Pat McQuaid

Pat McQuaid. Bron: Flickr (cc)

UCI-voorzitter Pat McQuaid zal rond het WK in Valkenburg een amnestie-regeling bepleiten voor epo-zondaars in het wielerpeloton. Op z’n minst een interessant idee, dat verder gaat ook dan alleen vergiffenis. Het is een uitgestoken hand naar ons allemaal: laten we afspreken nooit meer te zeuren over dat epo-tijdperk. Maar het zal vermoedelijk alleen maar nieuw gezeur opleveren.

Toch, vrijgevochten ideeën moet je niet meteen willen uitroeien met rationele argumenten.

Zeker niet als ze komen van ’s werelds wielerbobo nummer één, die het tijd vind de geesten eens rijp te maken voor een kleine morele en juridische revolutie. Het moment is wat opportunistisch, dat wel. Want eerst moet het belangrijkste dossier uit die hele verdoemde periode nog op de mat ploffen in het Zwitserse Aigle, hoofdkantoor van de wereldwielerbond.

De samenhang is natuurlijk geen toeval. Als we dan toch bezig zijn, dan meteen maar een complete afrekening. Ook al een logische gedachte.

Hoewel McQuaid zijn plan nog niet wil toelichten, maakt hij meteen duidelijk dat er eentje is die niet in aanmerking komt voor amnestie: Lance Armstrong. De nog nergens feitelijk onderbouwde maar zware veroordeling van het Amerikaanse antidoping-agentschap ging nu eenmaal eerder de kring rond dan de vredespijp.

McQuaid demonstreert er maar vast mee dat epo-criminelen straks niet hoeven te rekenen op een consequente regeling, hooguit op een symbolische afhandeling. Zelfs dat valt toe te juichen, want denken dat er een eerlijk model bestaat, zonder juridische gewrochten en rare uitzonderingen zou naïef zijn.

De één komt wel in aanmerking, de ander niet. Ergens ligt een grens, uitgedrukt in jaartallen, uitslagen of hematocrietwaarden. Wie heeft ooit gezegd dat wielrennen eerlijk is?

De Armstrong-amnestie-uitzondering is waarschuwing op voorhand, misschien zelfs een afleidingsmanoeuvre voor de nasleep die zijn zaak nog krijgt. De één heeft z’n volledige straf dus uitgezeten, soms op basis van dubieus verkregen plasjes of bloedzakken, neem Thomas Dekker of Alejandro Valverde. Een ander hoeft straks nooit meer verantwoording af te leggen, wellicht raakt die niet eens z’n overwinningen kwijt of z’n prijzengeld.

Zonder oneerlijkheid geen amnestie.

Wat er komt is een nieuw lijstje zondaars, wéér. Geen nieuwe openheid of genoegdoening voor de enkeling die het wondermiddel epo ooit beleefd weigerde en voor straf, naamloos en gefrustreerd, op zoek moest naar een baan in de burgermaatschappij.

Opvallend is het uitblijven van serieuze reacties uit het wielermilieu zelf. Niet dat ze daar een rijke, verbaal ingestelde traditie kennen, op wat moddergooien na van af en toe een spijtoptant. Het is een nauwelijks geprofessionaliseerd milieu van ex-renners en getrouwen, altijd druk bezig hun tradities af te schermen voor een buitenwereld die er niets van wil begrijpen. En aan beide kanten zit eigenlijk niemand te wachten op welke regeling dan ook. Een echt grote schoonmaak, ook al eens bepleit, zou het halve peloton onthoofden.

Epo zorgt twintig jaar na z’n debuut nog altijd voor stilzwijgen.

Hoewel er afgelopen week een kleine uitzondering was. Eén van de iconen van die besmette generatie, ex-wereldkampioen Johan Museeuw, hield vrijwel gelijktijdig met McQuaid ook al een verder onbesproken pleidooi.

Hij wil een collectieve biecht van z’n collega’s. Zeker een wielrenner weet dat een massale bekering tot het boeddhisme meer voor de hand ligt. Bovendien is het erg makkelijk praten voor de held die zelf pas bekende tijdens zijn pensioen, onder zware druk ook nog eens.

Iedereen deed hetzelfde, beweert Museeuw. 140 rijden waar 90 km p/u is toegestaan. Mee in de slipstream.

Het is het argument dat Armstrong natuurlijk wel van de daken zou willen schreeuwen, maar juridisch gezien zou dat klinken als een bekentenis. De West-Vlaming daarentegen liet zich deze keer niet influisteren door een advocaat, grappig genoeg ook haalde hij onbedoeld zijn eigen bekentenis onderuit. Die luidde toen dat hij alleen in zijn – resultaatloze – nadagen even naar de epo greep, uit wanhoop. Ook sprintkampioen Erik Zabel kwam ooit met zo’n halfslachtige verklaring, net als Thomas Dekker die aanvankelijk bekende dat het een éénmalig experiment was om beter te kunnen trainen.

Geen enkele volger zit te wachten op nog meer van dit amateurtheater, mocht het generaal pardon er komen. Een complete mislukking dreigt bovendien als geen renner zich gaat melden, zelfs niet met garanties van ongeschonden erelijsten.

Voor een renner zit de waarde van een (on)(eerlijke) overwinning ‘m niet in de statistieken, maar in de magie van het moment. Dat kan geen sportbobo hem ooit afnemen, kijk naar de laconieke reacties van Armstrong steeds.

Het wordt een discutabele regeling of helemaal niks. Zelfs een stroom van bekentenissen zal het wielrennen geen schoner imago geven, integendeel. Degenen met het zie-je-wel-geluid zullen blijven domineren. In het peloton zullen ze zich hooguit afvragen wanneer er een volgend generaal pardon volgt. Met andere woorden, of ze niks gemist hebben na de epo.

Doe mij maar de schimmigheid van halve waarheden en onzekere uitslagen, met achteraf soms een enkele betekenisloze bekentenis. En pleitbezorgers voor een betere wereld natuurlijk.

Mark de Bruijn