Dinsdag 21 juni 1988, iets na tien uur in de avond. Een golf van vreugde verspreidt zich in hoog tempo door Nederland. Een paar minuten eerder heeft Marco van Basten de halve finale van het EK voetbal tegen West-Duitsland in het voordeel van Oranje beslist. Tegen alle verwachtingen in plaatst het Nederlands elftal zich voor de finale, vier dagen later tegen de Sovjet-Unie. Terwijl de euforie zich meester maakt van ons land, is de stemming in een aantal huizen in Rheden aanmerkelijk minder uitbundig. Voor het Gelderse dorp is de finaleplaats een regelrechte domper. Rheden heeft ruim een half jaar eerder de organisatie van het NK wielrennen binnen gehaald. Na negen jaar vindt het nationaal kampioenschap niet langer plaats op en rond de Slingerberg in het Limburgse Geulle, maar op een nieuw parcours.

Ondanks dat de titelstrijd in het zuiden van Limburg steevast aansprekende kampioenen heeft geleverd, onder wie Jan Raas, Johan van der Velde en Adrie van der Poel, heeft het parcours ieder jaar meer kritiek te verduren gekregen. Met name de te korte omloop van amper 6,5 kilometer, waardoor renners naar hun smaak te vaak over hetzelfde rondje moeten, is een veel gehoorde klacht in het peloton. Het besluit van organisator Prof Wieler Promotion om een nieuw kampioenschapsparcours te zoeken komt eind 1987 dan ook niet uit de lucht vallen. Desondanks meldt Geulle zich gewoon opnieuw als kandidaat voor het eerstvolgende NK. Als een voetballer die buiten de EK-selectie is gevallen, maar toch nog even doodleuk de bondscoach belt om te laten weten dat-ie beschikbaar is, zo probeert Geulle in de race te blijven voor het kampioenschap van 1988. De keuze uit drie medekandidaten maakt het Limburgse charmeoffensief kansloos. Van het trio opties heeft Rheden veruit de beste papieren. In Valkenburg kan men niet voldoen aan het verplichte financiële voorschot, waardoor een NK op de Cauberg al snel afvalt. Het parcours dat in Apeldoorn zou kunnen worden uitgetekend is op voorhand niet zwaar genoeg. Al snel blijft één geschikte locatie over: Rheden. Om precies te zijn, de Posbank. Zonder ‘t’ inderdaad. De heuvel aan de rand van de Veluwezoom is vernoemd naar het monument dat prijkt op een uitkijkpunt over een bos- en heiderijk gebied, met in de verte zicht op de IJssel en zelfs de Achterhoek. De halfronde stenen bank die er staat draagt de naam van oud-voorzitter en medeoprichter van de ANWB, Gerard Pos. Kranten en ook wielercommentator Jean Nelissen spreken echter in menig artikel of verslag abusievelijk van ‘Postbank’. Alsof het NK wielrennen plaatsvindt op het dak van een filiaal van de dan nog bestaande bank met de blauwe leeuw als logo.

Huub Engelen en zijn Prof Wieler Promotion zetten in opdracht van de KNWU een 8,2 kilometer lange lus uit, die het peloton behalve door Rheden ook door het naastgelegen De Steeg voert. In het laatste weekend van juni 1988 zullen eerst op zaterdag de dames en de amateurs om de titel strijden en een dag later de profs. Nog voordat Freek de Jonge zijn Oudejaarsconference van 1987 met het Nederlands publiek heeft gedeeld, is het beklonken. Drie dagen voor Kerst proosten Huub Engelen en de burgemeester van de gemeente Rheden alvast op een boeiende titelstrijd een half jaar later. De voortekenen zijn in ieder geval gunstig. Het nationale wielerpeloton kent met Steven Rooks, Adrie van der Poel, Teun van Vliet en Frans Maassen renners die met gemak tot de wereldtop in eendaagse koersen mogen worden gerekend. Oudgedienden Hennie Kuiper, Bert Oosterbosch en Gerrie Knetemann zijn in 1988 weliswaar in de nadagen van hun profcarrière, maar zijn nog altijd geheide publiekstrekkers en bovendien is Rheden de thuisgemeente van Erik Breukink. De kopman van de Panasonic-ploeg in de grote ronden is 24 jaar eerder geboren in het ziekenhuis in Velp, is daarna opgegroeid in Spankeren, twee van de zeven dorpen die deel uitmaken van de gemeente, en heeft als tiener bijna dagelijks zijn trainingsrondjes op het nieuwe NK-parcours afgewerkt. Iedere millimeter kan Breukink dromen, elke bocht kan hij uittekenen. Zou je Erik Breukink midden in de nacht wakker maken met de vraag hoeveel spijlen de wildroosters op de route hebben, dan zou hij feilloos binnen enkele seconden het antwoord kunnen geven. Als de gedachten van burgemeester Koek tijdens het proost-moment even afdwalen ziet hij zichzelf Breukink al in het rood-wit-blauw hijsen. Met een haastige reflex kan de gemeentebestuurder ternauwernood voorkomen dat zijn champagne per ongeluk een pregnante vlek zal maken op het tapijt van zijn kamer in het Rhedense gemeentehuis.

