Etappe 12 – Driemaal is …..
Chauvigny – Sarran Corrèze – 218km – heuvelrit
Every race is a war, Every race is a fight. If you don’t go into every event with that belief, you will never achieve your goals. – Fabian Cancellara
Zonder poespas en zonder eromheen te draaien is er 1 renner in deze tour die zonder twijfel al na de 12de etappe de prijs voor de superstrijdlust kan claimen. De jury voor deze prijs had het na afloop van vandaag al op een briefje kunnen schrijven en in een envelope kunnen doen voor Prudhomme om op de Champs Élysées te openen. Ook al had onze klasbak de rit van vandaag niet aan zijn jeugdige edoch imposante palmares toegevoegd, dan nog had hij hem gekregen. Ook al was er een Fransman geweest die in de resterende etappes nog veelvuldig op solo avontuur was gegaan in enkele monsterontsnappingen, hier kon niemand meer aan tippen. Nee, aan de super strijdlust van Hirschi zou niemand komen. Zou niemand ook moeten willen komen. Aanval, na aanval, solo km na solo km, snoeihard dalen waardoor de kijker likkebaardend en billen knijpend voor de TV zou zitten, genadeloos hard vallen, beschaafd, bebloed, maar niet gebroken de strijd hervatten en dan na 3 prachtige avonturen zichzelf belonen met die eerste afgetekende etappe overwinning. Al in een eerdere etappe rees de vraag of het peloton medelijden kent, of het peloton in staat is een mede renner iets te gunnen in deze sport waar nagenoeg alles bijna altijd om winnen draait. Een antwoord hebben we op die vraag niet gekregen, ook na deze etappe niet. De sterkste renner wint altijd. Toch?
Maar we draven door en lopen op de zaken vooruit en dat terwijl er voor Marc Hirschi toch een flinke overgangsetappe op het menu staat en hij immers al meerdere dagen vol in de aanval heeft gereden. Driemaal is in het gewone leven wel scheepsrecht, maar in de wielerij gelden normaliter andere wetten en regels.
Bij Sunweb hebben ze deze tour Cees Bol voor de sprintetappes en een groot deel van het team is gewijd aan de ideale trein en leadout. Maar Cees moest tot nog toe helaas zijn meerdere erkennen in een man waar ook Hirschi van twijfelde of hij hem wel zou kunnen verslaan.
Bij Sunweb kreeg hij de aandacht en begeleiding die hij momenteel nodig had. Het team had in negatieve zin de publiciteit op zich gericht gekregen na het wat rommelige vertrek van Tom Dumoulin. Hirschi vond het allemaal wat overdreven. Hoewel hij loyaal was aan de ploeg hoorde het komen en gaan van wielrenners bij het wielrennen.
Zoals hij eigenlijk iedere dag deed keek hij die ochtend bij het wakker worden in alle rust naar het routeboek. Het gedetailleerde stukje proza met grafiekjes, toelichtingen en uitleg wat vanuit de organisatie uitgedeeld wordt aan elk team. Hoewel je het van een Zwitser misschien niet zou verwachten was Hirschi niet zo van het vooruit denken. Hij had deze tour geen etappes omcirkelt of aangekruist. Hij ging het gewoon van dag tot dag bekijken. Bekijken hoe zijn benen zich voelden, bekijken hoe hij het parcours wist te verteren, bekijken wie er allemaal wilden ontsnappen en dan alles geven. Je kon veel plannen in het leven, en hoewel je met een groot aantal variabelen de kans op een superdag kon vergroten, wist je het nooit van tevoren en altijd pas op het moment zelf. Overgangsetappe. Dat is het stempel wat de etappe van vandaag krijgt. Zo’n typische lange rit in de tour want de renners moeten immers wel een zo groot mogelijk deel van Frankrijk doorkruizen in een vast aantal dagen. Maar dan niet te vlak en niet te makkelijk. Qua profiel kan zo’n rit soms in de buurt komen van een klassieker, maar niet qua afstand. Slijtageslagen als klassiekers kan je er in een Tour van 3 weken niet bij hebben tenzij je met een half peloton op de Champs Élysées wilt ronddraaien. Vandaag zouden ze een aanloop van ruim 100 kilometer hebben, de Tussenprint al veel eerder afstrepen en pas dan zouden zich de eerste 2 heuvels van de 4de categorie aandienen.
