 dat van Stefano Faustini. Faustini werd dat jaar prof op zijn 28ste. Maar dat belette deze laatbloeier niet om meteen zevende te worden in de Giro en vijfde in de Vuelta. In 2000 was hij al geen prof meer, de drie resterende jaren van zijn loopbaan als wielrenner reed hij geen platte prijs meer bij elkaar. Aan de Tour rijden, kwam hij helemaal niet toe. Faustini zou de geschiedenis ingaan als één van de grootste slachtoffers van de invoering van de hematocrietgrens.

Saul Raisin6. Saul Raisin

Amerikaans toptalent dat korte tijd reed voor Crédit Agricole. In zijn eerste profjaar meteen negende in de Ronde van Duitsland. Ach, Ronde van Duitsland zult u zeggen. Toen wel WorldTour en hij moest er enkel maar kleppers als daar zijn Leipheimer, Ullrich en Evans voor zich dulden. Bovendien, eindigde hij er toch maar mooi negen plaatsen voor de één jaar oudere Alberto Contador. Hij zette dat jaar (2005) ook mee de monsterontsnapping op touw in het WK te Madrid alwaar ene Tom Boonen won. Het lachen zou hem helaas snel vergaan. Na in 2005 ook al door een motor te zijn aangereden, raakte hij in 2006 in de Circuit de Sarthe na een val in coma. Herstellen van deze doodsmak deed ie wel, maar Raisin zou niet meer aan fietsen toekomen. Zoals het een echte Amerikaan betaamt, heeft hij nu een Foundation die mensen die hetzelfde als hem hebben meegemaakt, moet ondersteunen.

5. José Antonio Pecharroman

Vanuit het niets won José Antonio Pecharroman in juni 2003 de Ronde van Catalonië en de ter ziele gegane Euskal Bizikleta Vasca. En hij deed dat met overwicht. In de Bizikleta Vasca reed hij Joseba Beloki en Francesco Casagrande op meer dan een minuut en in de Ronde van Catalonië delfden Roberto Heras en Koldo Gil, die nochtans beroep deden op de uitstekende diensten van de Madrileense dokter Fuentes, het onderspit. Pecharroman moest dus wel een wonderkind zijn, dacht ook Patrick Lefevere en hij contracteerde hem voor twee jaar bij Quickstep. De vraag hoe hij dit voor elkaar kreeg, was blijkbaar minder relevant.

Het bleek een naïeve gedachte. Al kan het natuurlijk nog altijd naïever, door Stefan Schumacher en Riccardo Ricco’ te willen inlijven bijvoorbeeld. Maar goed, Pecharroman zou de rest van zijn nog korte carrière blijven teren op zijn wondermaand juni 2003 waarin hij twee prestigieuze Spaanse rittenwedstrijden won. Na zijn twee jaar Quickstep trok hij naar Comunidad Valenciana, de opvolger van Kelme en in 2007 toen hij voor Benfica reed, testte hij positief op finasteride. Wat naar eigen zeggen in een product tegen haaruitval zat. Een originaliteitsprijs kreeg dit excuus niet, de week voordien kwam de Braziliaanse stervoetballer Romario na zijn positieve plas op ditzelfde product al met hetzelfde excuus op de proppen.

4. Ondrej Sosenka

Na in 1999 al de Ronde van Slowakije te hebben gewonnen, won Ondrej Sosenka in 2001 de Ronde van Polen. Aan de Vredeskoers mocht hij niet deelnemen, vlak voor de start werd er een te hoog hematocrietgehalte bij hem vastgesteld, wat hij een jaar later rechtzette door deze koers te winnen. Na nog eens de Ronde van Slowakije en de Ronde van Polen te hebben gewonnen, zette Sosenka de kroon op zijn carrière in 2005. In Moskou verscherpte hij het werelduurrecord. Op een gewone fiets weliswaar – Boardman had al eens meer dan 56 kilometer in één uur gefietst op een aerodynamisch wondertuig – fietste de Tsjech 49,7 kilometer. En dat werelduurrecord staat nog steeds op de tabellen.