IJs en weder dienende, of liever: op slecht weer na, is er weinig dat een fraai Nederlands kampioenschap wielrennen in het laatste weekend van juni 1988 in de weg kan staan. Even nog lijkt Natuurmonumenten, dat in de wielersport een bedreiging ziet voor de in de bossen rond Rheden aanwezige flora en fauna, roet in het eten te gooien. De klachten van de natuurbeschermers worden echter door de gemeente met speels gemak van tafel geveegd.

De Posbank is in de achterliggende jaren al regelmatig decor geweest van etappes in de Ronde van Nederland en Olympia’s Tour en ook eendagswedstrijden als Veenendaal-Veenendaal en de Grote Prijs Wieler Revue nemen de klim bijna jaarlijks op in hun parcours. Nu zal de belangrijkste eendagskoers van Nederland, het NK, op Rhedens grondgebied worden verreden. Liefst voor een periode van meerdere jaren, is het plan van zowel de gemeente als organisator Huub Engelen. Alles staat of valt met drie doorslaggevende componenten: een spannende koers, veel publiek langs de kant van de weg en volop aandacht van Studio Sport. Vooraf lijkt dat geen probleem. Het kampioenschap valt weliswaar in hetzelfde weekend als de finale van het EK Voetbal, maar het Nederlands Elftal wordt vooraf weinig kans toegedicht. Totdat Marco van Basten op dinsdagavond 21 juni de bal met een sublieme schuiver achter de West-Duitse doelman Immel krijgt en Nederland een finaleplaats bezorgt.

Terwijl ze het in Rheden lichtelijk benauwd krijgen, worden honderd kilometer verderop alvast plannen gemaakt. Als Oranje de finale wint moet de gemeente Amsterdam natuurlijk uitpakken met een grootse huldiging. Onthaal, rondvaart, huldiging op het Museumplein. Burgemeester Van Thijn en zijn staf zetten in een paar dagen tijd een volledig feestprogramma in de steigers. Kosten noch moeite worden gespaard. Als men in Amsterdam de begroting nog eens tegen het licht houdt, blijkt al gauw dat het hele evenement op het laatste moment afblazen, als Nederland de EK-finale van de Sovjet-Unie zou verliezen, net zo kostbaar is als de festiviteiten sowieso te laten doorgaan. Het voelt op het gemeentehuis van Rheden, dat gevestigd is in De Steeg, bijna als verraad, maar stiekem zou dat scenario zo slecht niet zijn. Hoe minder aandacht het voetbal zal krijgen, des te meer interesse is er voor het wielrennen. Een spannend NK zou zelfs een mooie manier kunnen zijn om de kater van een verloren voetbalfinale met de staart tussen de poten te laten afdruipen. Dat de amateurs hun rondjes over de Posbank bijna tegelijk met Nederland – Sovjet-Unie zullen rijden, op zaterdagmiddag, neemt de organisatie voor lief. De vrouwenkoers, die in eerste instantie ook op zaterdag zou worden verreden, wordt in allerijl naar de vroege zondagochtend verplaatst. Daarna kan alle aandacht uitgaan naar de profs. Tenminste, in een ideale wielerwereld.