De etappe start op hoge snelheid. Precies wat je van een overgangsetappe mag verwachten. De degens worden gekruist en in den beginne lijkt het halve peloton mee van voren te willen zitten. Hij slaat het gade. Blijft alert, maar het voelt voor hem niet als het moment om zich nu al vol in dit strijdgewoel te moeten mengen. Hij ziet de bekende namen plaagstootjes en aftastende tikken uitdelen. Greg van Avermaet, Thomas de Gent, Matteo Trentin, maar vooral de ‘strijd’ tussen Sagan en Bennett is opvallend. Waar Sagan gaat, daar gaat ook Bennett. Na de etappewinst van Bennett in de 10e rit en de declassering van Sagan in de rit van gisteren zat het groene tricot wat vaster om de schouders van de Ier die hem nu openlijk tot einddoel had gemaakt. Maar vandaag was gelijk duidelijk dat Sagan zich niet zonder slag of stoot gewonnen ging geven.
Marc Hirschi was een jonkie. Ogenschijnlijk met een berg talent, in 2018 Europees èn Wereldkampioen geworden bij de beloften maar had zijn prestaties dat toernooi toch wat overschaduwd zien worden door een nog jongere Belg met de naam Remco Evenepoel. Dit kleine knaapje wist als eerste deelnemer bij de Junioren zowel de wegwedstrijd als de Tijdrit op zijn naam te schrijven en allemaal met een overmacht waarvan gezegd werd dat hij ook bij de beloftes ditzelfde kunststukje zou kunnen herhalen. Het was als jonge Zwitser ook moeilijk wedijveren met een Jonge Belg voor wiens landgenoten niets boven het wielrennen kan uitstijgen.
Ondanks het moordende tempo weten een zestal renners een voorsprong op te bouwen en konden dus ook de eerste zes posities van de tussensprint verdelen. Daarachter komen in bijna vaste volgorde weer Bennet, bodyguard Mørkov en uitdager Sagan op respectievelijk de 7de, 8ste en 9de plek over de streep. Hij was al de hele tour blij dat hun sprinter Bol niet hoefde te wedijveren voor het groen en de daarbij behorende tussensprints. Zorgt enkel voor verzuurde poten en levert in de regel weinig op.
De voorste zes behouden een prima voorsprong, maar nooit te groot om zenuwachtig te worden. Misschien is het wel goed om een keer wat langer te wachten, niet te vroeg te gaan soleren en niet alweer op een tweede of derde plek te eindigen? Was het toeval dat deze gedachte bij hem ontsproot tijdens de doorkomst van het stadje Saint-Leonard-de-Noblat? De lokale bevolking was vandaag massaal de straat op gegaan om de laatste eer te bewijzen aan hun vorig jaar overleden stadgenoot Pou Pou. Raymond Poulidor, de eeuwige tweede van de Tour, opa van Mathieu van der Poel en met zijn bolle wangen zeer geliefd bij het Franse publiek.
