‘Waar is mijn vraa?! Mijn vraa!’ Via de microfoon van Michel Wuyts banen de, in smeuïg Vlaams-Brabants uitgesproken, woorden zich een weg door de joelende menigte en sluipen de Belgische huiskamers in. De door zijn weelderige haardos en baard sowieso enigszins verwilderd ogende verslaggever heeft de afgelopen uren achterop een motor doorgebracht, met een helm over zijn rossige krullen, waardoor hij er nog iets woester uitziet dan anders. In beeld gebracht door een BRTN-collega, met een camera op diens schouder, doet Wuyts verwoede pogingen een vraag te stellen aan de man die wanhopig op zoek is naar zijn ‘vraa’. Te midden van een duwende en trekkende klont mensen hebben de Vlaamse sportjournalisten echter geen schijn van kans. Als een surfplank op een plotseling opstekende golf deinen ze mee met de massa. Het middelpunt van de belangstelling ziet in de mensenmassa plotseling degene die hij zoekt. Zijn ‘vraa’. Vrouw dus, in goed Nederlands. Een in een zuurstokroze jack gehulde blondine wurmt zich naar voren en valt in de armen van haar geliefde. Een innige omhelzing volgt. Twee paar geëmotioneerde ogen kijken elkaar kortstondig, maar indringend aan. Er wordt een kus uitgewisseld, waarna het stel elkaar nogmaals stevig omhelst.
cheap human hair wigs
wigs on sale
best human hair wigs online
human hair wigs cheap
best human hair wigs online
custom wigs
best wigs
cheap human hair lace front wigs
wig shops
custom wigs
human hair glueless wigs
wig stores
best wigs on amazon
human hair wigs lace front
best wigs for black women
best wig outlet
lace front wig human hair
wigs store
wholesale wigs
human hair wigs for black women
cheap lace front wigs
best wig outlet
wigs stores
wig store near me
best human hair wigs online
wig shop online
wig stores
headband wig human hair
best wigs for white women
blonde wig
wig outlet
ash blonde wig
wholesale wigs
cheap wig
best wigs for black women
wig for sale
custom wigs
best online wig store
glueless wigs for beginners
Synthetic Wigs
custom wigs

Terwijl Michel Wuyts en zijn cameraman zich verder naar achter laten drukken, waardoor een interview schier onmogelijk wordt, nemen Mark Vanlombeek en Mark Uytterhoeven vanuit hun commentaarcabine aan de aankomst de televisie-uitzending van de 78ste editie van Luik-Bastenaken-Luik weer over. Al zal een nietsvermoedende kijker, die op zondagmiddag 19 april 1992 toevallig langs BRTN zapt en middenin het tafereel valt dat zich onmiddellijk na de finish afspeelt, wellicht even aan het twijfelen zijn gebracht. Is dit nu het live-verslag van ‘La Doyenne’, ‘de ouderdomsdeken’, zoals de oudste van de vijf wielermonumenten liefkozend genoemd wordt? Of toch een Belgische remake van de filmklassieker Rocky? Bekijk de slotscène van het met drie Oscars bekroonde verhaal over bokser Rocky Balboa eens rustig en de gelijkenis is treffend. Ook de hoofdfiguur, vertolkt door Sylvester Stallone, riep na een uitputtingsslag om zijn vrouw – ‘Adrian! Adrian!’ – terwijl hij zich een weg baande door een kluwen mensen, die zich op hem had gestort als een roedel wolven op een weerloos hert. Die innige omhelzing. De blik in elkaars ogen. De kus.

Alsof Stallone het door hemzelf in 1975, in slechts drie dagen tijd, geschreven filmscript aan de vooravond van Luik-Bastenaken-Luik naar België had gefaxt. Zij het met een paar aanpassingen. Zo heet Adrian in deze versie Rita. De rol van mentor Mickey Goldmill is weggelegd voor Roger De Vlaeminck. En er is nog een belangrijke wijziging in het script – let op: spoiler-alert! Maar kom, we hebben het hier over een film uit de jaren ‘70 en een koers van dik dertig jaar geleden. Waar Rocky zijn gevecht op punten verloor van Apollo Creed ontpopt de protagonist zich nu wel degelijk tot gelukkige winnaar. In het verhaal van Luik-Bastenaken-Luik in 1992 heet het hoofdpersonage niet Rocky Balboa, maar Dirk De Wolf.