De werelduurrecordhouder heeft nooit de Tour gereden. Nogmaals een bewijs hoe overschat dit rondje fietsen in Frankrijk wel is. Na drie jaar Acqua & Sapone werd het voor Sosenka moeilijk om nog een broodheer te vinden. Hij verzeilde bij nog twee kleinere Tsjechische ploegjes en stopte in 2008 mee fietsen nadat hij op dopinggebruik betrapt werd. Dat een werelduurrecordhouder pas op de vierde plaats staat in de ranking van allergrootste wielrenners uit de recente geschiedenis, betekent dat er nog drie straffere – ongelooflijk maar waar – renners voor hem staan.

3. Igor Astarloa

Wereldkampioen in 2003 met een hematocriet van 49,5. En winnaar van de Waalse Pijl. En de eerste wereldkampioen sinds Jempi Monseré die nooit aan de start is verschenen van de Tour. Hij heeft hier zijn plek dus dubbel en dik verdiend. Na zijn magische jaar 2003 ging het wel bergaf met Astarloa. Een ritje in de Brixia Tour en de Ronde van Burgos dat wel. Maar via Lampre en Team Barloworld verzeilde hij bij Milram waar hij wegens abnormale bloedwaarden ontslagen werd. Einde carrière Astarloa, de kortstondige passage bij Amica Chips ten spijt.

Wim van Huffel

2. Wim Van Huffel

De Mauricio Ardila van Vlaanderen. In 2005 kende hij zijn grote doorbraak bij Lotto met een elfde plaats in de Giro en een derde plaats in de rit met aankomst op de Mont Ventoux in de Dauphiné Libéré waar hij onder andere Armstrong achter zich liet. Meer nog, hij liet zich ontvallen dat hij de Mont Ventoux te gemakkelijk vond. Om maar te zeggen met wat voor klimtalent we hier te maken hebben.

Na een wonderjaar 2005, zou hij in 2006 of ten laatste in 2007 aan de start van de Tour verschijnen. Althans dat was het plan. Dat zag Van Huffel niet meteen zitten en zijn prestaties begonnen te kelderen. Hij zag de Tour liever thuis vanuit zijn luie zetel met een Leffe in de hand nadat hij in de voormiddag zijn moestuin had bewerkt. We kunnen hem geen ongelijk geven: veel rustgevender dan het mediacircus Tour waar hij constant opgejaagd zou worden door handtekeningenjagers of opdringerige fans die met hun grote held op de foto willen.

1. Julio Alberto Pérez Cuapio

De mythische oranje truitjes van Panaria werden nog mythischer telkens wanneer Julio Alberto Pérez Cuapio in één van de vele monsterachtige bergritten demarreerde in de Giro. De Mexicaanse berggems reed bijna heel zijn carrière voor deze formatie en liet jaar na jaar het beste van zichzelf zien in de Giro, jaar na jaar zijn laatste koers van het seizoen. Aan de Tour had hij niet te denken. Daar werd Panaria toch niet voor uitgenodigd. In de Giro van 2001 won hij een zware bergrit met aankomst op de Passo Pordoi. Een jaar later won hij in de Giro twee bergritten en het bergklassement. Ondanks zijn klimkwaliteiten bleef hij hondstrouw aan Panaria waar hij de rest van zijn dagen als profwielrenner sleet. De prestaties van 2002 evenaren of overtreffen, deed hij niet meer. Meer dan kleur geven aan de Giro zat er niet meer in. In 2008 reed hij zijn laatste Giro weliswaar geheel anoniem. Hij ging nog wat in het Caribische gebied fietsen, maar hing eind 2010 de fiets definitief aan de haak.

Bovendien had Pérez Cuapio een bijzonder gevoel voor zelfrelativering en humor. En daar komt een mens in zijn leven het verst mee, getuige ook zijn eerste plaats in het lijstje van grootste wielrenners uit de recente geschiedenis.***
* Die nooit de Tour hebben gereden

** U krijgt hier de enige echte onbetwistbare top 10. Over de uitslag van de jury kan niet worden gecorrespondeerd. Aurélien Clerc, Niklas Axelsson, Aleksandr Usov en Stefan Van Dijk halen dus bij het neerleggen van een klacht sowieso bakzeil.

*** Al zullen sommige wielrenners de bedenking maken dat ze met epo of met Aicar in combinatie met een snuifje GW1516 nog verder komen.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)