Een paar jaar terug nam een collega me mee naar Gerwen. Daar was de streep getrokken van de vijfde (of zesde, of vierde) etappe van Olympia’s Ronde. Mijn collega, geboren en getogen in het dorp, kende alle 659 inwoners. Hij had vip-kaarten geregeld.

Het was dinsdagmiddag, half drie. We stonden onder een partytent, dronken lauw bier en buiten regende het zachtjes.

Over twee uur arriveerden de renners.

We namen nog een biertje, in een plastic glas. Bavaria. De zoon van mijn collega deed de catering.

‘Daar staat Jo de Roo’, zei mijn collega. Hij wees naar een tengere, pezige en bruinverbrande man. Ik werd voorgesteld. ‘Dit is Sander’, zei mijn collega. ‘Ik ben Jo’, zei Jo de Roo. Hij schudde me vriendelijk de hand. Mijn collega maakte een foto. Die heb ik nog steeds. Je staat niet iedere dag zij aan zij met een oud-winnaar van de Ronde.

We namen nog een biertje. Ik wist niet wat ik moest zeggen tegen Jo de Roo. Jo zei ook niets. De speaker gelukkig wel, vanuit z’n omgebouwde vrachtwagen.

Het lokale midden- en kleinbedrijf had goed betaald voor het betere pr-werk. Treffende slogans passeerden de revue.

Toen werd de rondemiss voorgereden. De speaker maakte galmend melding van haar rondingen en andere kwaliteiten. De miss mocht bij ons onder de tent staan. Ze was de dochter van de overbuurman van mijn collega. Ze had blonde krullen en lachte lief. Ik werd voorgesteld. ‘Dit is Sander’, zei mijn collega. ‘Ik ben Mandy (of Linda)’, zei Mandy of Linda. Ze lachte nog eens en dronk een ice tea. Ze studeerde in Den Bosch, kon ze nog net vertellen voordat de huisfotograaf van het Gerwens Nieuwsblad haar op het podium zette.

Foto! Lachen! Flits. En nog een.

Het miezerde nog steeds. Inmiddels hadden zich een stuk of zes mensen langs het parcours verzameld.

Nog een uurtje. ‘Een biertje dan maar?’, vroeg de zoon van mijn collega.

‘Daar heb je Jan Gisbers’, zei mijn collega. Hij wees op een klein mannetje met een grote neus. Ik werd voorgesteld. ‘Dit is Sander’, zei mijn collega. ‘Ik ben Jan’, zei Jan Gisbers en lachte verlegen. ‘Jan, ga je nou een nieuwe ploeg beginnen of hoe zit dat?’, vroeg mijn collega. Jan lachte weer en mompelde toen iets onverstaanbaars Brabants over sponsors, wielerploegen en contracten en de economische crisis en imago en nog wat dingen.

Net toen ik Jan Gisbers wilde vragen naar de Intralipid-affaire, viel de rondemiss over een dranghek. Commotie. De speaker maakte een hoop kabaal, Jo de Roo hielp Mandy of Linda overeind en de zoon van mijn collega bracht haar nog een ice tea.

Haar jurk was nog heel. De sjerp ook, gelukkig.

De zon brak door. Er stonden nu meer mensen langs de kant dan onder de partytent.

Toen kwam het peloton eraan. Massasprint. Applaus. Lars Boom in de leiderstrui. Kussen van de miss, fotootje met Jo de Roo, Jan Gisbers en hopsakee. Dat was het weer voor Gerwen.

De partytent bleef nog lang staan. Mijn collega en ik dronken nog heel wat biertjes. Jo de Roo, Jan Gisbers en Mandy of Linda waren snel vertrokken.

Het begon weer te regenen.

Sander Peters
Laatste berichten van Sander Peters (alles zien)