‘Renners zijn niet dom!’, reageerde Kenny van Hummel ietwat gepikeerd. Ik zat vandaag bij Kenny aan tafel tijdens de lunch in het NAC stadion te Breda. Het had gelukkig niets met voetbal van doen. Alles draaide om de negen renners die Vacansoleil-DCM naar de Tour de France stuurt. De dag begon met een welkom. ‘Wie bent u?’, was de eerste vraag die mij gesteld werd door een lieflijke hostess. Niet echt een Brabants welkom, maar dat werd ruimschoots goed gemaakt met de tweede vraag: ‘Wat wilt u bij de lunch: Beenham of een vispotje?’

Ik had helemaal niet gezegd dat renners dom zijn. Ik bracht de stelling te berde dat Vacansoleil-DCM een ploeg is van renners met een kronkel. Ik bedoelde dat als compliment. Het zijn renners met een verhaal, daar houden we van bij hetiskoers.nl.

Neem Johnny Hoogerland. De nuchtere Zeeuw met een prikkeldraadfetisj. Iemand die de vraag of hij een bikkel is beantwoordt met ‘Nee, ik ben Johnny’, heeft wat mij betreft een kronkel. Vandaag was hij ook in vorm. Iemand vroeg hem wat hij het liefst deed tijdens de Tour de France. ‘Fietsen’ antwoordde Johnny met een serieus gezicht. Dank je de koekoek.

Of neem Rob Ruijgh. Die was voornemens zijn fanclub aan te klagen wegens imagoschade. De fanclub hief zichzelf op na vier maanden omdat er onenigheid was ontstaan over een avondje stappen, betaald uit de clubkas. Dat is dezelfde Ruijgh die tijdens het NK 2011 de complete Rabobankformatie zijn eigen bordje liet leegeten ten faveure van Pim Ligthart. Dat is dezelfde Ruijgh die in de Tour de France op de 21ste plek eindigde als beste Nederlander. Die voelt zich niet te groot om overhoop te liggen met zijn net opgerichte fanclub.

En ach, de carrière van Lieuwe Westra is hét standaardsjabloon van iedere wielercarrière. Het is compleet normaal om als aanstormend talent je fiets in te ruilen voor een steenknipper en egalisatieschuif om aan de slag te gaan als stratenmaker. Dan heb je tenminste de weekenden vrij voor een stevige houseparty. Zijn bijnaam ‘Ut Beest’ is niet afgeleid van zijn voorkomen, maar van feestbeest. Dat Westra goed is in tijdrijden is niet vreemd. Vergelijk het urenlange monotone stampen op de pedalen maar eens met urenlang monotoon dansen op de decibels.

Eerder had Hilaire van der Schueren mij ook al vreemd aangekeken toen ik vroeg waarom het Nederlandse deel van zijn tourploeg bestond uit louter vreemde vogels. Hilaire vond het helegaar geen vreemde vogels: ‘Het zijn gewoon goede renners’. Dat is wat mij betreft de spijker op zijn kop en tevens synoniem.

De Rabobank heeft zijn klassementsrenners. Argos heeft Kittel en zijn sprinttrein. En Vacansoleil-DCM heeft zijn vrijbuiters. Renners die op een ezel door Frankrijk trekken en in iedere etappe een molen zien. Mooier vind je ze niet!

En Kenny zelf?

Kenny werd instant cultheld tijdens zijn eerste Tour de France. Tegen beter weten in bleef hij bergen bedwingen. In zijn uppie en helemaal achteraan. De bestuurder van de bezemwagen moet gek van hem zijn geworden. Die kwam iedere dag dat Kenny in de Tour bleef te laat voor het warme eten. Van Hummel moest alsnog opgeven in de 17e etappe na een valpartij. Maar hij had toch maar mooi twee rustdagen meegepakt, waarop hij van de verzorger een Big Mac voorgeschoteld kreeg. Dat maakte de helletocht meer dan de moeite waard. Zo iemand heeft ze toch niet alle vijf op een rijtje?

* Ik vroeg Kenny of hij niet boos was op Argos-Shimano (voorheen Skil-Shimano). Nu Neerlands topsprinter weg is hebben ze opeens een heus treintje en zetten ze deze Tour de France vol in op een sprintzege. Nee, zei Kenny. Sterker nog, hij was eigenlijk wel trots dat hij al die jaren meegeholpen heeft dat treintje op de rails te zetten. En wie weet kan hij er deze Tour de France zijn voordeel mee doen. Hij weet precies welke wagonnetjes in die trein rijden. Hij kent alle knoppen in de cockpit.

* Kenny van Hummel is zeker niet dom. Kenny van Hummel is overigens ook niet de meest geleerde renner. Op het moment dat hij – zeven jaar oud – Jeroen Blijlevens een Touretappe zag winnen wist hij dat hij profwielrenner zou worden. Voor veel mensen is willen iets anders dan doen. Voor Kenny niet. Voor de start bij een jeugdrace wees vader van Hummel op alle andere rennertjes. Die wil profrenner worden. En die. En die. Eén voor één wees hij alle rennertjes aan. ‘En maar 1% haalt het’, was vaders wijze les. Kenny wist precies wie dat dan zou zijn. Hijzelf. En daarom heeft hij geen studie gevolgd. Waarom zou je?

Bas Van Eijk
Laatste berichten van Bas Van Eijk (alles zien)