Het is mei 2017. Samen met zo’n vijftig medestudenten maak ik de eindeloze treintrip naar Leeuwarden. Vanaf Leeuwarden wordt het nog afzien in een veel te hete streekbus en op de veerboot die meanderend door de Waddenzee vaart. Er staat een weekend Ameland op het menu, zoals gebruikelijk is dat ieder jaar in het laatste weekend van de meimaand. Tijdens dat weekend heeft Tom Dumoulin nog volop kans om de Giro d’Italia van dat jaar te winnen.

Geschiedenisstudenten zijn over het algemeen vaak wielerfan. Nog moe van de avond ervoor maar alweer rozig van de gedronken biertjes van die middag strijken we met een man of acht neer in Eetcafé de Driesprong. Het is zondag en de afsluitende tijdrit naar Milaan staat op het menu. Wanneer Dumoulin in de nationale driekleur zijn achterstand ombuigt in een voorsprong op alle concurrenten en zo alsnog de eindzege verovert, is ons weekend compleet. Dronken van geluk. Eindelijk was er weer een Nederlandse winnaar van een grote drieweekse. 

Een jaar later maken we ons opnieuw op voor de trip naar het Waddeneiland. De Giro 2018 begeeft zich in het slotweekend. De Brit Simon Yates draagt al twee weken de roze leiderstrui. Er resten alleen nog twee bergetappes. Yates profileert zich in die bewuste Giro als een ware kampioen. De kleine Brit is bergop onklopbaar en wint drie etappes. Zijn machtsvertoon is enorm. Bijna op iedere heuvel die in het parcours ligt lijkt hij zijn naaste belagers te bestoken, met vervelende versnellingen. Het zijn steken haast, om de toch al kansloze concurrentie nog verder op achterstand te rijden. Poef. Iedere keer weer. Als een pijl uit een boog tegen Italiaanse heuvels en bergen op. Yates is de ultieme springveer. Een bom die de Giro heeft laten ontploffen.

Ook dit jaar doet Dumoulin het uitstekend in Italië. Hij staat al tijdenlang tweede in het klassement achter Yates. In de trein richting het noorden zetten mijn grootste wielervriend en ik de livestream aan. We hopen vandaag op een Nederlandse machtsovername. Negentiende etappe, een monsterrit naar de Jafferau in Bardonecchia. Tussen Meppel en Steenwijk hapert de verbinding. Soms flikkerend, soms goed, soms op zwart. We proberen het opnieuw en hebben nu beeld. Weer die hapering. Dan is hij ineens te herkennen. De kleine gestalte van Simon Yates bungelt in zijn roze trui achterin het peloton.

De negentiende etappe van die Giro is loodzwaar, met behalve de klim naar Bardonecchia de sprookjesachtige Colle delle Finestre, gekenmerkt door de monsterachtige lengte en percentages en vooral de laatste, onverharde kilometers. Al in de eerste haarspeldbochten moet Yates passen. Al voor andere teams überhaupt iets proberen om de kleine Brit te bestoken, is het gedaan. Yates is na bijna drie weken dominantie volledig gaargekookt. Tussen de bomen zakt hij weg, richting de achtergrond van de wedstrijd.

Het zou een krankzinnige dag worden. Op tachtig kilometer van de finish begon misschien wel de grootste martelgang ooit voor een leiderstrui in een drieweekse koers. Niets of niemand keek meer naar hem om. Als een grasspriet werd hij de koers uitgeblazen, de klassementstop uitgeveegd. Een verlies van bijna veertig minuten was die dag het verdict voor de man die zo kleurrijk had gekoerst. Op diezelfde flanken waar Yates zichzelf omhoog moest hijsen, hield Chris Froome huis. Dumoulin moest achter hem aan, samen met ene Sebastièn Reichenbach. De rest is geschiedenis. Twee dagen later reed Froome als winnaar van het roze Rome binnen. Dit keer geen feestje in Eetcafé de Driesprong. Bij het groepje wielerliefhebbers op het eiland heerste vooral de vraag: wat was er in hemelsnaam met die Yates gebeurd?

Hoe anders waren de weken ervoor geweest. De dominantie van de Mitchelton-Scottploeg was enorm geweest, met die kleine Britse prins als leider. De Etna werd bestegen met het grootste gemak. Kompaan Esteban Chaves mocht zegevieren, Yates zag zichzelf terug in de maglia rosa. Het was nog maar dag zes. Als een veldheer zou Yates over de Italiaanse wegen regeren. Etappewinst was er op de Gran Sasso alsook in het pittoreske Osimo. Iedere kans die zich voordeed greep hij aan om aan te vallen. Links wat seconden, rechts nog een ritzege. Iedereen werd het zwijgen opgelegd. Na de door Froome gewonnen etappe op de afschuwelijke Monte Zoncolan, waar Yates maar een paar tellen toegaf, wist Dumoulin het zeker. Dat vinnige Britse mannetje is te sterk om te verslaan dit jaar.

