Tour de France 2025: Het complete parcours
De Tour de France van 2025 staat voor de deur, en wat een parcours heeft ASO ons dit jaar voorgeschoteld. Het spektakel begint op zaterdag 5 juli met een Grand Départ in het noorden van Frankrijk. Deze 112e editie brengt ons van Bretagne naar de ruige Pyreneeën en de altijd spectaculaire Alpen. De renners kunnen hun borst natmaken, wanthet belooft een pijnlijke strijd te worden. Klassieke beklimmingen, een aantal verraderlijke etappes. Wie weet krijgen we dit jaar eindelijk weer wat meer spanning!
Sprintkansen en puncheurs in de openingsweek
De eerste etappe biedt direct kansen voor de sprinters, al zullen ze nog wel wat werk moeten verzetten. Het parcours kent minder dan 1.000 hoogtemeters en de Zwarteberg, een klim van bescheiden lengte, ligt op 45 kilometer van de finish in Lille. Mocht het tempo hoog liggen, dan kunnen we misschien voor het eerst sinds 2020 weer een sprinter in het geel zien; een knipoog naar Alexander Kristoff, die toen in Nice de openingsrit won.
Etappe 2, daarentegen, lijkt op het lijf geschreven van de puncheurs. Twee steile klimmetjes in de laatste kilometers – met percentages boven de 10% en een slotkilometer die langzaam oploopt – vormen een ideaal toneel voor een explosieve renner om het peloton achter zich te laten. En dan is er nog de derde rit, een vlakke sprintkans met minimale hindernissen, wat bijna een zekerheid lijkt voor een massasprint.
Legendarische muren en historische aankomsten
De vierde etappe brengt ons naar Rouen, en de dag erop volgt een tijdrit door de straten van Caen. Een interessante twist, aangezien de renners al vroeg hun tijdrijkwaliteiten moeten tonen. Na een tussenstop in Vire Normandie, bereikt de Tour het iconische Mûr de Bretagne in etappe 7, een plek die gekoesterd wordt in de harten van veel wielerfans. Hier triomfeerde Van der Poel in 2021 op weergaloze wijze en pakte de gele trui; een herinnering die ongetwijfeld weer bovenkomt bij het peloton.
De eerste week eindigt spectaculair in Le Mont-Dore, omringd door (inactieve) vulkanen. Het feit dat quatorze juillet – de Franse nationale feestdag – dit jaar op een maandag valt, betekent geen rustdag. Nee, de renners krijgen geen verademing voordat ze zich in het hart van Frankrijk bevinden. Het lijkt wat symbolisch, maar het finishen op een feestdag in het hart van Frankrijk, tussen de vulkanen. Als dat geen vuurwerk gaat opleveren.
Pyreneeën: Klimtijdrijden en legendarische cols
Na een welverdiende rustdag gaat de Tour de Pyreneeën in. Hier wachten de beruchte klimfinishes op Hautacam en Peyragudes. Hautacam is een echte klassieker. Etappe 11 en 12 bieden waarop Tadej Pogacar in 2022 zijn klasse liet zien, terwijl Jonas Vingegaard de Sloveen in de luren legde. Dit jaar keert de Tour hier terug voor een klimtijdrit op Peyragudes, met een finish op de beruchte landingsbaan; dit wordt een topetappe.
Na een intermezzo in Superbagnères vervolgt de Tour naar Carcassonne. Ook zo een klassieke tourbestemming of startplek. De geschiedenis leert dat een sprint hier bijna onvermijdelijk is. Philipsen en Cavendish triomfeerden hier in recente jaren, en de kans is groot dat wederom de snelste mannen zich hier zullen roeren. Cav zal er naar eigen zeggen niet bij zijn, maar wie weet.
Alpenavontuur en de schaduw van de Mont Ventoux
De tweede rustdag komt zeker niet te laat want daarna trekt het peloton richting de Vaucluse voor een aankomst op de mythische Mont Ventoux. De 16e etappe vormt een perfecte opwarmer voor de twee Alpenetappes die mogelijk deze Tour zullen beslissen. Hoewel we met een Pogacar in de vorm van 2024 vast voor geloochenstraft worden. Na de Ventoux is er een overgangsetappe, een echte stilte voor de storm. Maar dan nog, hier is het vaak onrustig in deze regio. Veel wind, warm, een etappe om in ieder geval scherp te blijven.
De Col du Glandon is de opmaat naar de Col de la Loze in Courchevel, een finish waar Felix Gall vorig jaar nog zijn mooiste overwinning behaalde. Het was hier dat Pogacar – letterlijk en figuurlijk – door het ijs zakte, met zijn legendarische woorden: “I’m gone, I’m dead.” Dit jaar wordt opnieuw spannend; wie kan deze rit tot een goed einde brengen?
In de voorlaatste Alpenetappe trekken de renners naar La Plagne, een rit met een uitdagende klim van 17,1 kilometer en een stijgingspercentage van gemiddeld 7,6%. Bij La Plagne denken we allemaal terug aan Boogerd in 2002. De kus op het kettinkje, de lange dag in de vlucht. Een overwinning die inspirerend zou moeten zijn voor andere Nederlanders. Of uberhaupt.
Een slotstuk in Parijs
De laatste etappe van Nantua naar Pontarlier is een laatste kans voor niet sprinters en de vlucht, als een soort rustige opwarmer voor de Champs-Élysées. Het traditionele slotstuk is weer terug na een jaartje afwezigheid. Op zondag 27 juli finisht de Tour weer op het circuit in de hoofdstad. We zijn wel echt benieuwd wie dan de gele, groene, bollen en witte trui zullen dragen.
De Tour de France 2025 lijkt op papier een van de meer uitdagende parcoursen van de afgelopen jaren. Een hoop hoogtemeters, tricky etappes en genoeg voor verschillende rijders.