Er zijn huwelijken die eerder sneuvelden, maar de liefde tussen Rabobank en wat ooit de ploeg Raas was duurde 17 jaar, van 1996 tot 2012. De vele personages die door de jaren heen in dienst waren van deze ploeg hebben hun verhaal in eigen boeken gedaan, maar om de biografie van de Raboploeg zelf te schrijven heeft Maarten Kolsloot zich in de bankarchieven begraven en vele betrokkenen gesproken.

Er zijn voor het boek geen vuilniszakken overhoop gehaald. Het is ook maar zeer de vraag of er nog veel vuilnis is dat nog niet is gezien. De echte openheid zat al in het boek van Thomas Dekker. Kolsloot licht aardig wat tegels over de organisatie van de ploeg en verder rangschikt hij de bestaande informatie soms zo dat je toch nog wat wenkbrauwen optrekt.

Raas
Het belangrijkste nieuwsfeit van dit boek is dat Jan Raas zich uitspreekt. Niet van harte overigens. Aan het einde van het lange interview met Kolsloot beklaagt hij zich dat mensen maar niet kunnen accepteren dat hij wil zwijgen. En dat je soms zaken moet laten rusten.

 

  1. Jan Raas

Zonder Raas geen Raboploeg. Na sponsoren als Kwantum, Yoko, Superconfex, Wordperfect en Buckler vindt Raas in Rabobank een sponsor die het groter wil aanpakken. Er zit een wielerplan achter, tot op de dag van vandaag wordt geruzied over wie het heeft bedacht. Rabobank is zo actief dat het de sport lange tijd domineert. Het hangt af welke berekening je hanteert, maar de bank steekt er tussen de 221 miljoen en 350 miljoen euro in gedurende 17 jaar.

Raas schuift in de loop der jaren steeds verder richting achtergrond tot de bank hem in 2003 ontslaat. Vanwege de afkoopsom mag hij daar nog steeds niks over zeggen, maar hij voelt zich stevig genaaid. Je ziet ook hoe Rabobank steeds meer grip probeert te krijgen op het wielrennen en zo juist grip verliest.

Uit het boek blijkt hoe Jan Raas steeds minder goed in het profwielrennen past. Een overval op zijn huis heeft een enorme impact op zijn persoon en terwijl hij daarmee worstelt verandert de tijd steeds meer. Het leidt tot onoverbrugbare verschillen tussen een bank die alles zakelijker wil en een ploegdirecteur die vertrouwen, loyaliteit, vrienden en passie hoog in het vaandel heeft. De renner Raas is ook succesvoller dan een hele ploeg, zoals Kolsloot treffend opmerkt:

“In de acht meest succesvolle jaren van zijn loopbaan, grofweg van 1977 tot 1984, won Raas in zijn eentje meer klassiekers dan zijn renners tezamen in de acht jaar dat hij ploegleider bij Rabobank is.”

  1. Rabobank

De voormalige boerenleenbank ziet in het wielrennen de ideale sport om zich te profileren en zich af te zetten tegen concurrenten als ABN-AMRO en ING. De bank wil vaak meer dan ze krijgt van de wielerploeg. Het project wordt begonnen door Herman Wijffels die meer voeling heeft met de sport dan zijn opvolger Hans Smits. Vooral de ambitie in latere jaren dat de ploeg moet strijden om de overwinning in de Ronde van Frankrijk past niet bij het profiel van de ploeg en de renners. Die ambities zorgen in die periode voor het laatste zetje om naar EPO-spuit of bloedzak te grijpen.

  1. Doping

Rabo kon de strijd aan met de ploeg van Armstrong als het op doping aankwam, beweert schrijver David Walsh. Dat ze lang niet zoveel wonnen komt doordat de overige factoren niet professioneel waren. Dat soms veel te amateuristisch was en het stukken beter kon, wordt wel duidelijk in het boek, maar het dopinggebruik was nooit geïnstitutionaliseerd, stelt Jaap Stalenburg. Raas en de meeste andere ploegleiders moesten er weinig van hebben. Verder werd er veel weggekeken en was het vooral werk voor de doktoren.

Het blijft trouwens merkwaardig hoe stug Erik Dekker zijn epogebruik blijft ontkennen, terwijl er geen verklaring is voor zijn hoge hematocriet in 1999. Ook diept Kolsloot nog een oud citaat van Patrick Lefevere uit 1996 op die met in onschuld gewassen handen naar dokter Van Mol wijst. Een boek als dit, maar dan over Mapei/Quickstep, dat zou pas vuurwerk geven.

De overige gevallen zijn bekend en beschreven. Het zijn de jaren van Armstrong, Di Luca, Ricco, Landis, Vinokourov en Fuentes. De renners van Rabo zijn geen heiligen.

  1. Invloed

De invloed van de Raboploeg op het Nederlandse wielrennen is niet te overschatten, stelt het boek. De sponsor zat zo lang zo in de haarvaten van het Nederlandse wielrennen dat je weinig renners uit de succesvolle generatie van de laatste jaren kunt noemen die niks met Rabo te maken hadden. Volgt er dan de komende jaren een kaalslag? De prestaties van Mathieu van der Poel en Ide Schelling wijzen daar niet op, maar het is afwachten.

  1. Het boek

Het is een pageturner geworden, dit boek over de Raboploeg. Ook zonder sensatie is het een heerlijk verhaal om eens na te lezen. Kolsloot heeft gedegen zijn werk gedaan. Dat blijkt alleen al uit het feit dat hij je niet een kant op probeert te duwen. Wat je vindt van het project Rabobank en wielrennen mag je zelf bedenken. Of het nu goed is gegaan of beter had gekund is te hypothetisch. De Raboploeg was er gewoon. Het is een belangrijk onderdeel van de wielergeschiedenis. En het levert jaren na dato nog een mooi boek op.

Alex van der Hulst