Er staat iets te gebeuren. Dat voel je aan alles. Het uiterste noorden van de Italiaanse laars is het decor. Terwijl het winterseizoen in de Italiaanse Alpen met rasse schreden nadert, kan een verlegen Nederlander in dat decor eindelijk zijn potentie verzilveren. De afgelopen weken reed hij als een bevrijd man rond. Hij blijkt deze oktobermaand een supervorm te hebben. Voor veel wielervolgers moet het lang als een onwaarschijnlijk scenario hebben geklonken. Wilco Kelderman kan aankomende week de Giro d’Italia gaan winnen.

Tijdens mijn eindexamenperiode, in mei 2016, was de Ronde van Italië een dagelijkse adempauze tussen het leren door. Niets bijzonders verder. Maar tijdens de veertiende etappe naar Corvara duurde mijn pauze iets langer. Steven Kruijswijk koerste die dag moedig naar de roze trui. Wat volgde is bekend. Een week lang was de man uit Nuenen onaantastbaar. Tot de Colle dell’Agnello. Op de klim was hij nog steeds onaanraakbaar. In de afdaling knalde hij op een sneeuwmuur. Een unieke kans ging in rook op.

Die meimaand luidde het begin in van een bijzondere reeks aan oranjegekleurde Giro’s. Hoe zuur was het voor Kruijswijk dat Tom Dumoulin juist klap na klap kon opvangen in de editie van 2017. Voor de Nederlandse wielerfans was het trauma van een jaar eerder grotendeels vergeten. In 2018 zagen we na een fantastische koers bijna weer een Nederlander op het hoogste schavot. Een vijfde plek van Bauke Mollema in 2019 lijkt bijna het vermelden niet meer waard. Al met al is de Giro Nederland de laatste jaren goed gezind.

In 2020 is dat niet anders. De Sunweb-trein van aanvoerder Kelderman is heer en meester. Onder begeleiding van de eveneens wonderbaarlijk rondrijdende Jai Hindley, klauterde de Amersfoorter op de flanken van de klim naar Piancavallo weer wat dichter naar de felbegeerde Maglia Rosa. Hindley en Kelderman zetten de concurrentie, uitgezonderd Tao Geoghegan Hart, met een verschroeiend tempo op grote achterstand. Alleen een debuterende, 22-jarige Portugees staat nu nog voor de verlegen Nederlander. Wat nu wacht – mits het coronavirus en de weersomstandigheden het toelaten – is een onmenselijke slotweek, waarin Kelderman opeens topfavoriet lijkt voor de Girozege. Dat is logisch, maar ook weer niet. Het eeuwige talent komt namelijk van ver.

De verhalen over Kelderman zijn bekend. Hij was een van de beste renners van zijn generatie bij de beloften. Na een veelbelovend 2014, waarin de klassementsrenner opviel door zijn aanvallende rijden, leek hij klaar voor het echte werk. In de Giro werd hij zevende, in de Dauphiné van dat jaar reed hij zij aan zij met Alberto Contador en Chris Froome omhoog. Als Nederlands wielerhoop viel hij eveneens op door zijn nuchtere en bescheiden voorkomen. Wilco was gewoon Wilco.

De bevestiging bleef uit. De Tour de France van 2015, gestart in zijn thuisprovincie, werd een farce. Persoonlijk bleef het interview na etappe twee me bij. Kelderman kreeg in de waaierrit naar Neeltje Jans plots vijf minuten om de oren. Hij kon een goed klassement vergeten. Niet wetend wat hij met deze waardeloze dag aan moest, beantwoordde hij moeizaam de vragen van NOS-verslaggever Han Kock. Haren door de war, grafstemming op het gelaat. Het leek bijna alsof hij voor het eerst een camera zag, zich geen raad wetend met het apparaat. Was dit dan onze toekomstige kampioen?

Het jaar erop leverde eveneens weinig op. Na een ietwat kneuterige valpartij moest Kelderman opnieuw pas op de plaats maken. Het dieptepunt volgde toen bekend werd dat hij zich was vergeten in te smeren, waardoor zijn verbrande armen alle energie uit hem slurpten. Wederom kon Kelderman geen potten breken. Nogmaals, was dit onze nieuwe hoop op een eindzege in een Grote Ronde? Kelderman ging op zoek naar andere oorden. Hij vertrok bij de toenmalige LottoNL-Jumboploeg. Bij Sunweb kon hij een frisse start maken.

In de schaduw van Dumoulin bleven pech en rare incidenten Kelderman achtervolgen. Zo lag een botbreuk eerder in de lijn der verwachting dan een overwinning of een goed klassement. Hoewel drie  ereplaatsen in de Vuelta er niet om liegen, overheerst nu het gevoel dat de winnaarsversie van Wilco Kelderman nog steeds niet bestaat. Sterker nog, hoe ziet een juichende Wilco Kelderman er eigenlijk uit? Het wonderkind van weleer heeft zichzelf nog altijd niet weten te bevrijden uit de mistige vijver met eeuwige talenten.

Kan het tij deze oktobermaand keren? Kelderman verkeert in bloedvorm. Zijn openingstijdrit sprak eigenlijk al boekdelen. Goed gereden had hij, ondanks een plek in de middenmoot. Maar hij voelde het. Het kwam door de wind. Met de benen was niets mis. In het waterballet van de Etna was hij de enige die een veeg kon uitdelen naar de concurrentie. Op Roccaraso liet hij eveneens zien bij de pinken te zijn. Het neigt ernaar dat Kelderman deze Giro dan toch de manier heeft gevonden om zichzelf te bevrijden. Na vijftien etappes is er eindelijk die uitgelezen kans voor het eeuwige talent om zich om te scholen tot eeuwige meneer.

Zijn uitgangspositie is ongeëvenaard goed. Een achterstand van vijftien seconden op het roze lijkt juist een voordeel. Hij kan afwachten of aanvallen tot zijn grootste plaaggeest Joao Almeida, een van de nieuwe Golden Boys van het wielrennen, na twee weken verdedigen voorgoed zal breken. Achter Kelderman in het klassement rest voorlopig de leegte. Het is een kans die hij misschien wel nooit meer zal krijgen.

Als Nederlandse wielerfans zijn we wijzer geworden door de tuimelpartij van Kruijswijk in 2016. Voor een Girozege moeten alle puzzelstukjes op de juiste plek vallen. De muren richting San Daniele del Friuli, de met sneeuw bezaaide Alpenreuzen (ja, vooral die traumatische Agnello), een korte laatste tijdrit en nog een handjevol half-verslagen, maar sluwe concurrenten. De weg naar Milaan ligt nog vol obstakels.

Maar we hoeven niet onder stoelen of banken te steken dat de vooruitzichten veelbelovend zijn. Nog een week koers en roze koorts. En dan? Misschien bestaat de winnaarsversie van Wilco Kelderman dan wel. Hoe mooi zou het zijn als juist de door pech achtervolgde Sunweb-kopman met de Girozege aan de haal kan gaan.

Op naar een slotweek om van te watertanden. Wielerminnend Nederland gaat in ieder geval opnieuw naar het puntje van de Girostoel.

Huub Mol