Klik om te vergoten

In mijn werkkamer hangen twee ingelijste covers van Miroir Sprint, gevonden bij een Frans antiquariaat voor nog geen vijf euro samen. Op een van de vergeelde covers staan twee renners afgebeeld. Ze rijden de rode klinkers van de Cauberg
op. Een van hen draagt een witte koersklak en een tube om zijn schouders. Aan zijn stuur hangt een ijzeren bidon. Hij staat op de pedalen en buigt met opgetrokken schouders over zijn stuur. De ander is pet- en tubeloos en is fijner gebouwd. Zijn bidon steekt in een houder op de onderbuis van het frame. Hij lijkt te dansen op zijn pedalen. De twee op de foto rijden hun laatste ronde, een lusje van tien kilometer, maar wel 26 keer: de Belg Briek Schotte en de Fransman Apo Lazarides op een Nederlandse “berg”, volgens de journalist van Miroir Sprint meer een “vallei op 143 meter hoogte”. Die 22e augustus in 1948 pakt een ijzersterke Schotte de wereldtitel. De gedoodverfde campionissimi Coppi en Bartali hebben het nakijken.

Wat had ik graag tussen het volk gestaan. Rijen dik staat het op de Cauberg en in de straten van Valkenburg. Vaak vraag ik me af of er nog streekgenoten zijn die Briek Schotte zagen winnen. En omdat ik me besef dat de kans dat zij tot een uitstervende
soort horen steeds groter wordt, plaats ik een oproep op Twitter. Al snel heb ik beet: een
supporter en een sportfotograaf. Ik maak een afspraak, zowel met de fotograaf als de
supporter en wentel me drie uur lang in hun levendige verhalen, alsof ik er zelf bij ben.

Klik om te vergoten

In Maaseik ontmoet ik Tonny Strouken (75), die op elfjarige leeftijd zijn carrière als sportfotograaf begint. In zijn werkkamer staat een prachtige zwartwitfoto op canvas. Het is Merckx die in Heerlen net voor Janssen het WK van ’67 wint. Strouken is een
wandelende teletijdmachine, rakelt koersverloop en einduitslag op alsof de wedstrijd gisteren plaatsvond en neemt mij in amper twee uur mee door bijna 55 jaar wielerhistorie. Strouken zag vijf van de zes wereldkampioenschappen die in Limburg plaatsvonden door zijn lens en werkte onder meer voor Het Laatste Nieuws, L’Equipe, La Gazetta dello Sport en Dagblad de Limburger.

In Rothem bij Meerssen schuif ik aan bij Jan Meijers, “zeg maar Sjeng”. Op de eikenhoutentafel ligt een stapel krantenknipsels met wielerhistorie klaar. Sjeng koerste
van zijn 14e tot zijn 19e, totdat hij “naar onder ging, de mijn in.” Op zijn eerste koersfiets,
“een sportfiets zonder spatborden van Belgische makelij”, reed hij elke zondag de
mijnwerkersrondes; wilde koersen waaraan iedereen kon meedoen. Sjeng (80) heeft de
koers nooit vaarwel gezegd. In een café kocht hij de oranje WKMfiets van Jan Lambrichs
voor 140 gulden, trouwde later met een nichtje van Lambrichs, kreeg een zoon, Jo, die
nog steeds bij de amateurs koerst, was drie jaar ploegleider bij Wielerclub Bleyerheide
in Kerkrade en zat tot vorig jaar nog wekelijks op zijn “renfiets”.

Klik om te vergoten

Tonny Strouken is een opvallende verschijning op het WK. Hoewel al elf jaar, ziet hij er uit als een zevenjarig kereltje met een grote Kodak Retina om zijn nek. Niemand gelooft dat hij persfotograaf is. Tijdens de wedstrijd gooit de politie hem meerdere malen over
de afrastering, totdat er iemand langskomt die kan bevestigen dat hij gewoon aan het werk is.

De zestienjarige Sjeng is samen met zijn vrienden te voet naar Valkenburg gekomen om
het WK te zien. Ze zijn opgewonden. Wielrennen is, naast voetbal, het enige vermaak dat er voor hen is. Wanneer ze op pad gaan om naar de trainingen van de WK ploegen te
kijken, zien ze in de Stationsstraat van Meerssen de voltallige Italiaanse ploeg de
plaatselijke groentewinkel binnen gaan. “Dat was de eerste keer dat ik Bartali en de
Italiaanse ploeg van dichtbij zag”, mijmert Sjeng. “Vroeger waren de levens van
profcoureurs veel zwaarder. De verzorging was nog niet zo goed geregeld. Renners
reisden per trein en fiets, zochten goedkoop pension en sliepen soms op hooizolders. De
commersj heeft het wielrennen veranderd. Het WK is veel te laat tegenwoordig en het
seizoen begint veel te vroeg.”

Het is elf uur. De zon versiert het WK, maar niet voor lang, want een miezerregen
verstoort het feest. Zevenendertig renners zijn gestart, zeventwintig geven op:
“abandoné”. Daags na het WK kopt het Franse Miroir Sprint “Lazarides en Teisseire
rijden een prachtige wedstrijd, maar de Belg Schotte heeft zijn titel niet gestolen…”
Strouken kan het beamen: “Als Coppi of Bartali niet tegen elkaar hadden gereden, had
Briek hen waarschijnlijk niet kunnen verslaan, hoewel hij uitzonderlijk sterk was die
dag.” Terwijl Coppi en Bartali hun eigen imagostrijd voeren, is Schotte al vanaf de
tweede ronde in de aanval gegaan, samen met Kübler, Dupont, Ricci en Clemens. Briek
rijdt al 250 km aan kop, wanneer luid gejoel van het volk verraadt dat de Nederlander
Gerrit Schulte probeert aan te sluiten. Als Schulte op 10 meter komt geeft Schotte er een
klap op. Schulte ontmoet als dank voor zijn 130 km lange achtervolging de man met de
hamer. Intussen rijdt Briek alles aan flarden in een recordronde van 15 minuten blank.
“Een ongekende prestatie”, aldus Strouken.

Klik om te vergoten

Briek wordt wereldkampioen, voor Lazarides en Tesseire. Het kost hem 100.000 Belgische frank, 20.000 per ploegmaat. Omgerekend een slordige 5000 gulden. Het prijzengeld is slechts 6000 frank. Meijers: “Briek kon dat toen hè, die was nog niet
getrouwd en woonde bij zijn zus.”

“Briek is zo sterk als een os, hij is een oermens” zegt Lomme Driessens wanneer Strouken hem later naar het geheim van Briek vraagt. Strouken: “De coureur die weinig begaafd een col op reed, eeuwig in het rood en als een aardappelzak op de fiets zat, zonder draaiing, stoempend, was absoluut de sterkste die dag in 1948.” De bronnen zijn niet eenduidig. Had Briek een seconde, tien of twintig meter op de eindmeet? Het doet er niet toe. IJzeren Briek leeft nog altijd voort; in een zwarte lijst aan de muur van mijn
werkkamer én in mijn zoon, die met drie jaar vlak voor de Ronde van Vlaanderen direct
op een fiets zonder zijwieltjes onze straat uit fietst.

 

Dit stuk is eerder gepubliceerd in Wielrennen in Limburg nummer 3. Het nummer is geheel gewijd aan het WK Wielrennen in Limburg en nog steeds online te bestellen.

Petra Uittenbogaard
Laatste berichten van Petra Uittenbogaard (alles zien)