Wanneer de vruchtenbomen in de Betuwe exploderen in een witroze bloesemzee, maken de klinkers van de koers plaats voor het gladde asfalt van de heuvels, en veranderen namen als Cancellara, Boonen en Vanmarcke in Valverde, Rodriguez en Kwiatkowski. Plotseling drong zich afgelopen jaar tijdens zo’n heuvelklassieker een jong ventje op in die laatste rij namen. Het scheelde niet veel of La Doyenne werd gewonnen door Julien Alaphilippe. Flipje, uit de hoge hoed van Lefevre getoverd. Dit jaar vertrekt de Fransman als een favoriet. Hij zal het heel wat lastiger krijgen.

Het is zeker niet voor het eerst dat een broekie de finale van Luik-Bastenaken-Luik kleurt. Zo ging begin jaren ’80 een Nederlander hem voor. 1983 om precies te zijn. Tussen grote namen als Bernard Hinault en Giuseppe Saronni won daar ineens een slanke onbekende Hollander uit de Franse Sem-ploeg. Steven Rooks heette hij. Op de buitenlandse televisie zullen ze moeite gehad hebben om ook maar iets te vertellen over de jongen die met de bloemen op het podium stond te zwaaien.

De jaren nadien verscheen Rooks telkens als kopman aan de start van La Doyenne, zoals dat dit jaar bij Alaphilippe het geval zal zijn. Vraag is wat dat verschil uitmaakt, en wat het met de prestaties doet.

“Het geeft jezelf vertrouwen dat je de kopman bent, want dat heb je bereikt door een superprestatie”, aldus Rooks. Maar met het kopmanschap komt natuurlijk ook druk.

Die druk leg je ook jezelf op. Je weet dat je goed kan presteren in die wedstrijd. Maar de pers doet er ook aan mee. Die zet je neer als favoriet. Daar moet je mee kunnen omgaan.”

Uit psychologisch onderzoek weten we dat er aanzienlijke verschillen zijn in de mate waarin sporters met druk kunnen omgaan. De een heeft er nauwelijks last van, terwijl een ander er aan onderdoor gaat. Het hangt vooral samen met een bepaald persoonlijkheidskenmerk waardoor sommige mensen onder druk angstig worden, bang dat het mis zal gaan, dat ze zullen teleurstellen, wat vervolgens inderdaad juist door die twijfel sneller gebeurt. Rooks leek daar niet veel last van te ondervinden. Na 1983 stond hij nog tweemaal op het podium van Luik-Bastenaken-Luik, al haalde hij niet meer het hoogste schavot.

Er is nog een andere, minstens zo belangrijke reden waarom de jonge Fransman van Etixx-Quickstep het dit jaar lastiger gaat krijgen.

Rooks over zijn ervaring: Verschil is dat als je nog redelijk onbekend bent, ze je makkelijker laten gaan en durven wachten. Ze weten niet of je het volhoudt. Je kunt er dus onbevangen tegenaan gaan.”

“Als je kopman, favoriet bent dan houden velen je in de gaten en is het een stuk moeilijker om voorop te rijden en te blijven. Bovendien heb je vaak ook nog verschillende ploegmaten die als ze super zijn de wedstrijd kunnen winnen. Je moet daar allemaal rekening mee houden. Je leert er wel mee omgaan. Je moet nog slimmer in de wedstrijden zijn. Dat is een leerproces. Al met al best lastig, maar het vormt wel je karakter!”

Het is maar afwachten hoe de jonge Fransman met druk omgaat, en hoe snel zijn leerproces verloopt. Zal Flipje la Doyenne winnen? Ik denk het niet.

In 2015 verscheen het boek De verborgen motor: over de psychologie van het wielrennen bij uitgeverij Prometheus Bert Bakker. In dit boek wordt op een toegankelijke manier ingegaan op de belangrijkste psychologische aspecten van de wielersport, aan de hand van voorbeelden van wedstrijden als de Giro, Tour en Parijs-Roubaix. Dit artikel is gerelateerd aan het boek, maar werd speciaal voor Hetiskoers geschreven.

Martijn Veltkamp