De tweede keer Alpe d’Huez. Waren we de eerste keer op de bonnefooi, dit keer hadden we het onsmakelijke idee een georganiseerde busreis te boeken. Een kleine week met veertig tourfanaten in een bus. Van een startplaats via een doorkomst naar de finish van drie bergritten in de Alpen.

Vanuit Eindhoven, met drie keer stoppen tot aan Maastricht om mensen op te pikken, reden we in zestien uur naar de Alpe d’Huez. Opgevouwen – want iets meer dan twee meter lang – kwam ik daar daags voor de etappe aan. Nu zou je denken dat er met een dergelijk evenement van alles te doen is in het skidorp, maar niets is minder waar. Geld verdienen is aan de Fransen niet besteed lijkt het: Zet daar een tent, een bandje en wat tappunten weg en met al die Nederlanders loopt het vanzelf uit de hand. Op de flanken van de berg is meer vertier dan boven. Uiteindelijk zelf met fruit en een fles wijn van een uitbater sangria gemaakt om de gaarheid weg te spoelen.

De dag van de etappe zelf waren we vroeg uit de veren. We zagen welk materiaal ons jaren eerder wakker gehouden had: binnen no-time wordt er uit het niets een heus tourdorp opgebouwd. Het troosteloze en verlaten Alpe d’Huez was door het vooruitzicht op de aankomst van de Ronde van Frankrijk binnen één nacht omgetoverd tot bruisend middelpunt van de wielerwereld. Gedurende de dag kijk je je ogen uit. Fietsers, fans, journalisten, medewerkers van de wielerploegen en ondersteunend personeel van de Tour de France leven haastig langs elkander heen en ieder doet zijn ding. Langs het parcours worden de hekken geplaatst, schermen opgezet, de bogen van de laatste kilometer opgeblazen. Op een terrasje raakten we in gesprek met een medewerker van Campagnolo, de toenmalige fietsenleverancier van de Rabobank. Bleek buiten materiaalkennis ook een goed inzicht in de wielerwereld te hebben. Liet ons vertwijfeld achter met de vraag waarom tachtig procent van het peloton een attest voor astmamedicijnen schijnt te hebben.

Fan en zijn IdoolIn 2006 kenden we nog maar één van de gebroeders Schleck: Fränk won deze rit. Nadien nog een aantal renners van dichtbij mogen bekijken – niet voeren! – bij de bussen. Waar de bussen van de grote teams haast onbereikbaar waren door een grote groep volgers had ik mijn zinnen gezet op wederom een onderonsje met mijn idool Benoit Salmon. Hadden wij een jaar voordien kennisgemaakt, hij als eeuwig talent en ik als zijn enige fan, nu was ik voorzitter van zijn Nederlandse fanclub. Met een uitdraai van de site stond ik eenzaam bij de bus van Agritubel. Zijn mederenners, lang voor Benoit gefinisht, keken vanuit de bus geamuseerd toe hoe er voor Bennie Zalm geen ontsnappen aan was. De smeuiige details van ons verdere verblijf op Alpe d’Huez moet ik u onthouden. Wat op de berg gebeurt, blijft op de berg.

Wat ik wél kan vertellen is dat we daags nadien de dood onder ogen kwamen bij een afdaling van de Croix de Fer na de solitaire doorkomst van Rasmussen. Het bord “verboden voor touringcars” was volgens onze buschauffeur alleen bedoeld voor bussen zonder meesturende achteras. Nu, ik kan het nog navertellen dus hij had gelijk. Maar zelden zo’n mooi panorama gezien als toen de gehele voorkant van de bus boven de afgrond hing, de vrouw van de chauffeur haar rozenkrans erbij pakte en de chaffeur met een dot extra gas de spinnende banden hun grip liet hervinden.

Donderdag 20 juli waren we getuige van de ongelooflijke herrijzenis van Landis in Morzine. We zijn die dag drie keer opgelicht. Eerst bij het oversteken van de loopbrug boven Morzine. Dat zou hoegenaamd een makkie zijn. Dan wint Landis met getergde ogen zo groot als zijn voorsprong dat zelfs zonder controle gebruik bewezen was. Last but not least aten we bij een Indiaas restaurant fantastisch maar was de rekening pure fantasie. Ach, we waren erbij en dat was prima.

Een kleine week met veertig tourfanaten in een bus door de Alpen heen. Is dat aan te raden? Ja en nee. Voor de die-hard tourfanaat die afzien zoals zijn helden afzien genieten noemt: ja. In vijf dagen zie en ervaar je drie ritten. Je bezoekt de start, doorkomst en finish van touretappes en dat is altijd de moeite waard. Voor de rest zit je voornamelijk opgevouwen in een bus en slaap je slecht in goedkope hotels.

Bas Van Eijk
Laatste berichten van Bas Van Eijk (alles zien)