Lotto-Jumbo (Nederlandse wielerploeg zonder winstoogmerk) zoekt een Italiaan. Het blijkt een al even heikele klus als de zoektocht naar een Roemeen in de buurt van een voetbalstadion. En dus steek ik geheel onbaatzuchtig, nog belangelozer en ook gewoon gul een handje toe door als niet-erkend headhunter organisch te werk te gaan. Zwezerik, schildklier en hart zijn niet te veronachtzamen onderdelen van een menselijk lichaam, ook een renner kan moeilijk zonder. Omdat Italiaanse renners niet gemakkelijk blijken te vangen, is dit geen vereiste om te mogen deelnemen aan de hierop volgende strenge selectieprocedure.

Heeft Italië iets met wielrennen?

Goh, het stelt eigenlijk niet veel voor. Er waren in het verleden wel enkele uitschieters, maar al even snel verdwenen die schijnbaar van de aardbol. Ik denk aan Dario Frigo en Eddy Mazzoleni. Ook Coppi, Bartali en Casagrande waren rennertjes die lokaal enkele tientallen mensen op de been brachten als er een wielerwedstrijd in de buurt was, maar dat kon ook voor de tombola geweest zijn. Pittige anekdote: Bartali nam nooit deel aan tombola’s, omdat hij dat in strijd vond met zijn geloof.

Nog zo van die anekdotes die de kern van het Italiaanse wielerbestaan zo typeren?

Niet echt. Al kan ik er misschien nog aan toevoegen dat Bartali door zijn minachting jegens tombola’s, of door zijn vrome houding zoals u wil, bij een deel van die tientallen mensen op niet veel steun kon rekenen. Integendeel, de stemming werd zelfs lichtelijk vijandig, zeker toen Coppi op de proppen kwam. Die deed gretig mee aan tombola’s, zo won hij een fietsbel waar hij als professioneel wielrenner vanzelfsprekend niets mee was en een diskettehouder. Dat was nogal ongewoon in die tijd, omdat de diskette zelf nog moest uitgevonden worden. Het duurde niet lang vooraleer de twee Italië in twee kampen zouden verdelen, maar dat doet verder weinig ter zake.

De vraag of Italië wedstrijden van belang kent, dan maar schrappen?

Een scherpe en pientere doch rechtvaardige conclusie. Pas op, er wordt wel gefietst in Italië om den brode. De wedstrijden die er betwist worden, benaderen evenwel nooit de traditie van een Nokere Koerse, laat staan de mythische proporties van de World Ports Classic.

Hoe laat de sporadische Italiaanse wielrenner zich doorgaans opmerken?

Door te volgen, aan te haken en hopen niet te lossen. Al is het maar om de kopman zijn dertiende plaats in het algemeen klassement op drieëntwintig minuten te verdedigen.

Bestaat de kans dat iemand met zulk profiel zich bij Lotto-Jumbo thuis zal voelen?

Bwah ja. Wie weet.

Een eerste naam die dan onherroepelijk opduikt, is Enrico Battaglin.

Enrico Battaglin is een beetje de Sonny Colbrelli maar dan in alles een beetje minder. Ze rijden ook nog eens voor dezelfde ploeg. Dan kiezen voor Battaglin is als naar de plaatselijke elektrozaak gaan voor de nieuwste iPhone die daar niet voorradig blijkt en dan maar naar huis gaan met een geblutst faxtoestel.

De gesprekken met Battaglin zitten in een vergevorderd stadium.

Wat nu?

Tja, wederom een goede vraag die getuigt van kennis van deze materie. Tijd voor actie. Er zijn meer verfijnde creaturen in de hedendaagse Italiaanse wielrennerij, zoals Daniel Oss, Simone Petilli en Paolo Tiralongo. Van geen van de drie is evenwel hun standpunt geweten wat betreft tombola’s.

Een risico voor de teamgeest.

Weerom een snuggere opmerking. Je wil niet meemaken dat zo’n renner een tijdritfiets bij een tombola wint en de dag erna uit principe er een tijdrit in de Tour mee wil rijden. Zo’n renner kan je best zo snel mogelijk naar een ander team laten gaan.

Andere opties?

Mits een stevig ontwikkeld gevoel voor fantasie. In het geval van Vincenzo Nibali moet het wagenpark uitgebreid worden, bij een komst van Fabio Aru is een samenwerking met het Instituut voor Tropische en Middeleeuwse Ziekten gewenst, Domenico Pozzovivo dan weer wil alleen in hotels slapen met deuren voorzien van een kattenluik en Filippo Pozzato heeft een allergie voor carbon en bij uitbreiding voor alles wat niks te maken heeft nbso online casino reviews met luieren aan een zwembad. En ga zo maar door. Door de band genomen meer lasten dan lusten.

En dus concludeer je?

Er zijn nog maar twee opties.

Vertel.

De eerste mogelijkheid is werk maken van de naturalisatie van Lennard Kämna. Zonder veel verbeelding kan dat de naam zijn van een Nederlands wielrenner, waarom niet van een Italiaan? Op lange termijn zal dat resulteren in zeges in alle wedstrijden behalve het NK wielrennen op de weg. Maar dat mag geen obstakel zijn voor Lotto-Jumbo.

Maar…

Kämna is een talent daar elke ploeg zal op azen. De kans is groot dat hij zal zwichten voor de vetpotten van Team Roompot.

En dus…

Is de enige optie het aanwerven van een talent dat op een zijspoor is beland, dat gretig is om het ongelijk van de grote ploegen te bewijzen, dat nog vromer is dan Bartali dat hij nooit ofte nimmer zal deelnemen aan verdorven activiteiten als tombola’s, dat niet aast op de witte trui in de Tour maar gelijk op het geel, dat ondanks zijn prille jeugd droomt van vier overwinningen in de Waalse Pijl, dat tegelijk ook ervaren genoeg is om nooit op meer dan 120 meter van de aankomst op kop te komen, dat een gezin heeft dat zorgt voor de nodige stabiliteit en rust in zijn leven, dat geboren is in een jaar dat het niet anders kan dan dat hij hard kan fietsen, dat een cultstatus heeft opgebouwd bij elke rechtgeaarde wielerliefhebber, dat nooit op een boude uitspraak te betrappen is betreffende gevoelige wielerthema’s alsof hij het zelf allemaal al heeft meegemaakt en de andere kant van het verhaal kent, dat nog in de fleur van zijn leven zit en tezelfdertijd zijn levenswijsheid en ervaring kan delen met jonge talenten, dat zijn biologische klok niet voelt tikken en binnenskamers nog een zege in de Vuelta ambieert en dat dit wielerjaar de beste Italiaan was in onder andere de Tour du Haut-Var, de Brabantse Pijl en de Turkse klassieker Kemer-Elmali en vorig jaar de Giro dell’Emilia won. Verder zoeken is vergeefse moeite. Davide Rebellin is zijn naam.

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)