Beste Riccardo,

Ricardo RiccoIk ben blij dat jij wielrennen hebt begrepen. Het is een spel met acteurs waarbij deze het publiek op een zo kostelijk mogelijke manier moeten entertainen. Met veel genoegen las ik dan ook het bericht dat je de fiets nog niet vaarwel hebt gezegd, maar eraan denkt om klimtijden op mythische cols zoals de Mont Ventoux aan te vallen. Een plan dat applaus verdient. De snelste tijd op de Ventoux staat nu op naam van Iban Mayo. Een dergelijke col verdient een recordhouder met een zekere betrouwbare uitstraling of toch op zijn minst een flamboyant figuur als recordhouder. Alleszins geen Spaanse grijze epomuis.

Maar je plannen worden weer op hoongelach onthaald. Had jij jouw akkefietje in februari 2011 niet overleefd, trad je in de voetsporen van Frank Vandenbroucke, José Maria Jiménez en Marco Pantani. Grootpakkers, geen doetjes, maar na hun dood uitgegroeid tot mythes waarbij er nauwelijks nog wordt teruggedacht aan hun zonden. Jouw flitsen bergop zouden je dopingescapades doen vervagen. Je zou niet uitgespuugd worden, maar als afgezant van de god Pantani aanbeden worden. Maar het spijt me, Riccardo. Het bloed in je koelkast was net niet vervallen genoeg. Je bent bijgevolg geen slachtoffer maar nog steeds een karikatuur van jezelf, een dubieus type dat overal uitgespuugd wordt en de verpersoonlijking van al het kwaad dat het wielrennen rijk is.

Maar we weten intussen wel beter. Je deed niet meer dan wat anderen deden, waarschijnlijk enkel wat minder medisch begeleid en uitgebreider. Zondebokken zijn nodig om de eigen zonden te vergeten. En jij bent er een makkelijke, Riccardo. Hoogmoedig, nooit om een straffe uitspraak verlegen, helderziende waar je gaat aanvallen, gewoon het spel spelend. Enkel speelde je het spel alleen, waardoor je algauw persona non grata werd en het imago hebt van een arrogante etterbak. Jij bent uitgegroeid tot de bandiet die het wielrennen nodig heeft om zich tegen te kunnen afzetten om zelf de eigen hypocrisie en de eigen fouten naar de achtergrond te verdringen.

Neem nu die nette renner, Ryder Hesjedal heet ie. Een grotere tegenstelling dan jou, Riccardo, rijdt er in het peloton niet rond. Nooit een overtogen woord van hem of over hem, enkel zijn brillenkeuze is voor discussie vatbaar. Hij kende ook een akkefietje dat quasi tegelijkertijd met jouw mooie toekomstplannen naar buiten kwam, enkel was dat – uiteraard – tien jaar geleden toen hij verkeerde Deense vrienden had. Maar in de maagdelijk schone kringen van het wegwielrennen, kwam hij algauw weer op het rechte pad. Hij ging naar de ploeg van Jonathan Vaughters, het Samu Social voor ex-dopingzondaars, begon plotseling zonder doping te presteren en won warempel de Giro. Zuiver uiteraard, want die epo was niet meer dan een accidentje in een ver verleden. En de Canadees, hij kan doodgemoedereerd verder fietsen. Omdat het nieuwe geweten van de sport, Jonathan Vaughters, zijn permissie geeft.

De wielerwereld is er één van twee maten en twee gewichten. Maar kwam jij wel aan twee maten, Riccardo? Net na de voorbije Tour gooide je nog een bommetje door te vertellen dat er niet vier positieve gevallen in de Tour van 2008 waren, maar wel 48. Je was nog maar eens de nestbevuiler, omdat je je mond opentrok. Maar ik geloof je, Riccardo. Enkel was het niet erg tactisch slim om dat te zeggen. Vrienden maak je er weer niet mee, denk eens aan 2024 wanneer je je comeback mag maken. Je mag dat jaar dan wel 41 worden, maar de recente geschiedenis heeft ons geleerd dat dat geen belemmering hoeft te wezen. Ga in tussentijd maar eens goed je gangen op de Mont Ventoux, zet je koelkast voor de zekerheid een paar graadjes lager, want ongeloofwaardiger dan een 41-jarige Amerikaan die de Vuelta wint zal het toch nooit worden.

Met vriendelijke groeten,
Matthias

Matthias Vangenechten
Laatste berichten van Matthias Vangenechten (alles zien)