Mentor

Ze lijken wel een beetje op elkaar in de jaren voorafgaand aan hun grote doorbraak, Rocky en Dirk. Beiden lopen niet over van talent en moeten het vooral hebben van arbeidsethos en wilskracht. Stoempen. Rammen. In uitgeputte toestand blijven inbeuken op de tegenstander. Net zo lang totdat die afgemat in de touwen hangt. En er is nog een gezamenlijke factor. Een mentor die doet inzien wat met de juiste begeleiding kan worden bereikt. De equivalent van Mickey Goldmill, die de onzekere Rocky onder zijn hoede neemt als die door wereldkampioen Apollo Creed wordt uitgedaagd de boksring in te stappen, heet, zoals al verklapt, Roger De Vlaeminck. Als de voormalige klassiekerkoning in 1988 toetreedt tot de staf van de Hitachi-ploeg van Berten De Kimpe gaat er een wereld open voor Dirk De Wolf. Waar voorheen tijdens trainingssessies kwantiteit instinctief altijd voor kwaliteit ging en de Belg er iedere wedstrijd invloog als een dolle stier, alsof de prijs voor de strijdlust belangrijker was dan wie er als eerste aan de aankomstlijn verscheen, liet De Vlaeminck zijn pupil kennis maken met trainingsschema’s, tactiek en het kiezen van de juiste voeding. Ook in mentaal opzicht werd er bij De Wolf voor het eerst op de juiste knoppen gedrukt. De aanpak van De Vlaeminck betaalde zich vrijwel direct uit met een klinkende zege in Dwars Door België in 1989 en top 10-klasseringen in achtereenvolgens de Brabantse Pijl, de Ronde van Vlaanderen en Gent-Wevelgem in datzelfde voorjaar. In Parijs-Roubaix is De Wolf zelfs akelig dichtbij zijn eerste echt grote overwinning, maar in de finale neemt de macht der gewoonte het weer even over van het verstand. De Belg smijt opnieuw met zijn krachten, als ware hij schilder Karel Appel met een pot verf. Op het Vélodrome van Roubaix komt De Wolf in de sprint-a-deux simpelweg energie tekort om de sluwere Jean-Marie Wampers te kunnen verslaan en moet genoegen nemen met de immer ondankbare tweede plaats.

Net als een jaar later op het WK in het Japanse Utsunomiya. De Wolf is aan de andere kant van de wereld letterlijk de hele dag in de aanval. Stuitert onderweg een keer van zijn fiets na een onhandige manoeuvre, trekt gekke bekken alsof hij André van Duin is in een melige sketch, deelt een klap uit aan Dag-Otto Lauritzen wanneer de Noor een nieuwe val van De Wolf veroorzaakt. En als puntje bij paaltje komt – of beter: als de finish opdoemt – moet een uitgeputte De Wolf landgenoot en PDM-ploegmakker Rudy Dhaenens voor laten. Dat de Belgen vrienden zijn en samen vele trainingskilometers hebben gereden in aanloop naar het wereldkampioenschap, maakt dat De Wolf zijn zilveren plak desondanks viert met de uitbundigheid van een zege. Maar er had opnieuw meer in het vat gezeten. Al spelen er in Japan ook sponsorbelangen en andere zaken, maar dat is een verhaal voor een volgende keer.