De Limburger leek gelijk te krijgen. Op weg naar Sappada, tijdens de vijftiende etappe, schudde Yates met een paar klimmetjes te gaan nog maar eens aan de boom. Niemand. Geen oogwenk. De vogel was weer gevlogen. De toch al lange aankomststraat in Sappada bleef na de binnenkomst van Yates angstaanjagend lang leeg. Etappezege nummer drie was binnen. Zelfs de tijdrit rondom Rovereto bleek een kolfje naar zijn hand. Hij hield zich staande. Tot dat verdomde slotweekend. Het verval was er op Pratonevoso, de teloorgang kwam er op de flanken van de Finestre. Yates bleef achter als eenentwintigste in de rangschikking.

Hij had niets meer over, naar eigen zeggen. Opgeblazen. De Mitchelton-Scottbrigade bleef ontgoocheld achter. Een unieke kans was als sneeuw voor de zon verdwenen. De wielerwereld was eensgezind. Yates had de Giro teveel als een speeltuin gezien waarin hij op zoek was naar ritzeges en tijdwinst. Een gebrek aan behoudend rijden had hem de das om gedaan. Hij had de noodzakelijke energie voor het slotweekend al verspild, hoezeer wielerliefhebbers ook genoten hadden van het attractieve rijden van de vlug pratende Engelsman. In de weinige interviewbeelden die te vinden zijn van de bewuste dag spreekt de renner over zijn dag des oordeels, maar helemaal op het einde waarschuwt hij de wereld voor de toekomst: ‘I’ll be back.’ 

Na een paar maanden bezinning heeft de Brit een nieuwe uitdaging. Hij wil de Ronde van Spanje winnen. Al vanaf het begin rijdt hij met de besten mee. Wanneer na een dag of tien de rode leiderstrui in het bezit is van Yates, blijkt hij zijn lesje geleerd te hebben. Hij controleert de trui, leent deze even uit om hem vervolgens definitief terug te grijpen. Dit keer boekt de explosieve klimmer slechts een etappezege. Yates is inderdaad terug. De gewonnen Vuelta blijkt een goede doek voor het bloeden.

Maar diep van binnen heeft de kleine Brit maar één vurige wens. Hij wil afrekenen met zijn trauma en de Giro winnen. In 2019 waagt hij een poging, maar deze mislukt. In de Tour moet hij zijn tweelingbroertje Adam aan de eindzege helpen. Het blijkt een kansloze missie. Adam lijkt ieder jaar minder te gaan fietsen. En Simon? Die draait warm voor zijn ultieme doel. Dan maar in 2020 de Giro winnen. Hij wint op indrukwekkende en eigenzinnige wijze twee bergritten.

Na een raar 2020 waarin de kleine Brit de Tour links heeft laten liggen, zich rustig heeft voorbereid, de voorbereidingskoers Tirreno-Adriatico heeft gewonnen en in topvorm is, komt zijn roze missie steeds dichterbij. Simon Yates is back. Het parcours is op perfecte maat voor de springveer gemaakt. Veel etappes in het middengebergte, met veel steil werk. Er zitten finishes tussen op muren waarvoor Yates ’s nachts wakkergemaakt wil worden. Bovendien zal een renner die ooit zo vernederd is in een koers uiteenspatten van revanchegevoelens. Kortom, het lijkt het perfecte moment om de jacht op het roze te heropenen.

In het ideale geval zien we de Yates van dat wonderbaarlijke voorjaar in 2018 terug. Met die vervelende versnellingen bergop, die steken richting de concurrentie. De Yates die als een pijl uit een boog omhoog schoot op elke hellende weg. De schier onklopbare kampioen van de Italiaanse wegen.

Het enige wat anders zal moeten, is het bewaren van de kalmte op de juiste momenten, zodat er nog een energietank klaarligt in het slotweekeinde. Dan ligt de weg naar een fraaie revanche open. Simon Yates is een van de topfavorieten voor de aanstaande Giro d’Italia. Kan de veldheer, die al zijn macht verloor op die 25e mei in 2018, zijn heerschappij teruggrijpen?

Huub Mol