Nieuwjaarsdag, 9.03 uur in de ochtend. Peter Sagan schrikt wakker van de luide ringtone van de smartphone naast zijn bed. ‘We are the champions’ van Queen; vond-ie wel een originele tune om na zijn WK-overwinning op zijn telefoon te downloaden. Sagan ziet op het display dat het teambaas Oleg Tinkov is die hem uit zijn bed belt. “Natuurlijk, wie anders?”, denkt hij. “Die Russische bierbrouwer is zeker bang dat ik vannacht te lang en te diep in het glas gekeken heb.”

petersagan2Quasi opgewekt neemt Peter Sagan op. Hij hoort Tinkov met een gekunstelde hoge stem in gebrekkig Engels aan de andere kant van de lijn: “Hi Peto, this is Frrroomie here. I want to warn you. Your rainbow jersey is cursed. So be very, very careful. Stay at home, close the doors and windows, and don’t leave the house. And get rid of all your rainbow jerseys, they bring you bad luck.” Tijdens het uitspreken van “bad luck” hoort Sagan Tinkov luidkeels lachen. Sagan zegt: “Ha ha, Oleg. Verrrie funnie. Ik heb eerlijk gezegd mijn regenboogtrui al aan” -sinds zijn WK winst slaapt Peter Sagan ook in een regenboogshirt namelijk- “hoezo is-tie vervloekt?”

“Weet je dat dan niet, ongelovige Peto?”, antwoordt Tinkov met ernstige stem. “Je kent de voorbeelden toch wel? Tommy Simpson die als wereldkampioen zijn been brak tijdens het skiën en amper nog koerste de rest van het jaar. Nee?” “Nee, echt, ik heb geen idee waar je het over hebt”, mompelt Sagan beduusd. “Nou geeft niks, want het blijkt niet te kloppen”, zegt Tinkov. “Een wetenschapper in Zwitserland heeft onderzoek gedaan en gevonden dat er waarschijnlijk helemaal geen vloek op die mooie trui van je rust. Ik stuur je zo dat artikel op, kan je het rustig nalezen.” Al luisterend kijkt Sagan naar zijn trui, mooi is ’t ie zeker. Fijn materiaal. Hij zit hem als gegoten, vindt-ie. “Oké Oleg, dank voor je telefoontje. Ik sta op het punt om te gaan fietsen, fijne dag nog.” Peter Sagan drukt de rode knop op zijn smartphone in. “De regenboogtrui… vervloekt…” Hoofdschuddend staat hij op.

Nee, echt lekker gaat het vandaag niet op de fiets, denkt Peter Sagan. Hij kijkt op zijn teller. Pas een half uur onderweg en nu al zware benen. Terwijl hij amper boven de dertig kilometer per uur uitkomt. Het lijkt wel of zijn fietst aanloopt. Hij voelt het zweet over zijn rug druppelen maar wat wil je ook met deze nepwinter. Peter Sagan trekt de rits van zijn regenboogtrui een stuk verder naar beneden en trapt hoofdschuddend verder over de lege weg die voor hem ligt.

Peter Sagan krabt met zijn linkerhand op zijn rug, tussen zijn schouderbladen. “Hè, dat zweet kriebelt. Het lijkt wel of die trui niet goed ademt”, mompelt ie. Eén uur pas onderweg, net meer dan dertig kilometer gereden. Van de honderd die hij van plan was te gaan fietsen vanochtend.

Hij moet zijn zinnen verzetten, bedenkt hij. “Tijd voor een wheelie”, grinnikt hij. Hij legt zijn handen boven op het stuur en trekt ze gelijktijdig met een ferme ruk omhoog. Zijn voorwiel komt slechts zo’n twintig centimeter omhoog, niet meer dan dat. Bovendien landt het binnen drie tellen weer op het wegdek. Peter Sagan vloekt zachtjes. “What the hell is this?” Hij trekt nog een keer zijn stuur omhoog, en nog een keer, maar zijn voorwiel komt amper omhoog. Het ziet er nogal stuntelig uit wat Sagan doet. Een klein kind dat voor het eerst een wheelie probeert, zoiets.

De jeuk op zijn rug wil niet weg gaan. Voor de zoveelste keer haalt Peter Sagan zijn linkerhand uit de beugel van zijn stuur om op zijn rug te krabben. Zijn koerstrui voelt vreemd aan. Raar spulletje, denkt ie. Synthetisch. Ademt slecht. Gek dat ze die regenboogtrui niet van betere kwaliteit maken. Zijn linkerhand komt net tekort om dat ene fel jeukende plekje midden op zijn rug te beroeren, dus Peter Sagan haalt zijn andere hand ook van het stuur en gaat rechtop zitten. Met twee handen krabt het net toch even wat beter, merkt hij op.

Plots duikt op de kruising voor hem een donkere sportauto van rechts op. Peter Sagan ziet de auto met grote snelheid op hem afkomen. In een reflex gooit-ie zijn handen op de remgrepen en knijpt hard in de hendels. Links wat eerder dan rechts, waardoor zijn achterwiel vol omhoog komt, wel meer dan een meter. Binnen een paar seconden komt hij – met zijn achterwiel van de grond – tot stilstand, op precies tien centimeter van de zwarte Porsche die ook vol in de remmen is gegaan en midden op het kruispunt voor hem is gestopt.