Koerstrui

Na dat ene jaar bij PDM kiest Dirk De Wolf voor een terugkeer bij mentor De Vlaeminck. Die was na het stoppen van Hitachi als geldschieter en het noodgedwongen einde van die ploeg in 1990 de scepter gaan zwaaien over het bescheiden Belgische Isoglass-Garden Wood, waardoor niet alleen Dirk De Wolf, maar ook Hitachi-kopmannen als Claude Criquielion en Marc Sergeant naar andere teams waren uitgezworven. Als De Vlaeminck in 1991 ploegleider wordt van Tonton Tapis en weer een degelijk budget tot zijn beschikking heeft, is Dirk De Wolf een van de eersten die zich meldt om het zwart-witte tenue van de ploeg, met daarop de getekende beeltenis van hoofdsponsor André ‘meneer tapijt’ Debor, te mogen dragen. De Vlaeminck gelooft heilig in zijn pupil als kopman in de grote voorjaarskoersen. Ondanks dat De Wolf bepaald niet teleurstelt, met onder meer een tweede plek in de Brabantse Pijl en een derde in de Amstel Gold Race, gaat na slechts een jaar de stekker alweer uit de Tonton Tapis-ploeg. De twee-eenheid De Vlaeminck-De Wolf wordt opnieuw uit elkaar gerukt en ditmaal komt laatstgenoemde in Italië terecht. Met dank aan een andere grootheid uit de Belgische wielergeschiedenis. Sterker nog, de allergrootste. Niemand minder dan Eddy Merckx treedt op als bemiddelaar tussen Dirk De Wolf en de Gatorade-ploeg.

Ruim drie decennia later kan de stoemper uit de West-Brabantse regio Pajottenland er nog altijd enthousiast over vertellen, in zijn herkenbare waterval van woorden. Gooi een kwartje in de jukebox die Dirk De Wolf heet en in plaats van één 45-toeren singletje wordt er spontaan een gehele elpee afgespeeld. Zowel de voor- als achterzijde. Het kenmerkt de Belg, die tijdens zijn actieve carrière al een graag geziene en gehoorde gast is op radio en televisie en van persconferenties een vermakelijke aangelegenheid maakt. Ook na zijn profloopbaan verhaalt De Wolf met de regelmaat van de klok smakelijk en uitbundig over zijn ervaringen. In de podcast Koerstrui van Ruben Van Gucht (aanrader!) doet de Belg uit de doeken hoe hij na het stoppen van Tonton Tapis aan het einde van 1991 kon kiezen uit liefst drie opties. Banesto, de ploeg van Tourwinnaar Miguel Induraín, viel direct af omdat de Spanjaarden Parijs-Roubaix niet op hun programma hadden staan – het is dan nog een flink aantal jaren voordat de UCI de World Tour introduceert en topploegen startplicht hebben in alle grote koersen. Blijven over het Ariostea rond kopman Moreno Argentin en het eveneens Italiaanse Gatorade, waar Gianluigi Stanga met het grootste budget van het gehele peloton een superploeg rond Gianni Bugno smeedt. Hoofddoel is de Italiaan aan de Tourzege te helpen. Bugno is in 1991 tweede geworden achter Induraín en heeft meerdere malen te kennen gegeven dat hij had kunnen winnen, mits hij een betere ploeg om zich heen had gehad. Sponsor Gatorade, een Amerikaans sportdrankmerk, had daarop direct de portemonnee getrokken en het budget verhoogd om het rennersgilde rond Bugno te versterken.