Ruud Gullit, Marco van Basten, Frank Rijkaard en de rest van het Nederlands Elftal hebben op zaterdag 25 juni 1988 heel andere plannen. Met een klinkende 2-0 overwinning verschalkt Oranje de Sovjet-Unie. Revanche voor de eerder in het toernooi verloren groepswedstrijd tegen de Russen, voor de verloren WK-finales in 1974 en 1978, maar vooral een mijlpaal in de nationale sportgeschiedenis. Nederland is voor het eerst winnaar van een eindtoernooi. “Dit is een goed stel, hoor!”, roept NOS-voetbalcommentator Theo Reitsma als de uitbundige spelers vlak na de finale op het punt staan hun prijs in ontvangst te nemen. Het goede stel dat diezelfde middag het podium van het NK wielrennen voor amateurs in Rheden bevolkt – Erwin Kistemaker, Michel Zanoli en Arno Ottevanger – gaat volledig aan Nederland voorbij. De organisatie heeft sinds het doelpunt van Marco van Basten in de halve finale tegen West-Duitsland kunnen wennen aan het idee dat er voor het amateurkampioenschap weinig belangstelling zou zijn, maar nu dreigt de profkoers eenzelfde lot. Het onthaal van het Nederlands Elftal de volgende dag in Amsterdam belooft een waar volksfestijn te worden. Honderdduizenden mensen zullen naar de hoofdstad afreizen. Voor wie er niet lijfelijk bij kan zijn, zal de NOS verslag doen. Zelfde tijd, zelfde zender als het NK wielrennen. Dat er eerder dat jaar met Nederland 3 een derde publieke net is bijgekomen wil niet zeggen dat er voor gelijktijdige sportevenementen zomaar een extra publiek kanaal kan worden vrijgemaakt. In eerste instantie wil de NOS nog schakelen tussen beide evenementen, maar op zondagochtend is de Oranjekoorts tot zulke hoogten gestegen dat het NK wielrennen wordt gereduceerd tot flitsen tussen de huldiging door. Jaren later zal Mart Smeets in een interview met Matthijs van Nieuwkerk onthullen dat hij die bewuste zondagochtend letterlijk door collega’s uit de trein richting Rheden is geplukt en naar Hilversum gebracht om de intocht van Oranje in de NOS-studio aan elkaar te praten. Een marathonuitzending van acht uur. Tot grote teleurstelling van burgemeester Koek en zijn Rhedense ambtenaren. Van de televisieregistratie van ‘hun’ NK en het visitekaartje van de Posbank als toeristische trekpleister voor de zomer blijft weinig over. ‘Even naar de Neel’, kondigt Mart Smeets zijn collega Jean Nelissen op de hem kenmerkende wijze af en toe aan. In een paar minuten praat de Limburger Nederland bij over de ontwikkelingen in Rheden. Daarna wordt snel weer overgeschakeld naar Amsterdam, waar een uitzinnige menigte het Nederlands Elftal toejuicht. Terwijl de NOS vooraf een cruciale rol heeft gespeeld bij de keuze voor het NK-parcours.

Een rondje kun je in twee richtingen rijden. Kloksgewijs of juist niet. Op de 8,2 kilometer lange lus door Rheden en De Steeg en over de Posbank maakt die richting een groot verschil. Via Rheden omhoog is de Posbank een naar verhouding kort en redelijk steil klimmetje van ruim een kilometer. Precies dezelfde klim waar Maarten Tjallingii in 2016 naar de blauwe bergtrui zou sprinten in de derde etappe van de Giro d’Italia. Geen probleem voor een niet-klimmer, ook niet als het stuk omhoog nog 27 keer terugkeert tijdens een NK. De relatief lange afdaling en het daaropvolgende vlakke stuk terug naar de start- en aankomstlijn op de Arnhemsestraatweg in Rheden bieden voldoende kansen om een opgelopen achterstand goed te maken. Of om een tijdens de klim ontsnapte vluchter bij te halen. Rijd je via De Steeg omhoog is het natuurlijk precies andersom. Na de start zijn er eerst een paar vlakke kilometers af te leggen, gevolgd door een minder steile, maar glooiende klim van ongeveer drie kilometer en tot slot een korte afdaling terug naar start/finish. Over het algemeen te kort om meer dan een handvol seconden goed te maken in de finale van een nationaal kampioenschap.

