Bestaat De Muur van Geraardsbergen wel als de Ronde van Vlaanderen hem niet beklimt? Het is de wielervariant op de vraag of een vallende boom in het bos geluid maakt als niemand er is om hem te horen vallen. Het antwoord is een volmondig ja, lees het maar na in De Muur van Geraardsbergen van Filip Osselaer.

De Muur is veel meer dan een gewezen scherprechter in de Vlaamse Hoogmis. Het is een pukkel die waakt over Geraardsbergen. Het stadje heeft zich veilig tegen de voet aan genesteld. Geraardsbergen ontleent een groot deel van zijn identiteit aan De Muur. En daarboven ligt natuurlijk niet alleen de triomf voor de fietser die geen voet op de kasseien hoefde te zetten, er is ook nog absolutie te verkrijgen in de kapel. Of een straffe triple in taverne ’t Hemelrijck op de top.

De Muur van Geraardsbergen (ondertitel: over kasseien, hemel en hel, de koers en het leven) vertelt veel wat je nog niet wist over De Muur, maar laat tegelijkertijd het nodige liggen. Zo wordt er nu eens helder uitgelegd waarom er zo’n steile helling in dit landschap is komen te liggen, waar die vijver op de top vandaan komt, hoe de kapel er is gekomen en welk nut al die steentjes hebben.

Manneken Pis
Daarnaast lees je over de twee andere trekpleisters met een M, die Geraardsbergen heeft: Manneken Pis en Mattentaarten. De drang om die laatste te eten is na lezing van dit boek net zo groot als om De Muur nog eens te beklimmen. Het verhaal dat Geraardsbergen een Manneken Pis heeft die ouder is dan Brussel vinden wij meer een geval van, sorry hoor, kijken wie het verst kan plassen.

Osselaer verdeelt zijn boek in tien delen, met tien verschillende invalshoeken en geïnterviewden. Geregeld komt het fietsen en zelfs De Muur daar op een zijspoor te staan. In de delen Mattentaarten en Feest helt het boek te veel over naar stadspromotie van het bureau Toerisme.

De schrijver (tevens biograaf van Lucien van Impe en Freddy Maertens) maakt het zichzelf lastig door te figureren in de tekst maar toch op de achtergrond te blijven. Hij lijkt iemand uit de streek te zijn, maar woont hij daar sinds kort of zijn hele leven, wat is zijn persoonlijke verhaal bij De Muur? Het zijn vragen die onbeantwoord blijven en wat gaan wringen. (Pas tijdens het zoeken naar zijn voorgeschiedenis lezen we dat hij een frequente blogger op dit medium is.)

Slim gevonden is de postbode die dagelijks De Muur en de andere hellingen van Geraardsbergen beklom, al raakt de lezer in dat stuk uiteindelijk wel verdwaald in straatnamen. En ook de interviews met de uitbaters van ’t Hemelrijck over hun bezoekers en met Lucien van Impe over het beklimmen van De Muur zijn prachtig.

Ruzie
Een groot gemis is dan weer dat er niks te lezen valt over de uitbaters van Kasteel Oudeberg die in een ordinaire ruzie over VIP-tenten verwikkeld waren met de organisatie van de Ronde van Vlaanderen. Volgens velen de reden dat De Muur uit het parcours werd geschrapt.

Het boek is in een prachtig formaat uitgebracht, de foto’s zijn alleen iets te donker om goed tot hun recht te komen. De Muur van Geraardsbergen doet veel wat andere boeken niet doen. Soms te veel, want je komt meer over Geraardsbergen te weten dan je lief is. Die delen hadden geruild mogen worden voor meer koersherinneringen, of anders een deel over hoe De Muur wordt beschreven in de media. Aan de andere kant zijn de twee mindere stukken op een totaal van tien duidelijk in de minderheid. En het tempo (één avondje) waarin je dit boek leest, is ook nog eens een pluspunt. Uiteindelijk toch noodzakelijke wielerliteratuur dus, zeker in aanloop naar De Ronde.

Lees ook: Afscheid van de Muur. Een top-5 van de mooiste beklimmingen

Filip Osselaer De Muur van Geraardsbergen – over kasseien, hemel en hel, de koers en het leven uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts, 22,95 euro.

Alex van der Hulst