Tempobeul

Met het aantrekken van voormalig Tour- én Girowinnaar Laurent Fignon haalt Gatorade, naast oud-Vueltawinnaar Marco Giovannetti, een extra renner in huis die weet wat is om de hoofdprijs te pakken in een grote ronde. Verder is de Spaanse routinier Pello Ruiz Cabestany naar Italië overgewaaid, is uit het Banesto-kamp van rivaal Induraín de Colombiaanse klimgeit Abelardo Rondón overgelopen en ploegleider Stanga kan ook nog rekenen op aanstormend talent Ivan Gotti en sprinter Giovanni Fidanza. Het enige dat nog ontbreekt is een tempobeul uit de lage landen om Bugno op het vlakke uit de wind te houden. Bij voorkeur iemand die in de voorjaarsklassiekers voor eigen kans kan gaan, mocht het de Italianen in de Noord-Europese wedstrijden te koud of te nat zijn. Dirk De Wolf dus. Die besluit in te gaan op het vorstelijke bod uit ‘de laars van Europa’. Na tussenkomst van Eddy Merckx, want Italiaans spreken doet De Wolf niet. In tegenstelling tot de beste renner aller tijden, die zelf vroeger jarenlang in Italiaanse dienst reed. Merckx tikt niet alleen een fraaie overeenkomst voor De Wolf af met Stanga, maar regelt ook dat de er in de vorm van Rudy Verdonck een landgenoot mee komt naar Italië, zodat de Belg zich niet net zo voelt als Rémi uit Alleen Op De Wereld. Het brengt het tweetal op onverwachte plekken, diept De Wolf op in de podcast van Van Gucht. Dankzij zijn nieuwe kopmannen zit de kersverse aanwinst van Gatorade ineens in steden als Bergamo of Milaan aan tafel met de halve selectie van AC Milan. Spelers als Franco Baresi en Paolo Maldini horen tot de vriendenkring van Bugno. Voetbalfan De Wolf zal zich hebben gevoeld zoals de drummer van Krezip toen U2 belde.

Ondanks dat Gatorade met het grootste budget van alle profploegen rond rijdt, vallen de prestaties in het voorjaar van 1992 op z’n zachtst gezegd nogal tegen. Bugno, Fignon, Giovannetti, Fidanza, geen van allen hebben ze de champagne nog mogen ontkurken. Aan de vooravond van Luik-Bastenaken-Luik heeft de groenzwarte brigade van Gianluigi Stanga slechts één enkele maal weten te zegevieren. Uitgerekend Dirk De Wolf was het die drie weken voor La Doyenne een rit in de Driedaagse De Panne had mee gegrist, de ban had gebroken en zo zijn ploeg van die vervelende ‘nul’ had afgeholpen. Het maakt dat de renners van Gatorade niet tot de favorieten worden gerekend voor Luik-Bastenaken-Luik. Maar ach, dat gold ook voor Rocky Balboa toen hij de ring betrad om Apollo Creed te bevechten.

Wolvenweer

Als Luik op zondag 19 april 1992 ontwaakt en Dirk De Wolf de gordijnen van zijn hotelkamer opzij schuift, verschijnt er onmiddellijk een grijns op het gelaat van de Belg. De van nature ietwat bolle kaaklijn veert omhoog bij het aanschouwen van het werk dat Moeder Natuur de afgelopen nacht heeft geleverd. Er ligt een laagje sneeuw in Luik. Boven de stad hangt bovendien een grauw wolkendek en het kwik komt maar net boven het vriespunt uit. De vooruitzichten voor de komende uren beloven weinig verbetering. Regen en natte sneeuw, melden de lokale meteorologen. ‘Wolvenweer!’, roept een extatische Dirk tegen kamergenoot Rudy Verdonck. De weergoden zijn het Belgische duo gunstig gestemd. In latere interviews zal De Wolf, terugkijkend op zijn carrière, meermaals toelichten zichzelf op voorhand vele malen kansrijker te achten bij barre weersomstandigheden. In een aangenaam voorjaarzonnetje, laat staan op een zomerse dag, had De Wolf het een stuk moeilijker. In tegenstelling tot zijn Italiaanse ploeggenoten. Die hoopten op Zuid-Europese omstandigheden, maar zitten nu met gezichten als oorwurmen aan de ontbijttafel in Luik. Regerend wereldkampioen Bugno weet al voor de start dat dit, zeker niet voor het eerst in het voorjaar van 1992, weer eens niet zijn dag zal gaan worden. Het is koren op de molen van De Wolf, die de zegen van zijn kopman krijgt. Op Eerste Paasdag nota bene.