Het parcours dat in 1988 wordt gekozen? De eerste optie. Op speciaal verzoek van… de NOS! De korte beklimming vanuit Rheden zou mooiere televisiebeelden opleveren. Ook omdat er aan die kant van de Posbank minder bomen staan, die een goede straalverbinding tussen cameramotoren en helikopter kunnen verhinderen. Dat deze rijrichting de kans op een massasprint na 229 kilometer koers aanzienlijk groter maakt dan wanneer de rondes tegen de klok in worden gereden, is voor de organisatie van minder belang dan een aantrekkelijke televisiereportage. Het live-verslag delft op het ‘moment suprême’ echter het onderspit. Het NK wielrennen is niet meer dan een nar in het rijk van de machtige Koning Voetbal.

In korte, meestal al opgenomen, flitsen praat Jean Nelissen de kijkers bij over de stand van zaken op en rond de Posbank. De commentator concludeert al snel dat het parcours, zoals vooraf gevreesd, onvoldoende selectief is. Vluchtpogingen van onder meer Theo van der Velde (inderdaad, de broer van…), Jacques van der Poel (ja, ook de broer van…) en Dick Dekker (wederom de broer van, al is Erik Dekker in 1988 nog een aanstormend juniorentalent) worden snel in de kiem gesmoord. Pas in de laatste beklimming van de Posbank gaat de knuppel in het hoenderhok. Gert-Jan Theunisse en Erik Breukink weten zich los te maken van de groep van ruim dertig renners die gezamenlijk op de finish afstevent. Voor topsprinter Jean-Paul van Poppel is 28 keer de Posbank net iets te veel en Mathieu Hermans raakt kansloos door een lekke band. Het duo bevindt zich in de finale niet meer in de voorste groep, waar echter genoeg andere snelle mannen in zitten. TVM-ploegleider Cees Priem zet zijn manschappen op kop om Theunisse en Breukink in de kraag te vatten. Met succes, al worden de twee koplopers pas bijgehaald als de laatste kilometer is ingegaan. Knechten Martin Schalkers en Eddy Schurer trappen tussen De Steeg en Rheden de laatste krachten uit hun lijf om sprinter Peter Pieters in stelling te brengen. Die rondt de missie amper een minuut later feilloos af. Als de twee koplopers zijn ingerekend hebben titelverdediger Adrie van der Poel en topfavoriet Teun van Vliet het nakijken. Ze hebben geen schijn van kans tegen de machtige versnelling van Pieters. Enkele tientallen meters voor de finishlijn kan de kopman van TVM zijn stuur loslaten, de rug rechten en beide armen ten hemel heffen. Met een grimas die nog het meest lijkt op die van een kind dat trots zijn volgroeide gebit laat zien, komt Pieters als winnaar over de finish.

Voor TVM-ploegleider Cees Priem is de nationale titel van zijn kopman slechts een pleister op de wonde. Een paar dagen eerder heeft de Zeeuw te horen gekregen dat zijn ploeg geen uitnodiging krijgt voor de Tour de France, die een week later in Pornichet zal starten. Het rood-wit-blauw van Peter Pieters zal niet in Frankrijk te bewonderen zijn. Phil Anderson en de in allerijl van de Italiaanse Gis-ploeg overgenomen Johan van der Velde evenmin. Priem koestert nog even de hoop de Tourdirectie te kunnen verleiden met het aantrekken van een extra kopman. Van der Velde is twee weken eerder winnaar van de paarse puntentrui in de Giro en zou in dienst van Gis sowieso de Tour niet kunnen rijden. De Brabander heeft dus onmiddellijk toegehapt, zodra Priem zijn hengel naar hem had uitgeworpen. Bij Gis vindt men een tussentijdse overstap geen probleem en ook de wielerbonden maken geen bezwaar. Van der Velde mag voorlopig alvast als gastrenner in de kleuren van TVM rijden, voordat hij aan het einde van het seizoen de definitieve overstap maakt. Het is vergeefse moeite van Cees Priem. De directie van de Ronde van Frankrijk geeft de voorkeur aan een paar Franse ploegen extra. Niet aan TVM. Ook het voorstel van Priem om de andere ploegen met één renner minder te laten starten, zodat er ruimte in het deelnemersveld ontstaat voor TVM, haalt niets uit. Er zit voor de ploegleider weinig anders op dan de Tour van 1988 voor de televisie te aanschouwen. Thuis in Zeeland ziet Priem onder meer hoe Teun van Vliet en Adrie van der Poel sportieve revanche nemen voor hun nederlaag tegen Peter Pieters in Rheden. De één rijdt in de eerste Tour-week drie dagen in het geel, de ander wint in Pau de zestiende etappe.