Vanaf die doorkomst gaat het continu op en af en in de laatste 50 kilometer moeten de renners nog beklimmingen van de 3de en de 2de categorie verteren. Naar verluidt was Nils Politt, de man met het meest in het oog springende gebit van het peloton, gaan muiten in de kopgroep waardoor de samenwerking klapte en de kleine kans op wegblijven verdween. Op de voorlaatste klim van de dag krijgen alle renners snel in de gaten dat de sprinters kaartjes voor de achteruitgang hebben gekocht en zo massaal afscheid nemen van de hoofdmacht. Sagan ruikt een kans omdat hij als enige sprinter wel in staat blijkt bij het uitgedunde peloton te blijven. Maar Hirschi is vooral in zijn nopjes als hij ziet hoe zijn team zich uitstekend weet te positioneren. Maar Sagan was niet de oude Sagan van weleer als het om bergop fietsen gaat en ook de mannen van Bora konden niet op de limiet blijven koersen omdat ze Peter er anders af zouden fietsen. En dus gaan twee ploeggenoten van hem er vandoor, Søren Kragh en Bennoot. Het tempo ligt hoog en er zijn maar 3 andere renners die ook mee kunnen zitten: Schachmann, Soler en Pacher. Achterblijvend slaat de twijfel even toe. Hij heeft geweldige benen, maar het gat naar twee ploeggenoten dichtrijden brengt ook risico’s met zich mee. Je wil een kopgroep niet onnodig verzwaren met concurrenten als je ploeg al puik vertegenwoordigt is. Maar de benen zijn gewoon te goed en als het paard de stal ruikt is hij niet te houden. Ik ga gewoon. Bam, daar spuit hij weg. Staand op de pedalen lijkt hij te vliegen terwijl hij in 1 ruk naar de 5 koplopers toerijdt. Niemand blijkt in zijn wiel te zitten. Goede keus gemaakt. En dus zitten ze met 3 ploeggenoten van voren bij het aanrijden van de laatste klim. Movistar rijder Soler plaatst als eerste een ijzersterke aanval. Er is kort overleg en hij wordt de man die het gat gaat dichten. Hij weet Soler te counteren, zijn ploeggenoten houden wel de benen stil en voor hij er erg in heeft is hij er voorbij. Een korte blik achterom op het ietwat afvlakkende gedeelte van de 3.8km lange Suc au May en het wordt duidelijk dat hij alweer alleen op kop rijdt in de grootste wedstrijd van 2020.
Het benauwt hem niet. Hij heeft het vak immers grotendeels geleerd van de allerbeste Zwitserse wegrijder ooit. Fabian Cancellara mocht je immers nooit een gaatje laten slaan. Vraag maar aan ene Tom Boonen als je dat niet gelooft. Hij voelde zich extra gezegend door de adviezen van zijn Zwitserse bondscoach en man waar hij als jonge jongen groot idool van was. De mister Chrono van zijn tijd. De man die het vakmanschap van het Zwitserse uurwerk wist te vertalen naar ritten tegen de klok, maar ook naar epische solo ontsnappingen tijdens de lange en loodzware ritten in het Belgische voorjaar.
Met Fabian in het achterhoofd, de herinnering aan vele gelukte solo’s gedurende zijn tijd bij de junioren en beloftes voelt hij zich gesterkt om die lange laatste 30 kilometer tot de meet solo af te leggen. De ploegleiding begint steeds harder en nadrukkelijker tegen hem te praten. Ze houden hem op de hoogte van de ontwikkelingen achter hem. Hij hoort dat de grote Alaaph met een ploegmaat de achtervolging heeft ingezet op de Suc au May, bijgestaan door enkele andere grote namen. Maar zijn eigen benen doen het nog uitstekend. Hij is vrij, fietst vooraan en hoeft naar niemand te kijken. Niet op te letten. Enkel en alleen te focussen op zijn eigen omwentelingen en niet vergeten hier en daar nog wat voeding naar binnen te slurpen. Met nog 10 kilometer te fietsen heeft hij nog altijd 45 seconden voorsprong en met ploeggenoot Søren Kragh als ideale stoorzender in het groepje achtervolgers ligt de overwinning binnen handbereik. Nee, deze zal niemand hem meer afnemen. Geen Alaphillipe in de laatste meters, geen Pogaçar in de laatste meters, niemand. Hij hoeft er niet eens voor te sprinten, wat een luxe. De hand gaat omhoog, een klop op de borst. Glimlach van oor tot oor. Zijn allereerste en zonder twijfel zijn allermooiste tot nog toe.
Klik hier voor de Podcast – Tourkronieken op Itunes
Klik hier voor de Podcast – Tourkronieken op Spotify
Klik hier voor Etappe 11: too Green or not too Green
De Volgende etappe: 13 – Kopzorgen in de Kopgroep