‘Tranquillo’, geeft Bugno zijn Belgische ploeggenoot nog wel mee. Het is het eerste woord Italiaans dat Dirk De Wolf bij Gatorade heeft geleerd en iets dat hij sinds het gezamenlijke trainingskamp in de winter bijna dagelijks te horen krijgt. Is het niet van Gianluigi Stanga, dan wel van een van zijn ploeggenoten. ‘Rustig’, is de betekenis. De Belg weet het maar al te goed, maar zijn aanvalslustige karakter maakt het opvolgen van het goedbedoelde advies bijna onmogelijk. Zoals Rocky Balboa zich afbeult op de trappen van het Philadelphia Museum Of Art – sindsdien rennen dagelijks duizenden mensen de trappen op en af, vergezeld van het Rocky-filmthema op hun EarPods, koptelefoon of soms op een gigantische gettoblaster, die eerst strategisch op een van de 72 stenen treden wordt gepositioneerd – zo verslindt Dirk De Wolf trainingskilometers. In de week voor Luik-Bastenaken-Luik brengt hij in gezelschap van Rudy Verdonck dagelijks zo’n zes uur op de fiets door. De Waalse Pijl, op de woensdag voor La Doyenne, laten de Belgen schieten, maar twee dagen later wordt De Wolf nog derde achter Johan Museeuw en Jean-Pierre Heynderickx in het criterium van Bellegem. Na afloop plakken Verdonck en hij er nog een training van enkele uren achteraan.

Aanvalslust

Wie denkt dat Dirk De Wolf zich in Luik-Bastenaken-Luik, na al die noeste arbeid, misschien wat langer verstopt in de buik van het peloton is duidelijk nog niet voldoende bekend met de nimmer aflatende aanvalslust van de Vlaming. Nog voordat vroege vluchter Remigius Lupeikis net voor de Côte des Hézalles is bijgehaald, heeft De Wolf in de afdaling van de Côte de Wanne zijn duivels al ontbonden. Een kleine honderd kilometer moet er dan nog worden gereden. Desondanks is er een select groepje dat onraad ruikt en in de gladde afdaling van de Wanne naar het achterwiel van de ontketende Gatorade-renner springt. Niet zomaar de eersten, de besten zitten erbij. Steven Rooks, Claudio Chiappucci, Phil Anderson, Dante Rezze en Brian Holm haken hun karretje aan. De twee laatsten kunnen het tempo van de Belg al snel niet bijbenen, evenals de uitgeputte Lupeikis. Anderson is even eerder door een lekke band teruggeworpen.

In aanloop naar de Redoute, waar in 1992 een monument is onthuld omdat Luik-Bastenaken-Luik precies honderd jaar eerder haar vuurdoop beleefde, twijfelt met name Rooks over het voortzetten van de ontsnapping. De voorsprong van het trio koplopers komt nooit boven de twee minuten uit en liever zou de Nederlander zijn krachten sparen, zich laten inlopen door het achtervolgende peloton en in de finale een nieuwe poging wagen. De Wolf wil echter niets weten van het gejeremieer van zijn vluchtmakker en spoort hem aan door te blijven rijden. Ook als de Redoute Chiappucci te machtig blijkt, het aantal koplopers tot twee wordt gereduceerd en de voorsprong tot onder de veertig seconden zakt, blijft de Belg op Rooks inpraten om hun vlucht samen voort te zetten. Zoals Rocky niet terugdeinsde voor Apollo Creed, zo is ook De Wolf niet bang voor de door de kenners sterker geachte Rooks.

