Vanochtend werd met veel tamtam aangekondigd dat er een bijzondere etappe aanstaande is. Het zou een unicum betreffen, zo’n korte bergrit, in 65 km over 3 Pyreneeënreuzen, nog niet vertoond.

In combinatie met de bijzondere start-opstelling, geïnspireerd op het Formule 1-concept, zitten we klaar voor een bijzondere dag.

Wat de laatste vondst betreft: dat trekt op niets, voorspel ik nu. Er wordt gesuggereerd dat de renners meteen hun zoveelste-cilinder motor dienen op te starten. Welnu, die Peyresourde is geen muur, waar je tegen op dient te knallen. Bovendien dient het peloton allereerst nog Bagnères-de-Luchon te verlaten. Via de zeer brede avenue, langs de plaatselijke boulangerie en quincaillerie. Tijd en plek zat om alles te hergroeperen, dunkt mij.

Dan dat zogenaamde unicum. Onzin! Er wordt wat afgekletst.

Gisteren was de etappe over onder andere de Col de Menté, waar de reporters dan naar hartenlust kunnen uitweiden over de editie van 1971. Luis Ocaña vorstelijk in het geel ging onderuit in de afdaling, in apocalyptische (dat cliché is hier toepasselijk) omstandigheden. Het was trouwens niet die uitglijder die hem opbrak, nee het was onze landgenoot Zoetemelk die erop knalde, en zo doorrijden voor de onfortuinlijke Spanjaard onmogelijk maakte.

In de marge van die etappe won die dag een nieuwkomer de etappe in Luchon. Zijn naam: José Manuel Fuente. Pas later werd zijn faam bevestigd, als klimmer die vooral Eddy Merckx in de Giro het vuur aan de schenen legde.
Kennelijk stoorde het Fuente ook dat hij zo weinig aandacht kreeg voor die winst. Want de dag erna deed hij nog eens dunnetjes over. Dat was een bijzondere etappe, een voorafschaduwing van wat wij vandaag voorgeschoteld krijgen. Start in Bagnères-de-Luchon, en dan in 19 kilometer in lijn naar boven naar het skistation Superbagnères. Fuente won, voor Van Impe.

Je zou denken, dat was deel 1 van een tweeluik die dag. Niet dus, dat idee hadden de beide koersdirecteuren Levitan en Goddet bewaard voor de volgende dag, ’s ochtends naar Gourette (Aubisque), ’s middags naar Pau.

José Manuel Fuente, zijn bijnaam El Tarangu, geboren op 30 september 1945 te Oviedo, bekend staande als kettingroker. Kon demarreren als een klaarkomende Turk, Merckx heeft het geweten. Hij overleed jong, op de prille leeftijd van 50 jaar.

De media laten een kans liggen als ze vandaag niet alsnog eer bewijzen aan deze man.

Marc Peeters