Ondanks de vele kritiek op het eenvoudige parcours kiezen organisator Huub Engelen en de KNWU in 1989 opnieuw voor de Posbank als decor voor het NK. Er is immers nog een alternatief voor handen om de koers interessanter te maken: de rijrichting omdraaien. Het besluit kan rekenen op positieve reacties van renners en fans. Alleen de NOS is teleurgesteld en hijst de witte vlag. Ook in een jaar zonder groot voetbaltoernooi of Olympische Spelen doet de publieke omroep geen rechtstreeks verslag van het nationaal kampioenschap wielrennen. Het weelderige bladerdek van de loofbomen boven de Rhedense wegen zou een goede straalverbinding tussen motoren en helikopter dermate vaak belemmeren dat de NOS geen heil ziet in een live-uitzending. Een samenvatting van tien minuten in de reguliere avonduitzending van Studio Sport, meer valt het NK niet ten deel. Terwijl het koersverloop vele malen interessanter is dan een jaar eerder. Dat is met name te danken aan de SuperConfex-ploeg. De groene brigade van Jan Raas heeft niet alleen af te rekenen met de drie andere grote Nederlandse ploegen, PDM, Panasonic en TVM, er wordt ook een interne strijd uitgevochten. Op het scherpst van de snede en met één grote verliezer: Nico Verhoeven. De Brabander betaalt in Rheden de hoofdprijs voor het afhouden van een contractverlenging.

Een dag voor de titelstrijd in Rheden heeft ploegleider Raas Verhoeven een voorstel gedaan voor het volgend seizoen. Tot frustratie van de opvliegende Zeeuw hapt zijn pupil niet direct toe. Termen als ‘bedenktijd’, ‘opties afwegen’ en ‘beraden op de toekomst’ laat Verhoeven vallen in het gesprek met zijn werkgever. Zowel Panasonic als PDM heeft interesse in de renner die in 1987 in Berlijn de eerste etappe van de Tour van dat jaar wist te winnen. In de kleuren van SuperConfex. Verhoeven wil een weloverwogen besluit nemen, voordat hij zijn handtekening onder een nieuw contract zet. Met stoom uit zijn oren kapt Raas het gesprek met Verhoeven af. “Voor hem tien anderen!”, schreeuwt een stem in het hoofd van de ploegleider.

Als diezelfde Nico Verhoeven in de finale van het NK eerst naar koplopers Tom Cordes (een ploeggenoot bij SuperConfex) en Peter Hoondert (PDM) rijdt en vervolgens alleen voorop komt te zitten, is Raas onverbiddelijk. Zonder aarzelen sommeert hij Gerrit Solleveld en Patrick Tolhoek om in de achtervolgende groep het heft in handen te nemen. In plaats van af te stoppen voor hun ploeggenoot draaien de twee renners van SuperConfex de gashendel vol open. Verhoevens voorsprong van een halve minuut verdwijnt als sneeuw voor de zon. Een hartgrondige vloek klinkt door de bossen van de Veluwezoom als Verhoeven terugvalt in de voorste groep met onder anderen ploeggenoot Frans Maassen, lokale favoriet Erik Breukink en outsiders Johan Lammerts, Maarten Ducrot en Henri Manders. Na de wedstrijd probeert Raas zijn order om Verhoeven bij te halen te rechtvaardigen door uit te leggen dat Jean-Paul van Poppel niet ver achter de groep Maassen zat en op een grotere achterstand diende te worden gereden. De twee voorgaande seizoenen was Van Poppel het goudhaantje geweest van SuperConfex, met onder meer vier etappezeges in de Tour van 1988. In de winter is de sprinter echter overgestapt naar het Panasonic van Raas’ aartsvijand Peter Post. In plaats van vóór Van Poppel te rijden, krijgen de renners van SuperConfex in 1989 daarom regelmatig de expliciete opdracht van Raas tégen hun oud-ploeggenoot te rijden. Alles om te voorkomen dat Van Poppel wint. Diens ‘karretje in de poep rijden’, in goed wielerjargon.