Tweestrijd

Negen jaar eerder was de Noord-Hollander, als tweedejaarsprof, uitgerekend op de heuvelachtige Ardennenwegen tussen Bastenaken en Luik doorgebroken. Na een mislukt debuutseizoen bij het TI-Raleigh van Peter Post was Rooks in 1983 geadopteerd door de Franse Sem-ploeg van burggraaf Jean de Gribaldy. Aan de zijde van kopman Sean Kelly komt de 22-jarige renner direct aan het begin van het seizoen tot ontbolstering. Met onder meer een ritzege in de Ronde van de Middellandse Zee en een derde plek in de eindrangschikking van Parijs-Nice steekt de als eigenzinnig te boek staande Rooks zijn neus aan het venster van de internationale wielerwereld. Enkele weken later pakt hij uit door op knappe wijze Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam te schrijven. De Nederlander in Franse dienst ontdoet zich op de Côte des Forges, achttien kilometer voor de aankomst, van zijn opponenten, om vervolgens in het resterende half uur koers handig te profiteren van de aanwezigheid van de rappe Giuseppe Saronni in de achtervolgende groep. Als het kwintet Rooks tot op een tiental seconden is genaderd, durven de metgezellen van Saronni niet langer met de Italiaan naar de finish te rijden. Het tempo stokt en Rooks spint er garen bij. In de jaren die volgen zet de Nederlander een fraaie uitslagenreeks neer in Luik-Bastenaken-Luik. Tot en met 1990 ontbreekt hij alleen in 1987 in de top 10. Meermaals waant Rooks zich zelfs de sterkste in koers, maar dwingt het ploegbelang hem in de verdediging en rest hem slechts een ereplaats. In 1988 en 1989 zijn het respectievelijk PDM-ploeggenoten Adrie van der Poel en Sean Kelly die de zege voor Rooks’ neus wegkapen. Een jaar later, als de Noord-Hollander zich voor de derde maal in zijn carrière heeft aangesloten bij Peter Post, is Panasonic-ploeggenoot Eric van Lancker de ‘boosdoener’ en tevens gelukkige winnaar.

In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, maar de wetten der wielerlogica schrijven desondanks voor dat in een tweestrijd tussen Rooks en De Wolf de meeste kansen worden toegedicht aan de Nederlander. Die blijft echter, ook als Chiappucci het tempo niet meer kan bijsloffen en finishplaats Ans steeds dichterbij komt, twijfelen aan het doorzetten van de vluchtpoging. Alsof hij een dubbelrol moet spelen in een Rocky-film is Dirk De Wolf voor even niet alleen het hoofdpersonage, maar tevens ‘mental coach’ Mickey Goldmill. Terwijl hij ferme kopbeurten doet, blijft hij Rooks tegelijkertijd aanmoedigen het tempo hoog te houden. Tien maanden eerder had de Noord-Hollander in het Limburgse Meerssen voor het eerst in zijn carrière het roodwitblauw mogen aantrekken. De nationale titel markeerde de wederopstanding van Rooks, die in de veertien maanden voordien niet vooruit te branden was geweest. Vlak na zijn derde plek in Luik-Bastenaken-Luik van 1990, achter Van Lancker en de Fransman Jean-Claude Leclercq, werd Rooks’ maatje Gert-Jan Theunisse voor een jaar geschorst na een positieve dopingcontrole. Dat, en de nog immer slechte verstandhouding met Panasonic-ploegleider Peter Post, zorgde ervoor dat Rooks het team aan het einde van het jaar opnieuw met de staart tussen de benen had verlaten. Posts aardsrivaal Jan Raas had de Noord-Hollander vervolgens bij Buckler binnen gehaald, waar hij, na een matig voorseizoen, in aanloop naar de Tour opleefde en de Nederlandse titel had gewonnen. Uitgerekend vóór kameraad Theunisse, die na zijn schorsing in dienst van TVM zijn rentree in het peloton had gemaakt. In het najaar van 1991 had Rooks zelfs bijna de wereldtitel gegrepen. In een sprint tegen Bugno, Induraín en de Colombiaan Mejía werd het zilver echter zijn deel. Daarmee trad Rooks uitgerekend in de voetsporen van zijn metgezel in Luik-Bastenaken-Luik. In 1990 was het immers nog De Wolf die tweede werd op het WK.

