Geef ons broedermoord, lieve heer. Anders kan dit nog een heel vervelende Tour worden.

Ik bedoel dan niet het uitroeien van de Schleckjes (hoewel, als u toch bezig bent…), nee, tweespalt in de Sky-formatie hebben we nodig. Etterende spanningen, gecamoufleerd met teksten over de goeie sfeer.

Eén bleke Brit kan de Tour redden. Maar die mag niet van de baas. We waren ‘m collectief uit het oog verloren na de Vuelta, al geldt dat ook voor de enige die ‘m daar versloeg en nu naamloos meerijdt. Die Froome is een man zonder verhaal ook, ja iets met Kenia en infecties die hij daar verzamelt.

Of ze nu Evans heten, Nibali, desnoods Van Den Broeck, er valt weinig van te verwachten. Ze zullen de kunst van de late aanval nog verder perfectioneren. Waarom col één, twee of drie proberen als het ook in de laatste anderhalve kilometer kan? Wielrenners zijn tegenwoordig vooral bang om te verliezen, of te vallen, met precies dat als gevolg.

Toegegeven, ik loop graag iets te ver op de zaken vooruit, zie mijn vorige bijdrage. Bedoelde natuurlijk Gesink toen ik Wiggins schreef (de directie van Het is Koers publiceert ook alles maar…)

Zou die wél welbespraakte Brit dan toch in staat zijn tot enige alleenheerschappij? Dat hangt dus af van het historisch besef van die andere. Die zal inmiddels ook wel begrijpen dat zijn kopman het grootste obstakel vormt richting een Tourzege.

Het zou kunnen beginnen met een kleine grap op de kamer die ze delen: ‘Maar Wiggo, als jij nu gewoon die Olympische rijdrit pakt, dan is tweede in de Tour toch ook mooi?’

Of een net iets te harde wind.

Had hij met z’n harkige lijf de stalorders in de Vuelta wat eerder genegeerd dan was de machtsovername al beslecht. Zou Wiggins hém geholpen hebben – en niet andersom – dan was die Britse rondewinnaar al een feit. Idem voor herrie in de tent.

De mooiste Tourversies stonden in het teken van broedermoord. Fignon bleek nog arroganter dan ploeggenoot Hinault, toen de jongeling de meester niet alleen in grootspraak bleek te overtreffen. Die op zijn beurt dan weer een jaar later de sterkere ploeggenoot Lemond liet verliezen. Stalorders zogenaamd. Om hem in ruil daarvoor het volgende jaar te helpen. De vernieling in dan, moet Hinault gedacht hebben, want die belofte bleek niks waard zodra hij een zesde Tourzege rook. Lemond kon zijn irritatie niet verbergen, de Tour werd elke dag interessanter, tot hij Hinault als eerste de finish op Alpe d’Huez overduwde, waar een zetje richting ravijn passender leek, in ’86.

Voor een leuke Tour heb je maar één ploeg nodig eigenlijk.
Indurain was sterker dan Delgado.
Ullrich dan Riis.
Contador en Armstrong, de afgunst was mooier dan het duel.

En tijdens het kaartspel op trainingskamp misschien, met spectaculaire printjes van wattages ernaast: Gesink en Mollema. Nee, bij een Nederlandse ploeg zal het nooit gebeuren.

Dave Brailsford, de grote man achter dat zo klinische en ongrijpbare Sky, bezweert dat er geen sprake zal zijn van enige persoonlijke spanning, geen ego mag groter zijn dan het uitzicht op Tourwinst. Zijn geruststellende woorden na de tijdrit bieden perspectief. De sfeer binnen het Nederlands elftal was tenslotte ook nog prima vlak voor het echte werk begon. Het is bij broedermoord van groot belang dat de buitenwacht moe gepraat wordt over de goede sfeer in de ploeg. Tot vervelends toe blijven benadrukken dat iedereen zich bewust is van zijn taak. Een overvloed aan nietszeggende teksten hebben we nodig. Daarin kan Froome zijn kopman zeker voorbij streven.

Hij kan een man met een verhaal worden. Leuker dan de eerste Brit die tweede wordt in de Tour.

Wat zal ploegleider Servais Knaven in de oortjes toeteren, wanneer Wiggins kraakt op de Port de Balès terwijl Froome met die Wayne Rooney-achtige blik doorstampt en er even geen verbinding met Londen mogelijk is?

‘….eh, that the best may win guys, should I say.’

Misschien wordt het toch nog een leuke Tour.

Mark de Bruijn