‘Bijzondere ritwinnaars in de jongste jaren van de Tour de France’ is een wat algemene ondertitel. Je vraagt je daardoor vooraf al af wat dit boek precies gaat bieden. Iedere ritwinnaar heeft een persoonlijk verhaal, schrijft Thomas Olsthoorn in de inleiding van Incroyable!. Tegelijkertijd worden ritwinnaars snel weer vergeten. “Vandaar dat dit boek bestaat uit verhalen
Zo veel romans er in Nederland zijn geschreven over stugge boeren, zo weinig zijn er geschreven over ondergedoken wielrenners. Lidewey van Noord heeft zich gewaagd aan een novelle over een stugge boer én een ondergedoken wielrenner.
Wie zot is van de koers zal in, het voor beste sportboek van het jaar genomineerde, De Spaanse
Een leuk idee, maar hoe groot is de kans dat talentvolle beloften ook interessante profs gaan worden? Een beetje cynische redacteur had deze vraag vast aan Menno Haanstra gesteld toen hij in 2015 besloot de achttienjarige beloften Fabio Jakobsen en Julius van den Berg te gaan
Als Peter Winnen er niet was geweest, was ik nooit in de bergen gaan fietsen, in 1982, op mijn lichtblauwe stalen Koga Miyata. Die stelling durf ik wel aan. Peter Winnen werd in 1980 profrenner, bij IJsboerke, op “reddingsboei” (zijn woorden) Koga Miyata, en elf jaar later, hij reed toen voor Buckler,
‘Het peloton? Dat is ‘een bij elkaar geraapt zooitje renners dat verschillende belangen vertegenwoordigt en eigen ambities heeft en dat in de wedstrijd elkaars vriend of vijand is, wat ook nog eens elk moment kan veranderen.’
Aan het woord is Steven Kruijswijk in het boek Ik ben renner, een verzameling
Je moet het ijzer smeden als het vuur heet is. Op dit moment is niet alleen het vuur heel heet, er liggen ook nog tal van ijzers in. Ze hebben de namen Tadej, Primoz, Mathieu, Wout en natuurlijk Julian. De laatste trok pas voor het tweede jaar achtereen de regenboogtrui aan. Veel