De bestuurder, een snelle jongen met hippe zonnebril en dito baseballpetje, draait zijn raampje omlaag. “Zo, ook de beste wensen. Leuke wheelie by the way. Wel een beetje uitkijken voortaan, hè.” Peter Sagan voelt zijn hart tekeergaan en knikt met de schrik nog vol in zijn lijf naar de bestuurder. Die vervolgt: “Wat een spuuglelijke trui trouwens, met die regenboogkleuren. Ben je van de homobeweging of zo?” Hij draait het raampje weer omhoog en stuift weg, Peter Sagan verbouwereerd achterlatend op het kruispunt.

Peter Sagan rilt. Hij trekt de rits van zijn regenboogtrui fel omhoog. Iets te fel want rond zijn adamsappel komt de rits tot stilstand. Vastgelopen in de stof. Sagan sjort en peutert eraan maar krijgt er geen beweging in. “Verdomme, fucking klotetrui. Wat moet ik met jou?” Hij besluit via de kortste route naar huis te fietsen. In een traag tempo en met zijn handen bovenop de remgrepen.

Op kousenvoeten loopt Peter Sagan de keuken van zijn huis binnen. Gelukkig, Katarina slaapt nog, constateert hij tevreden. Hij pakt een schaar uit de keukenla en knipt de vastgelopen ritssluiting met een flinke haal los. Hij pakt zijn laptop erbij, googlet op ‘regenboogtrui’ en ‘vloek’ en vloekt even later luidruchtig zelf als hij de lijst met resultaten op het beeldscherm ziet. “Shit”, roept ie luid. “Die trui is echt vervloekt. Er is zelfs een heel boek over geschreven.”

Peter Sagan scant verder in de resultatenlijst van zijn zoekactie en klikt her en der op een link. Het is niet mals wat hij leest. In 1971 knalde de Belg Monseré in zijn regenboogtrui op een auto en was op slag dood. Vijf jaar later reed Monserés zoontje, Giovanni, met de fiets die hij nota bene voor zijn eerste communie van Freddy Maertens had gekregen, ook tegen een auto op. Peter Sagan voelt tranen in zijn ogen opwellen bij het lezen van het onfortuin van vader en zoon Monseré. Even later krijgt hij het echt te zwaar als hij leest dat -net als Sagan zelf in 2015- Freddy Maertens in 1981 én de groene trui in de Tour won én wereldkampioen werd… maar de jaren erna geen deuk meer in een pakje boter reed.

En dit was nog maar het topje van de ijsberg. Stephen Roche had het hele seizoen in zijn regenboogtrui last van een knieblessure, Oscar Freire van een steenpuist. Rudy Dhaenens kreeg hartproblemen en overleed een paar jaar later aan de gevolgen van een auto-ongeluk. Laurent Brochard raakte aan de dope, net als Igor Astorloa en David Millar.

Het zweet breekt Peter Sagan uit. Hij rukt de regenboogtrui van zijn lichaam en gooit hem op de keukentafel. Hij sluit Google af en opent zijn mail. Hij klikt gejaagd op het laatste mailtje van Oleg Tinkov en opent de bijgevoegde link. Een wetenschappelijk artikel met moeilijke woorden en zonder foto’s popt op. “Zeg me dat het niet zo is, zeg me dat het niet waar is”, mompelt Sagan onderwijl de abracadabra op zijn scherm scannend. Hij snapt weinig van het stuk, maar de eerste regel van de conclusie is klare taal voor hem. ‘The cycling world champion is significantly less successful during the year he wears the rainbow jersey than in the previous year.’ Peter Sagan klapt zijn laptop dicht. Ontredderd kijkt hij naar de kapotgescheurde regenboogtrui voor hem op de keukentafel.

Katarina loopt de keuken binnen. “Hé Danny”, zegt ze. “Lekker gefietst? Ben je al lang thuis?” “Oh, hi Sandy” antwoordt Peter – sinds hun imitatie van de Grease-hit ‘You’re the one that I want’ viral ging, noemt Peter Katarina Sandy en Katarina Peter Danny – “heerlijk gefietst. Ik ben nog aan het uithijgen.”

Katarina pakt de regenboogtrui van tafel. “Hé Hulk, ben je er uit gescheurd?” “Ja”, antwoordt Peter met een knipoog. “Slechte kwaliteit. Ik ga morgen weer in mijn gewone Tinkoffshirt rijden, die regenboog is ook een beetje sissy. Maar eerst ga ik mijn ringtone vervangen. Wat vind je van ‘You’re the one that I want’?”

Die avond trekt Peter Sagan weer eens zijn Superman-pyjama aan. Hij heeft zijn klerenkast opgeruimd, de regenboogtruien ver weggestopt. Even later ligt hij in bed, Katarina naast hem. Al snel voelt hij de eerste zweetdruppels op zijn rug parelen…

Jurgen van Teeffelen