Zaterdag begint de 104e Giro d’Italia. Het zal u niet zijn ontgaan, want de voorbeschouwingen vliegen je om de oren. De beste klimmers, rapste sprinters en onontdekte Scoritopareltjes worden volop bediscussieerd. Eén belangrijke categorie wordt echter stelselmatig over het hoofd gezien: de ploegleiders. Terwijl ook zij bijdragen aan de koersvreugde, als je tenminste weet waar je moet kijken. Waar Vlaanderen soms beweert zijn eigen Godfather te hebben in de figuur van Patrick Lefèvre, is de echte Don Corleone van het wielerpeloton uiteraard in Italië te vinden: Gianni Savio.

Dat Savio met zijn ploeg Androni Giocattoli – Sidermec überhaupt in Turijn aan de start verschijnt, mag een klein wonder heten. Zijn ploeg greep namelijk naast de oorspronkelijke wildcards. ‘Een schande, oneerlijk, beschamend!’ sneerde Savio in de richting van RCS Sport, de organisatoren van de Giro. Het verdict enkele maanden later: een positieve dopingtest bij de wél uitgenodigde ploeg Vini Zabù, gevolgd door een ‘vrijwillige’ terugtrekking. De wildcard belandt alsnog bij Savio, wiens ploeg de voorkeur krijgt boven het Arkéa-Samsic van oud-winnaar Nairo Quintana. Allemaal toeval? Om eerlijk te zien: waarschijnlijk wel. Maar als er één ploegleider bereid is om het lot een handje toe te steken, is het Gianni Savio.

Savio valt met nog een Belg te vergelijken: Thomas de Gendt. Samen delen ze een passie voor obscure Italiaanse nevenklassementen. In de Giro van vorig jaar wisten Gianni’s gladiatoren er liefst twee binnen te slepen. Simon Pellaud won de Traguardo Volante, het tussensprintklassement, en Mattia Bais de Fuga Bianchi, voor de meeste vluchtkilometers. Toch moet dit voor Savio ergens als gesprokkel in de marge voelen. In het verleden boekte hij namelijk successen met renners als Davide Rebbelin, Michele Scarponi en José Rujano. In recente jaren braken onder andere Egan Bernal, Fausto Masnada en Davide Ballerini door bij Androni. In de huidige selectie lijkt het te ontbreken aan dit soort grote talenten.

Talent zie je soms echter pas wanneer het pal voor je neus staat. Met de 18-jarige Oekraïner Andrii Ponomar heeft de ploeg veruit de jongste deelnemers van deze ronde in de selectie. Bij Ponomar rijst echter de vraag op of zijn Giro-selectie is gebaseerd op talent of wellicht door een link met een van de vele sponsoren. Grotere talenten lijken de Eritreeër Natnael Tesfatsion, die ergens tussen ‘klimmer met eindschot’ en ‘sprinter met klimvermogen’ invalt, en Jefferson Cepeda. Deze Ecuadoriaan maakte dit jaar al indruk in de Tour of the Alps, waar ‘ie zich tussen Giro-kandidaten Vlasov en Carthy op plek vier van het eindklassement nestelde. Wellicht kunnen deze talenten ervoor zorgen dat we ergens in de komende drie weken een rood shirtje met te veel sponsors erop als eerste over de streep zien komen. Uiteraard op de voet gevolgd door de ploegleiderswagen, waarin een kop met witte haren en een maffiasnor juichend uit het autoraampje hangt.

Joris de Vogel
Laatste berichten van Joris de Vogel (alles zien)