Underdog

Om Dirk De Wolf in de finale van La Doyenne als ‘underdog’ af te serveren, doet de Belg veel en veel te kort. Maar net zoals iedereen bij de bokspartij tussen Rocky Balboa en Apollo Creed vooraf zijn geld op laatstgenoemde zette, durft zestien jaar later bijna niemand op de renner van Gatorade te gokken. Zelfs zijn eigen vrouw niet. Rita heet ze, de ‘Adrian’ in het leven van Dirk De Wolf. Niet dat zij geen geloof heeft in de capaciteiten van haar echtgenoot, integendeel, maar ze weet als geen ander dat het gebrek aan zelfvertrouwen haar Dirk nog wel eens wil opbreken. Volgens Rita heeft hij vaak te veel ontzag voor de grote namen in het peloton, waardoor Dirk op voorhand al de onderliggende partij is. Nu haar man in kansrijke positie de finale van Luik-Bastenaken-Luik in gaat, nemen ook bij Rita de zenuwen toe. Het is de eerste keer dit seizoen dat ze naar de koers is gekomen. Normaal zit Rita liever thuis voor de televisie in Sint-Katherina-Lombeek, een dorp aan de snelweg tussen Aalst en Brussel, terwijl ze zich ondertussen ontfermt over het huishouden en het driejarige zoontje Jelle, dat ze met Dirk heeft. Zoals een knecht zich op de fiets wegcijfert voor een kopman, zo doet Rita dat in het dagelijks leven voor haar echtgenoot. Uitgerekend nu ze naar Ans is afgereisd, bevindt Dirk zich in een zeldzaam kansrijke positie een Monument te winnen.

Terwijl Rita enkele honderden meters van de aankomstlijn voor de etalage van een elektronicawinkel staat en via een van de televisies, die er staan uitgestald, de verrichtingen van haar man volgt, stevenen de twee koplopers op de Côte des Forges af. Hun voorsprong is intussen zienderogen geslonken en nog voordat de laatste serieuze scherprechter van de dag is bedwongen, hebben De Wolf en Rooks gezelschap gekregen. Alsof twee indringers plotseling de boksring binnenstappen. Net als in het Amerikaanse show-worstelen, waar types als Hulk Hogan en Randy Savage zich om de haverklap komen bemoeien met de knokpartijen van hun collega’s. Nog een parallel met Rocky Balboa trouwens, die zich in de vervolgfilms op een bepaald moment ook in het worstelen stort en de strijd aangaat met de door Hulk Hogan gespeelde Thunderlips. De tandem die het man-tegen-mangevecht tussen De Wolf en Rooks ruw verstoort, wordt gevormd door Davide Cassani en Jean-François Bernard. Op de hielen gezeten door nog eens elf achtervolgers, duikt het viertal na de Côte des Forges de lange afdaling richting Luik in. Hun marge bedraagt niet meer dan een half minuutje. Ondanks de onverwachte comeback van Cassani en Bernard wordt Rooks ook in een sprint met vier door menig televisiecommentator het meest kansrijk geschat.

Zo ver komt het echter niet. Als de weg in de laatste kilometers naar Ans, waar Luik-Bastenaken-Luik in 1992 voor het eerst finisht en dat tot en met 2018 jaarlijks zal blijven doen, verraderlijk omhoog loopt, besluit Dirk De Wolf niet te wachten. Niet op de terugkeer van meer achtervolgers en zeker niet op een sprint tegen Rooks, Cassani en Bernard. De Belg ziet het kleine verzet van zijn tegenstanders, 53×21, terwijl hij zelf nog net het zwaardere 53×17 kan rondkrijgen. Zonder aarzelen grijpt hij zijn kans. Staande op de pedalen, met woeste rukken aan het stuur en een gezicht waarmee je op het wereldkampioenschap bekken trekken gemakkelijk in de prijzen valt, maakt De Wolf zich los. Al na enkele pedaalomwentelingen kijkt de Belg om. In zijn dijbenen en kuiten voelt het alsof tientallen onzichtbare duiveltjes met pinnige drietanden talloze zakjes melkzuur tot ontploffing brengen. De verzuring is bijna ondraaglijk en even lijkt de versnelling van De Wolf al na enkele tientallen meters te stokken. Zodra de Belg, met een van pijn verwrongen gezicht, ziet hij dat het drietal achter hem het zo mogelijk nog zwaarder heeft, krijgt hij nieuwe energie. Hoofdschuddend zet hij opnieuw aan, terwijl Bernard een steeds groter groeiend gat moet laten vallen. Rooks heeft, zoals hij later in een interview zou zeggen, ‘benen die voelen als spijkers’ en kan de kracht om de Fransman te passeren niet vinden. Laat staan dat hij naar het achterwiel van De Wolf kan springen. Die voelt met iedere meter die hij dichterbij de finish komt het gevoel van vermoeidheid afnemen en omgekeerd evenredig plaats maken voor euforie. Voor de etalage van de elektronicawinkel kan Rita haar ogen niet geloven en durft, overmeesterd door een ondraaglijke spanning, niet langer naar de televisie te kijken.