Die mentaliteit houdt Van Poppel inderdaad van een aantal overwinningen af, maar zorgt er tegelijkertijd voor dat renners van SuperConfex de winst in menig wedstrijd ook zelf laten liggen. Op de Rhedense wegen slaat de ploeg echter wel toe. Als Verhoeven is ingelopen maakt ploeggenoot Frans Maassen zich samen met Johan Lammerts en Maarten Ducrot in de voorlaatste afdaling van de Posbank los van de andere favorieten. Nu houden Solleveld en Tolhoek wel de benen stil, waardoor het trio snel een voorsprong kan opbouwen. Terwijl de bel voor de laatste ronde klinkt probeert Nico Verhoeven nog één keer al zijn woede en frustratie om te zetten in energie voor een laatste krachtsexplosie. In de slipstream van de auto van de wedstrijdleiding probeert hij naar de drie koplopers toe te springen. Als Verhoeven bij het passeren van de start- en finishlijn onder zijn linkerarm door een snelle blik naar achteren werpt, kijkt hij recht in het altijd rood aangelopen gezicht van ploeggenoot Gerrit Solleveld. ‘De Tomaat’, zoals de bijnaam van de Westlander luidt, geeft Verhoeven geen centimeter ruimte. Op verzoek van Jan Raas. Met een wild armgebaar, een gebalde rechtervuist en een paar ondubbelzinnige vloeken maakt Verhoeven duidelijk hoe hij denkt over zijn ploeggenoot. Het enige dat hij nu kan doen is hopen dat Lammerts of Ducrot Maassen te snel af zal zijn en de nationale titel aan SuperConfex voorbij gaat. Het blijkt ijdele hoop.

In de slotbeklimming van de Posbank is Maassen te sterk voor zijn medevluchters. Kort voor het passeren van de top schakelt de aanstaande nationaal kampioen naar een groter verzet, gaat op de pedalen staan en verlost zich met speels gemak van Lammerts en Ducrot. Een tiental seconden voorsprong bij het passeren van het monument voor Gerard Pos is voldoende voor de overwinning. De afdaling terug naar Rheden is simpelweg te kort voor Lammerts en Ducrot om hun opgelopen achterstand goed te maken. Beneden resten slechts één haakse bocht naar links en een paar honderd meter vlakke weg. Al bij het oprijden van het laatste rechte stuk naar de finish kan Frans Maassen de titel op zijn gemak vieren.

Anderhalve minuut later passeert Nico Verhoeven de finish als vijfde. Boos en teleurgesteld is de Brabander. Als de andere renners van SuperConfex een uur later met Jan Raas proosten op de titel van Maassen, zit Verhoeven al lang in de auto terug naar het zuiden van het land. Achteraf zal het NK zijn laatste wedstrijd in het shirt van SuperConfex zijn. De aanvaring met Raas kost Verhoeven niet alleen de nationale titel, maar ook zijn haast zekere plaats in de ploeg die een kleine week later in de Tour van start gaat. De sfeer tussen renner en ploegleiding is dusdanig verziekt dat Verhoeven eieren voor zijn geld kiest en overstapt naar PDM. Met permissie van de KNWU hoeft hij zelfs niet te wachten tot het volgend seizoen. Verhoeven mag al op 1 augustus 1989 het wit-zwart van zijn nieuwe werkgever dragen in officiële wedstrijden.

Ondanks een incident waar de Nederlandse wielerpers van smult en een aantrekkelijk koersverloop in 1989, krijgt het NK in Rheden een jaar later geen derde editie. Critici vinden ook het omgekeerde parcours niet selectief genoeg en daarom keert de titelstrijd in 1990 na twee jaar al weer terug naar Limburg. Tot opluchting van diezelfde critici. Net als van Natuurmonumenten. Van de NOS. En van de wielerfans die het NK thuis willen volgen. Voortaan is de strijd om de nationale driekleur weer gewoon elk jaar live op televisie te zien

Vincent de Lijser