Toen ik nog klein was, simuleerde ik met pen en papier mijn eigen Tour de France en aan het eind bleken toevalligerwijs Mario Aerts, Dave Bruylandts of Davide Rebellin altijd genoeg voorsprong te hebben opgebouwd om het geel te grijpen. Paolo Lanfranchi won vier etappes en Lance Armstrong vocht tegen Nico Mattan in de achterhoede om een plek bij de beste 10. Gisteren was zo’n dag dat de Tour in handen was van een Brits jongetje met te veel fantasie.
Een geraamte op twee wielen wiens hartslag op een Mont Ventoux minder hard schommelt dan de bloedwaarden van iemand met dysenterie rijdt op de eerste col iedereen op minuten. Het stemt het jongetje goedgezind, even dacht hij er nog aan om luxeknecht Porte uitdager Quintana te laten inhalen om onverhoeds de bonificatieseconden voor zijn neus weg te kapen. Maar dat vond hij na al dat kopwerk nu net te ongeloofwaardig. Porte zou derde worden, vlak voor Gesink (wat wel blijk geeft van een ongezonde fantasie) en de winnaar van de E3-Prijs die hij tweede liet worden in de Tour de Suisse mag zesde worden in het zog van Valverde. Gelukzalig klapt het Britse jongetje zijn grote uitslagenboek dicht.
Niet heel ver daarvandaan zitten wielerliefhebbers gefrustreerd hun schoen te verorberen. Het is dag 11 van een fantastische illusie en zij denken dat wielrennen echt is of hoort te zijn. De twijfel slaat bij hen al toe nog voor ze de wielercolumnist zijn column hebben gelezen. Technische werkloosheid lonkt. De wielercolumnist frunnikt aan zijn denkbeeldig ringbaardje. Een column is een vrijhaven voor het zaaien van twijfel, maar hoe uit zich dat hier? Nog meer vraagtekens plaatsen en ongemak ventileren of werkt twijfelen nu juist bevestigend, omdat de twijfel al zo groot is dat aan de twijfel twijfelen, Froome het voordeel van de twijfel geven, in dit geval het meeste twijfel zaait?
Voor dat laatste kan de wielercolumnist te rade gaan bij wielercommentatoren. Gediplomeerd verkopers van de illusie die wielrennen heet. Wanneer u de deur denkt dicht te gooien, zetten zij nog een voet tussen de deur en weten ze u met een gewiekste retoriek alsnog te overtuigen. Froome is het grootste talent dat bij de jeugd heeft rondgereden (niet dus), zijn VO2max is fenomenaal (kent iemand die?) en Team Sky is Brits en blinkt bijgevolg uit in transparantie (sinds het hack-incident/lek weten we hoe groot de T is waarmee dat wordt geschreven).
Dan maar horen bij de wielerdokter, een stuk gediplomeerder dan mezelf, die zich al eens boog over de wonderlijke transformatie van Froome en weinig creativiteit aan de dag legt om het onverklaarbare te verklaren. Ofwel speelt Froome vals, zo zegt hij, ofwel doet hij zich te goed aan iets dat in de toekomst vals spel betekent ofwel een combinatie van beide. Valt geen speld tussen te krijgen. Zeker nu ook presentator Karl Vannieuwkerke twitterde dat Froome hem aan Armstrong doet denken, waarna een groot drama zich voltrok. Froome blockte hem, hoewel Vannieuwerke alleen maar hun cadans vergeleek. Zoals Merkel sommigen aan Hitler doet denken, Hitler zich diep beledigd voelt en hen blockt op Twitter, en zij hoogst verontwaardigd reageren dat de vergelijking alleen maar sloeg op hun voornaam die met dezelfde letter begint.
Terwijl Froome (een Brit) zich met Team Sky (een Brits team) waagt aan exploten waarvoor een Italiaan van een obscuur Pro Continentaal Team of Astana zich zou generen, kan u misschien beginnen denken dat de ongeloofwaardigheid van de wielersport nu wel met een geloofwaardigheidsprobleem kampt. Vergeten wordt al snel dat een eerste bergrit in de Tour zelfs door Rein Taaramäe zou kunnen gewonnen worden. Figuurlijk dan. Straks zegt Froome dat het allemaal maar om te lachen was, Porte zakt door het ijs zoals alleen hij en Rein dat kunnen, de winnaar van de E3-prijs eindigt waar hij thuishoort (in de bus na die van Gesink) en Valverde wint als vanouds de etappe voor Scarponi en Piepoli. Ik wed dat u gewoon zal kijken.
- Het nieuwe wielerjaar in 40 stellingen - 22/02/2022
- Wielrennen bestaat niet - 13/05/2020
- Ooit was er wielrennen - 07/05/2020
De zgn Britse openheid. Contradixie. Als Tatcher die van mijnwerkers hield. Wielrennen is een schimmige katholieke sport met dito normen. Geld dient daarin niet tot het kopen van de winst maar het afkopen van verlies. Dát hebben de Armstrongs en de Froomes van deze wereld niet begrijpen. De Tour wint men in de achterkamertjes, op kousenvoeten. Niet door met een tank op konijnenjacht te gaan.
Pfffff. U kunt ook gewoon in twee zinnen zeggen dat u van mening bent dat iedereen aan de dope zit en alles ongeloofwaardig is. Hoef ik niet 6 alinea’s met wollig taalgebruik en uitgekauwde ideeën door te ploeteren (-;
Wat is in vredesnaam het doel van dit stukje, dat begrijp ik dan weer niet…
Ergens tussen alinea 2 en 3 had uw knecht een bidonnetje moten aanreiken.
Geniaal stuk. Zonder twijfel heb je het boek “Bloedbroeders” over de Rabobankploeg gelezen, wat trouwens een prachtig stuk journalistiek is (iets wat Wuyts en Vannieuwkercke nooit zullen schrijven).
Wielrennen in Vlaanderen is een vreemd ding: je moet dus niets kunnen om 1) mee te rijden -een gesponsord en gekocht truitje is voldoende-, om dokter te worden -de meeste “soigneurs” hebben geen enkel diploma-, om teamleider te worden -ok, je moet ex-renner zijn zonder veel scrupules-, of om auteur te worden -dat is ofwel commentator zijn ofwel een schriftjes bijhouden over bijen en zo (ik wacht op Mario De Clerq z’n bestseller)-.