Smoelekes

Ondertussen trekt het rood aangelopen hoofd van haar echtgenoot steeds bredere grimassen. Alsof het een gezicht van klei is dat door de soepele vingers van een beeldhouwer in telkens andere uitdrukkingen gekneed wordt. ‘Smoelekes’, zal Dirk De Wolf ze later noemen. Om er terloops aan toe te voegen dat hij het er ook wel een beetje om doet. Die gekke bekken, het schudden met het hoofd. De Belg heeft een uitstekende voelspriet voor show en weet maar al te goed dat dat zijn façades gewilde plaatjes opleveren, die gulzig worden geconsumeerd door televisie- en fotocamera’s. Een mooi stukje publiciteit voor renner en sponsor. Die komt in de laatste honderden meters van Luik-Bastenaken-Luik hoe dan ook goed in beeld, want uitgerekend sportdrankmerk Gatorade is in 1992 de hoofdsponsor van La Doyenne en zodoende prominent vertegenwoordigd op de dranghekken in de aankomststraat. Daar begint Dirk De Wolf nog maar eens een onemanshow op te voeren om de grootste overwinning uit zijn loopbaan zo uitbundig mogelijk te vieren. Precies een halve minuut later klopt Steven Rooks Bernard in het sprintje om de tweede plek. Cassani heeft de Nederlander en de Fransman in de geniepig hellende straten van Ans in de laatste kilometers moeten laten gaan.

Als uitgehongerde leeuwen, die door een ranger één schamel stuk vlees krijgen toegeworpen, duiken journalisten en reporters pal achter de aankomstlijn op de kersverse winnaar, in een verwoede poging diens eerste woorden te vangen. De aandacht kan Dirk De Wolf voor even gestolen worden. Het journaille moet maar even op zijn beurt wachten. Er is op dit moment maar één persoon waar de kersverse winnaar zijn succes mee wil vieren. Natuurlijk. Rita. Zijn ‘vraa’. De ogen van de Gatorade-renner scannen vluchtig de toegestroomde meute, op zoek naar een hoogblond kapsel en een zuurstokroze jas. Adrenaline en ongeduld winnen het van ratio. ‘Waar is mijn vraa?! Mijn vraa!’, brult De Wolf, terwijl zijn woorden door de microfoon van de toegesnelde BRTN-reporter Michel Wuyts haarscherp in de huiskamers belanden. De gelijkenis met Sylvester Stallone’s Rocky, op zoek naar zijn Adrian na de afmattende bokspartij tegen Apollo Creed, is niet te missen. Toeval natuurlijk, doch zeer treffend. Een fractie van een seconde onderbreekt De Wolf de zoektocht naar zijn geliefde om een te opdringerige omstander uit te foeteren, om vervolgens te vinden wie hij zoekt.

Zodra haar man het vod van de laatste kilometer was gepasseerd, had Rita haar post voor de winkelruit verlaten en was op een draf naar de finish gesneld. Met hulp van enkele omstanders weet ze zich verrassend snel door de menigte rond Dirk te wurmen en sluit haar winnaar in de armen. Een blik. Een kus. Een nieuwe omhelzing. Bombastische filmmuziek zwelt aan. Het beeld bevriest. De aftiteling begint te lopen. Drie Oscars. Op zijn minst.

 

Bekijk hier een samenvatting van Luik-Bastenaken-Luik 1992, inclusief commentaar van Dirk De Wolf zelf en de scène na afloop: https://sporza.be/nl/2019/04/24/1992-dirk-de-wolf/

Vincent de Lijser